Midden-Oosten op rand van oorlog

Twee dagen na de ontvoering van twee Israëlische soldaten en de dood van acht andere in het grensgebied met Libanon, lijkt de chaos in de regio compleet. Israël gaat vandaag door met de totale blokkade van zijn buurland en bombardeerde vanochtend voor de tweede dag op rij de internationale luchthaven van het land. Ook een belangrijke autosnelweg en een elektriciteitscentrale werden opnieuw onder vuur genomen. President Bush belooft politieke druk uit te oefenen op Israël.

De blokkade begon gisterenochtend. De Israëlische marine is de territoriale wateren van Libanon binnengevaren om de toegang tot de havens van het land te verhinderen. Ook de luchthaven van de hoofdstad Beirut, de enige in Libanon van waaruit internationale vluchten vertrekken, moest gesloten worden nadat Israëlische gevechtsvliegtuigen de startbaan onklaar gemaakt hadden. Vanochtend waren opnieuw raketinslagen te horen op de Rafic Hariri Airport in het zuiden van de stad.

De Hezbollah onder vuur

Na zonsondergang gisteren werd de belangrijke snelweg tussen Beirut en de Syrische hoofdstad Damaskus en een elektriciteitscentrale aangevallen. Ook die doelwitten werden vanochtend opnieuw gebombardeerd.

Voor het eerst waren er ook aanvallen in het oosten van Libanon, nabij de Syrische grens. Israël schakelde er een basis van het FPLP-CG, het pro-Syrische Palestijnse Volksfront voor de Bevrijding van Palestina en Hezbollah-stellingen vlakbij de stad Hermel uit.

Toch lijkt Israël zich vandaag vooral te concentreren op enkele bolwerken van de Hezbollah, de radicale beweging die verantwoordelijk is voor de ontvoering van twee Israëlische soldaten en de dood van acht andere op woensdag. Een zuidelijke voorstad van Beirut werd onder vuur genomen, bruggen en verbindingswegen zijn vernietigd en er is sprake van branden in de regio. Volgens verschillende bronnen vielen er sinds de start van het conflict een zestigtal doden en meer dan 100 gewonden aan Libanese kant. Ondertussen viel Israël ook wegen en gebouwen in de Gazastrook aan.

Aanval op Haifa

Het conflict begon gisteren te escaleren toen de Hezbollah met tientallen raketten dorpen en steden in het noorden van Israël bestookte. Twee van die raketten bereikten gisterenavond Haifa, een Israëlische havenstad 30 kilometer ten zuiden van de grens en de derde grootste stad van het land. De Hezbollah had eerder op de dag al laten verstaan Haifa als een doelwit te beschouwen. Een anoniem woordvoerder van Hezbollah ontkende kort na het bekend worden van het nieuws echter dat het Islamitisch Verzet (de gewapende tak van Hezbollah) verantwoordelijk is voor de raketten. Er werd geen schade of slachtoffers gemeld.

De raketaanval was wel een primeur: nooit eerder werd een stad zo ver van de grens met Libanon door raketten bestookt.

Rekeningen vereffenen

Ondertussen voert Israël ook de oorlog met woorden verder op. Op de staatsradio dreigde minister van Binnenlandse Zaken Ron Bar-On ermee de leider van de Libanese Hezbollah, Hassan Nasrallah, om te brengen. Volgens de minister heeft Nasrallah "zijn eigen lot bepaald". "Op het gepaste moment zullen wij onze rekeningen vereffenen", aldus Ron Bar-On.

Minister van Justitie Haïm Ramon van zijn kant, verklaarde op de legerradio dat Israël tegen de Hezbollah zal strijden met dezelfde middelen als die de Amerikanen "gebruiken tegen Osama bin Laden" en de Russen "tegen de Tsjetsjeense terroristen".

Druk op Israël

De Libanese eerste minister Foead Saniora benadrukte ondertussen in een mededeling dat de Amerikaanse president Bush hem beloofd heeft druk uit te oefenen op Israël. "De president heeft me bevestigd dat hij druk wil uitoefenen op Israël om de schade in Libanon ten gevolge van deze militaire actie te beperken en de burgers voor onheil te beschermen," zo schreef Saniora in de mededeling.

Bush ging echter niet in op de vraag van Saniora's kabinet om Israël tot een staak-het-vuren te bewegen. De VS stelden gisteren ook hun veto tegen een resolutievoorstel van de VN dat opriep om de Israëlische militaire actie in de Gazastrook stop te zetten.

"Het veto is een aanmoediging tot de escalatie van het Israëlische geweld", verklaarde een ontgoochelde Palestijns president Mahmoed Abbas.

Het door Qatar ingediende voorstel beschuldigt Israël ervan "buitenproportioneel geweld" te gebruiken en riep ook op om de op 25 juni ontvoerde Israëlische soldaat vrij te laten. Tien landen stemden voor, vier onthielden zich, één land (VS) stemde tegen.
(Belga / Eigen berichtgeving 14:02)

De Morgen online,14 juli 2006