Uit "Het Bernini mysterie" van Dan Brown
Tegen de Illuminati en tegen de beoefenaar van de wetenschap wil ik het volgende zeggen. U hebt de oorlog gewonnen. De raderen hebben lang gedraaid. Uw overwinning was onvermijdelijk. Nooit eerder is dat zo duidelijk geweest als op dit moment. De wetenschap is de nieuwe God. Geneeskunde, communicatiemiddelen, ruimtereizen, genetische manipulatie… Dat zijn de wonderen waarover onze kinderen tegenwoordig vertellen. Dat zijn de wonderen die we zien als bewijs dat de wetenschap ons de antwoorden zal brengen. De oude verhalen over de onbevlekte ontvangenis, het brandende braambos en het splijten van de wateren zijn niet relevant meer. God is verouderd. De wetenschap heeft de strijd gewonnen. Maar de overwinning van de wetenschap heeft ons allemaal veel gekost. De wetenschap mag dan de ellende van ziekte en geestdodend werk hebben verlicht en een hele reeks snufjes voor ons gemak en amusement hebben opgeleverd, ze heeft ons achtergelaten met een wereld zonder wonderen. Onze zonsondergangen zijn gereduceerd tot golflengtes en frequenties. De complexiteit van het heelal is uiteengerafeld in wiskundige vergelijkingen. Zelfs ons gevoel voor eigenwaarde als mens is vernietigd. De wetenschap verkondigt dat de planeet aarde en haar bewoners slechts een onbelangrijk stipje zijn in het grote geheel? Eens kosmische toevalligheid. Zelfs de technologie die ons zou verenigen, verdeelt ons. We zijn nu allemaal elektronisch verbonden met de rest van de wereld, maar toch voelen we ons alleen. We worden bedolven onder geweld, verdeeldheid, tweedracht en verraad. Scepticisme is een deugd geworden. Cynisme en het eisen van bewijs voor alles zijn tekenen van verlicht denken geworden. Is het een wonder dat de mens zich nu neerslachtiger en verslagener voelt dan ooit eerder in de geschiedenis? Is er nog íéts heilig voor de wetenschap? De wetenschap zoekt antwoorden door onze ongeboren foetussen te ontleden. De wetenschap veroorlooft het zich zelfs om veranderingen aan te brengen in ons eigen DNA. Ze versplintert Gods wereld in steeds kleinere stukjes op zoek naar betekenis, en vindt alleen maar meer vragen. De eeuwenoude oorlog tussen wetenschap en religie is voorbij. U hebt gewonnen. Maar u hebt niet eerlijk gewonnen. U hebt niet gewonnen door antwoorden te leveren. U hebt gewonnen door onze samenleving zo radiaal te veranderen dat de waarheden die we ooit als leidraad zagen, nu niet meer bruikbaar lijken. De religie kan het niet bijbenen. De wetenschap groeit exponentieel. Ze zorgt voor haar eigen groei. Elke doorbraak opent deuren voor nieuwe doorbraken. Het heeft de mens duizenden jaren gekost om de ontwikkeling van het wiel naar de auto door te maken. Slechts een paar decennia later was de ruimte aan de beurt. Nu drukken we de voortgang van de wetenschap in weken uit. We kunnen het niet meer in de hand houden. De kloof tussen ons wordt steeds dieper, en naarmate de mens de religie achter zich laat, komt hij in een spirituele leegte terecht. We schreeuwen om zingeving. En schreeuwen doen we, geloof me. We zien UFO’s, doen aan spiritisme, hebben buitenlichamelijke ervaringen, ondernemen spirituele zoektochten… Al die excentrieke ideeën hebben een wetenschappelijk vernisje, maar ze zijn schaamteloos irrationeel. Ze vormen de wanhoopskreet van de moderne ziel, eenzaam en gekweld, gefnuikt door haar eigen verlichting en haar onvermogen te aanvaarden dat iets dat ver van technologie staat ook betekenis kan hebben. De wetenschap zal ons redden, zegt u. De wetenschap heeft ons vernietigd, zeg ik. Sinds de tijd van Galilei heeft de Kerk geprobeerd de meedogenloze opmars van de wetenschap te vertragen, soms met de verkeerde middelen, maar altijd met goede bedoelingen. De verleiding is voor de mens echter te groot. Ik waarschuw u, kijk om u heen. De wetenschap heeft haar beloften niet gehouden. Beloften van efficiëntie en eenvoud hebben niets dan chaos en verderf gebracht. We zijn verscheurd en op weg naar de ondergang. Wie is die God, die wetenschap? Wie is de God die zijn mensen macht beidt, maar geen morele structuur om je te vertellen hoe je die macht dient te gebruiken? Wat voor God geeft een kind vuur, maar waarschuwt het kind niet voor de gevaren ervan? De taal der wetenschap kent de begrippen goed en kwaad niet. Wetenschappelijke handboeken vertellen ons hoe je een kernreactie op gang kunt brengen, maar ze bevatten geen hoofdstuk waarin de vraag wordt gesteld of dat een goed of een slecht idee is. De Kerk is moe van de pogingen om de wetenschap van leidraden te voorzien. Onze campagne om de stem van het evenwicht te zijn terwijl u blind voortploegt op uw zoektocht naar kleinere chips en grotere winsten heeft onze middelen uitgeput. We vragen u niet waarom u zich niet kunt beheersen, want hoe zou u dat kunnen? Uw wereld gaat zo snel dat u, als u zelfs maar een ogenblik stopt om na te denken over de implicaties van uw activiteiten, in een flits wordt ingehaald door iemand die net iets efficiënter is. Dus gaat u verder. U kloont levende wezens, maar het is de Kerk die ons herinnert aan de morele implicaties van onze daden. U stimuleert mensen om met elkaar te communiceren via telefoons, beeldschermen en computers, maar het is de Kerk die haar deuren opent en ons oproept om persoonlijk contact met elkaar te onderhouden, onze natuurlijke manier van communiceren. En al die tijd beweert u dat de Kerk onwetend is. Maar wie is er onwetender? De man die de bliksem niet kan verklaren, of de man die geen eerbied heeft voor de ontzaglijke kracht ervan? De Kerk steekt haar hand naar iedereen uit. Maar hoe meer we dat doen, des te harder duwt u ons weg. Laat me hét bewijs zien dat God bestaat, zegt u. Dan zeg ik: kijk met uw telescopen naar de hemel en vertel me hoe die er zou kunnen zijn zónder dat er een God is! U vraagt hoe God eruitziet. Ik zeg: waar komt die vraag vandaan? Ziet u God dan niet in uw wetenschap? Hoe kunt u Hem over het hoofd zien? U beweert dat zelfs de kleinste verandering in de zwaartekracht of het gewicht van een atoom van ons heelal een levenloze nevel gemaakt zou hebben, in plaats van onze schitterende zee van hemellichamen, en toch ziet u Gods hand hier niet in? Is het echt zoveel makkelijker om te geloven dat we gewoon de juiste kaart hebben getrokken uit een spel van miljarden? Zijn we geestelijk zo verarmd dat we eerder geloven is een wiskundige onwaarschijnlijkheid dan in een macht die groter is dan wij? Of u nu wel of niet in God gelooft, één ding moet u geloven. Als wij als soort ons vertrouwen verliezen in de macht die groter is dan wij, verliezen we ons verantwoordelijkheidsgevoel. Religie, elke religie, waarschuwt ons dat er iets is dat we niet kunnen bevatten, iets waaraan we verantwoording schuldig zijn. Met het geloof zijn we elkaar, onszelf en een hogere waarheid verantwoording schuldig. Religie heeft haar gebreken, maar alleen doordat de méns gebreken heeft. Heeft de wereld nog een stem nodig die opkomt voor de armen, de zwaken, de onderdrukten, het ongeboren kind? Hebben we echt zielen als deze nodig, die weliswaar onvolmaakt zijn, maar hun hele leven geven om ons te smeken de leidraden van de ethiek in het oog te houden en onze weg niet kwijt te raken?
|