#1
|
||||
|
||||
De politicus als schietschijf
De politicus als schietschijf
Volgens LUC HUYSE zijn we in België wel erg streng voor onze politici. Nu meer dan vroeger. En dat komt omdat we het schaarse politieke talent dat we als klein land hebben moeten uitsmeren over te veel politieke niveaus, waardoor jonge politici te snel opbranden en mindere goden te veel op de voorgrond komen. De Vlamingen houden niet van hun politici. Ze zeggen het op café, op straat, op familiefeesten en op de televisie. Dat is al lang zo. Maar de laatste maanden is de liefde nog verder bekoeld. 'Nog nooit was het gevoel van afkeer voor de politiek zo sterk aanwezig' schrijft Peter Vandermeersch in deze krant (DS 20 september). Geen wonder, zegt hij, Leterme heeft een ronduit abominabel parcours gereden, de capriolen van Reynders zijn niet om aan te zien en mijnheer Dewever kan alleen onrust stoken. Yves Desmet, zijn collega van De Morgen, heeft in zijn loopbaan als politiek journalist al veel meegemaakt, maar '…nooit eerder heb ik zo'n bende onverantwoordelijken bezig gezien als nu onder Leterme I' (20 september). Is het dan echt zo erg? Is deze lichting politici inderdaad vederlicht? Misschien wel, maar er zijn nogal wat verzachtende omstandigheden. Tot u spreekt de advocaat van de duivel. Wie al eens mondelinge examens afneemt kent het verschijnsel. Heb je een reeks erg goede studenten gehoord, dan heeft de eerste die wat minder is brute pech. De examinator heeft zijn meetlat onbewust hoger gelegd. Dat speelt ook in onze waardering van politici. Leterme, bijvoorbeeld, is aangetreden na een sterke reeks van premiers: Verhofstadt, Dehaene, Martens. Van twee van hen wordt nu zelfs gedacht dat zij vandaag redding kunnen brengen. (Daarbij vergeet men dat de compromissen die zij eertijds sloten deels verantwoordelijk zijn voor de gecompliceerde puzzel die vandaag op tafel ligt.) Vlaanderen, kleine regio, kan slechts een beperkt aantal steengoede politici verwekken. In het verleden kwamen we daar blijkbaar mee toe. Nu, door de vermenigvuldiging van beleidsniveaus, is dat een knelpunt aan het worden. Er zijn tientallen veeleisende posities te bemannen op federaal en gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk, Europees en mondiaal vlak. Dat lukt ons niet meer, de visput is te klein. (Het is alsof de voetbalcoach van Standard of Anderlecht elk weekend in vijf verschillende topcompetities spelers zou moeten opstellen.) De bloedarmoede in de politiek is, noodgedwongen, een feit. Vandaar de zoektocht naar alternatieven: Bekende Vlamingen als reservebank, gevestigde politici die in alle verkiezingen lijsttrekker spelen, beloftevolle jongeren die veel te snel moeten opbranden. We zitten, met andere woorden, met een ernstig probleem van human resources. De eerste Phara van het nieuwe seizoen ging over de crisis in de bankwereld. Dehaene, prominente gast, kreeg de vraag of de politici toch niet mee schuld dragen. De ex-premier reageerde, verbeten trek om de mond, met een halve vloek: 'Laat ons nu eens ophouden te denken dat de politiek voor alles verantwoordelijk is.' Hij heeft gelijk, meer dan gelijk. Velen in de bevolking, de Calimero's op kop, schrijven wat verkeerd gaat maar al te graag op de rekening van de beroepspolitici. Tegelijkertijd hebben die dan te vaak de neiging om de schuld op zich te nemen. Er is de, ja existentiële, angst om toe te geven dat veel dossiers hen ontsnappen. Dat maakt het de buitenwacht gemakkelijk om de politieke klasse een rode kaart te geven. Hans Vandeweghe, sportjournalist bij De Morgen, heeft zich in een aantal artikels afgevraagd waarom we best niet te veel konden verwachten van de Olympische Belgen in Peking. Hij schrijft: 'We hypen en we bashen, en steeds overdrijven we daarbij. Elke quote van een aap met of zonder hoedje moet in de krant. We laten modale sporters geloven dat ze topsporters zijn, goden die het normale leven transcenderen. (…) Onze media creëren helden rond de kerktoren' (14 juni). Niet te verwonderen, dus, dat de meeste atleten ontgoochelden. Vervang in het citaat 'sporters' door 'politici' en het zal niet zo heel vreemd klinken. Dat hypen heeft onder meer met de huidige mediacultuur te maken. Waarom wordt Eric Van Rompuy vaker geïnterviewd dan zijn broer Herman? De eerste is leverancier van statements waarmee je een brandje kan stichten en lezers, luisteraars en kijkers werven. De tweede relativeert en dooft het vuur. Waarom krijgt Michel Doomst, de burgemeester van Gooik, nu zo veel zendtijd? Omdat zijn standpunten over B-H-V de communautaire koorts doen stijgen. Zo gaat dat vaak. Overdadige media-aandacht kan ook toppolitici parten spelen en hun houdbaarheidsdatum serieus inkorten. Achthonderduizend voorkeurstemmen was voor de journalisten meer dan genoeg om de gelukkige ontvanger ervan maandenlang de hemel in te prijzen. Maar een dergelijk electoraal resultaat biedt, dat weten we sinds Leo Tindemans in de jaren zeventig op zo'n wankel draagvlak premier is geworden, absoluut geen garantie op schitterend beleidswerk. Dan kan je in de krant, op de radio en op de televisie diep vallen. Maar, ach, is het wel een tijd voor het inroepen van verzachtende omstandigheden? Luc Huyse is meritus hoogleraar sociologie aan de KU Leuven DS, 02-10-2008 (Herwig Vergult)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |