25/02 Berlaarse gemeentearbeiders deden woensdag een macabere ontdekking. Tijdens het ruimen van de grachten in de Legrellestraat in het gehucht Gestel vonden ze menselijke resten, die al maanden in de gracht lagen.
De resten zijn van de Slovaak Slavomir Fedak (29). Hij kon geïdentificeerd worden omdat hij zijn papieren op zak had. Het is nog niet uitgemaakt of het om moord of een ongeval gaat.


Spoorloos
De 29-jarige Slavomir Fedak werd op maandag 7 april 2008 voor het laatst gezien op een feestje in het kasteel Gestelhof. Rond 21u vertrok de man na ruzie met zijn vrienden naar huis. Vanaf dan ontbrak tot gisteren elk spoor.

Eerst leek het erop dat pas na grondig onderzoek duidelijk zou worden om wie het zou gaan. Door de verregaande staat van ontbinding konden specialisten zelfs niet bevestigen of het om een man of een vrouw ging. Maar toen de speurders de papieren vonden van de man, was er geen twijfel meer mogelijk: het lichaam van de Slovaak was teruggevonden.

Afgaande op de resten was het nog onmogelijk te zeggen of er kwaad opzet in het spel is. Een autopsie door een patholoog-anatoom moet de komende dagen meer duidelijkheid scheppen over de doodsoorzaak en het tijdstip van overlijden.

Schoen doet alarmbel luiden
Werklui van de gemeente Jelle Roziers (25) en Walter De Keuster (47) ontdekten het lijk. “We kregen om acht uur de opdracht om grachten te ruimen in de Legrellestraat. We hadden met een kraan 25 meter geruimd toen we rond half elf een schoen zagen liggen."

"Het gebeurt wel vaker dat we een kat of een hond vinden in grachten. Maar nu zagen we ook botten en een stuk broeksriem en kledij. Toen beseften we dat het om een menselijk lichaam ging. We hebben na de ontdekking onze ploegbaas gebeld. Hij kwam ter plaatste en heeft de politie verwittigd”, legt Jelle Roziers uit.

Relativeren
Voor de Berlaarse werkmannen was het niet de eerste keer dat ze in aanraking kwamen met een dood mensenlichaam. “We hebben al een paar keer de opdracht gekregen om een lijk op te graven, maar dan wisten we op voorhand wat we gingen vinden. Nu was het onverwacht dat we iemand tegenkwamen. Gelukkig kunnen we de situatie relativeren."

De macabere werkdag houdt Jelle niet van zijn werk. “We waren wat onder de indruk. Toch hebben we de hele dag verdergewerkt. Ze boden ons slachtofferhulp en drie dagen verlof aan, maar ik ga donderdag gewoon terug werken. De grachten moeten nog verder geruimd worden. En er zullen nu wel geen lijken meer in liggen, zeker?”

Niemand zag lijk
Het is moeilijk te begrijpen dat niemand het lichaam eerder opmerkte. Langs de weg passeren erg veel fietsers en wandelaars op weg naar het pittoreske centrum van Gestel.

“Zeker in de zomer staat het gras van de gracht hoog. De gracht is ook erg diep, zodat je als voorbijganger niet goed ziet wat er daar beneden ligt”, verklaart korpschef Jan Van Asch.

Ben Van Nuffelen, Bert Provoost

www.gva.be