|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Wie braaf is krijgt toch niet altijd lekkers
Wie braaf is krijgt toch niet altijd lekkers
BRUSSEL - Marokkanen spreken beter Nederlands dan Turken, ze zijn vaker lid van een autochtone vereniging en ze voelen zich meer Belg. En toch zien de Vlamingen de Turken liever komen. De politiek ziet het (meestal) zo: onbekend maakt onbemind, en dus doen allochtonen best zoveel mogelijk inspanningen om dicht bij de leefwereld van Vlamingen te komen. Door Nederlands te leren en te spreken, door hun normen en waarden over te nemen en mee te doen aan hun verenigingsleven, kunnen ze de angst en vooroordelen wegnemen die bij autochtonen leven. Wie hard zijn best doet, zo luidt de heersende mening, zal voor die inspanningen beloond worden. Dat klinkt logisch, maar klopt die stelling ook? Nieuw onderzoek van de Universiteit Hasselt wijst op het tegendeel, want hoewel Marokkanen in de Limburgse mijngemeenten meer inspanningen doen om de Vlaamse leefwereld te omarmen, worden ze vaker dan Turken gediscrimineerd. De verwachte beloning voor hun integratie-inspanningen blijft uit. De onderzoekers noemen dit de integratieparadox. Enkele cijfers: Turken spreken minder vaak Nederlands. 37 procent van de Turken spreekt altijd of meestal Nederlands, tegenover 61 procent van de Marokkanen. Marokkanen zijn vaker lid van een autochtone jeugd- of sportvereniging. 5,9 procent van de Marokkaanse en 3 procent van de Turkse jongeren gaat naar een jeugdbeweging. 17,9 procent van de Marokkanen sport onder Vlamingen, tegenover 8,4 procent van de Turken. Bovendien voelen Marokkanen zich meer 'Belg' dan Turken: 40procent van de Marokkanen voelt zich (heel) sterk Belg, tegenover maar 22 procent van de Turken. En toch worden Marokkanen vaker met de nek aangekeken. Dat bleek toen de onderzoekers aan hun Turkse, Marokkaanse en autochtone respondenten vroegen hoe ze over de andere etnische groepen dachten. Zowel autochtonen als Turken hielden er een overwegend negatief beeld van de Marokkanen op na. Ze schreven ze eigenschappen als 'oneerlijk' en 'onverdraagzaam' toe. Turken werden vaker 'vriendelijk' en 'hulpvaardig' genoemd. Ook zeiden Marokkanen vaker dan Turken dat ze de afgelopen twaalf maanden minstens één keer gediscrimineerd werden (50 tegenover 36 procent). Gek genoeg hadden Marokkanen wel een positief beeld van Turken én van autochtonen. Hoe verklaren de onderzoekers de integratieparadox? Ze reiken een aantal hypothesen aan. Ten eerste zijn Marokkanen gemiddeld lager geschoold dan Turken. Jobs voor ongeschoolde arbeiders zijn schaars. Zien ongeschoolde autochtonen Marokkanen daarom als een grotere bedreiging? Ten tweede leven in Limburg, waar het onderzoek werd gevoerd, meer Turken dan Marokkanen, Limburgers maken vaker een praatje met ze en leren ze op een positieve manier kennen. Marokkanen zijn religieuzer. Ze leven de islamitische voorschriften (ramadan, alcoholverbod) stipter na dan Turken en hebben minder begrip voor een hoofddoekenverbod. Een hoofddoek is een zichtbaar symbool van religiositeit; na 11 september 2001 nemen meer en meer mensen daar aanstoot aan. Zijn Marokkanen daarom kwetsbaarder voor negatieve stereotypering? Ten slotte wijzen de onderzoekers erop dat Marokkanen vaker bij overlast en criminaliteit betrokken zijn. Zeker sinds de opgang van Vlaams Belang hebben de media daar belangstelling voor, wat mee het negatieve imago van Marokkanen kan verklaren. Voorbij wij en zij? De sociaal-culturele afstand tussen autochtonen en allochtonen tegen de meetlat. Maarten Van Craen, Kris Vancluysen en Johan Ackaert. Uitgeverij Vanden Broele. www.uhasselt.be/integratieparadox DS, 24-10-2007 (Ilse Degryse)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |