Smet wil gegevens bijhouden naar etnische origine

Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (sp.a) wil dat het departement onderwijs betere gegevens krijgt over het onderscheid tussen allochtone en autochtone leerlingen. Dat moet een gerichter beleid mogelijk maken. De minister wil hiervoor binnen het departement een kenniscentrum oprichten.

Uit allerlei enquêtes is geweten dat allochtone leerlingen vaker een leerachterstand oplopen dan autochtone scholieren. Maar precieze cijfers zijn er niet. Het ministerie van Onderwijs werkt voorlopig enkel met gegevens die het onderscheid maken tussen Belgische en niet-Belgische leerlingen en dat terwijl heel wat allochtone leerlingen de Belgische nationaliteit hebben.

In De Zondag raakte bekend dat 3 op de 10 leerlingen van Belgische nationaliteit schoolachterstand hebben opgelopen. Bij de leerlingen met een andere nationaliteit heeft 7 op de 10 leerlingen schoolachterstand opgelopen.

Minister Smet wijst er op dat dit niet als een verschil tussen "Belgische" en "allochtone" leerlingen gezien moet worden. " Allochtone leerlingen met de Belgische nationaliteit zijn uiteraard begrepen in de cijfers van leerlingen met een Belgische nationaliteit", zegt hij.

Smet wijst er ook op dat de achterstand van leerlingen met een niet-Belgische nationaliteit niet enkel met zittenblijven te maken heeft. Leerlingen die een jaartje onderwijs voor anderstalige nieuwkomers volgen, lopen per definitie een jaartje schoolachterstand op.

De Standaard Online, zondag 25 oktober 2009

Door deze methode toe te passen, zal men inderdaad een beter zicht hebben op hoe de allochtone en autochtone leerlingen het er van af brengen in het onderwijs. Maar er dreigt wel gevaar. Als men zo gaat bepalen wie er extra aandacht nodig heeft in het onderwijs, dan zou het kunnen gebeuren dat men vooral zijn aandacht richt op de allochtone leerlingen, en dat men de autochtone leerlingen een beetje aan de kant laat staan. En dat mag niet gebeuren.