#1
|
||||
|
||||
Langer jong en eerder oud
Langer jong en eerder oud
Het hele ouderendebat is gebaseerd op verkeerde aannames. Dat stelt filosoof Jan Baars. ,,De kalenderleeftijd zegt helemaal niets over een persoon.” Niets maakt zo oud als de ijver om jong te blijven, vond Seneca en vele eeuwen later is filosoof Jan Baars het hartgrondig met hem eens. ,,Hoe meer je meedoet met de cultus van jong zijn en jong blijven”, zegt hij, ,,hoe verschrikkelijker je het vindt om ouder te worden. Je accepteert dan niet dat je deel bent van de natuur. Dat maakt sommige ouderen ook wat tragisch: ze stralen uit dat ze jong willen blijven maar dat het – uiteraard – niet lukt.” ’Het nieuwe ouder worden’ heet het boek van prof. Baars. Hierin signaleert hij deze wat pijnlijke paradox: we worden gemiddeld steeds ouder, maar we willen steeds liever – en langer – jong blijven. In 1960 hadden mannelijke 65-plussers nog 13,9 jaar te gaan, anno 2003 was dat 15,4 jaar. De levensverwachting van 65 plus-vrouwen steeg in die vier decennia zelfs met bijna vier jaar: naar 84 jaar. Maar oud worden, góed oud worden, en hoe je dat doet, en wat daarvoor nodig is – daarover gaat het in het publieke debat maar weinig. Over belangrijke begrippen als wijsheid en levenservaring wordt heel wat minder gesproken en geschreven dan over botox en viagra. Baars schreef zijn boek omdat hij zich al jaren verbaast over hoe wij in het Westen omgaan met de vergrijzing. Op deze ingrijpende demografische verandering wordt verkrampt en paradoxaal gereageerd, vindt hij. In ’Het nieuwe ouder worden’ signaleert hij als tweede paradox dat we steeds eerder tot de ’ouderen’ worden gerekend – nu al vanaf 50, 55 jaar. De hoogleraar wijsbegeerte, zelf 58, stelt het scherp: het nieuwe ouder worden houdt in dat mensen steeds jonger worden ’uitgedreven’ van de arbeidsmarkt en daarmee van de samenleving. ,,Dat duidt op een groot probleem dat onze cultuur heeft met ouder worden, of eigenlijk met onbeheersbaarheid.” Want leven, zegt hij, is óók: de onbeheersbaarheid onder ogen zien. ,,Leven wordt spannender naarmate je ouder wordt, omdat je kwetsbaarheid toeneemt. Een samenleving die dat niet wil erkennen, zoals de onze, gaat het leven proberen te beheersen met ’modellen’. Daarbij heeft chronologische leeftijd een veel te belangrijke rol gekregen.” Het ouderendebat in Nederland, zegt Baars spijtig, gaat helemaal uit van chronologische leeftijd, of ’kalenderleeftijd’. ,,Daarin wordt de categorie 55-plus, of 65-plus, afgezet tegen andere categorieën. Maar wie doet alsof chronologische leeftijd iets zegt, begaat een grote fout. Dat blijkt uit allerlei onderzoek, en ook uit de dagelijkse ervaring. Mensen die 85 zijn, verschillen enorm van elkaar, net zoals mensen van 45. Ouder worden loopt niet synchroon met de kalenderleeftijd.” Volgens Baars is ons ouderendebat op de verkeerde aanname gebaseerd, net als onderzoeken naar ouder worden. ,,Daarin worden bijvoorbeeld groepen mensen boven de 65 bestudeerd, en daar begint het probleem al. Want de verschillen tussen de ouderen in die onderzoeken zijn enorm, en hangen helemaal niet samen met leeftijd. Van veel groter gewicht zijn bijvoorbeeld sekse, opleidingsniveau en sociaal economische status. Ook in Nederland is er vijftien jaar verschil in gezonde levensverwachting tussen mensen met een hoog inkomen en mensen met een laag inkomen. Dat is een gigantisch verschil dat niets met leeftijd te maken heeft.” ,,Het hele begrip leeftijd is zeer problematisch, terwijl in het publieke debat altijd wordt gedaan of leeftijd iets zegt. Maar voor wie zegt dat iets? Alleen voor beleidsmakers, en dan met name degenen die over het geld gaan.” Hij trekt een beetje een vies gezicht en zegt: ,,Budgethouders. Die kunnen met behulp van leeftijdsgroepen snel berekenen wat beleidsmaatregelen kosten. Daarbij worden mensen die sterk verschillend zijn, op één hoop gegooid. Zo lezen we over 55-plussers dat ze bepaalde dingen graag willen, of niet meer kunnen*. Dat is de helft van alle volwassenen in Nederland! Het is absurd om daar één grote hoop van te maken, en dat geldt net zo goed voor 85-plussers. Je kunt op die groep wel statistiek loslaten, maar dat is alleen interessant voor mensen die grootschalige voorzieningen willen plannen.” Terwijl we tegenwoordig al bij 50, 55 jaar tot de ouderen gerekend worden, halen we vaak wel de 85 of 90. Zo langzamerhand zijn we dus een enorm deel van ons volwassen leven ’oud’. ,,Het schuift steeds verder naar voren”, signaleert Baars. ,,De FNV heeft een paar jaar geleden een nota uitgebracht over ’prettig werken na je veertigste’. Bij veertig begint op de arbeidsmarkt je leeftijd al te tellen. Terwijl allerlei onderzoek uitwijst dat leeftijd voor je functioneren niet van belang is.” Dit wil echter niet doordringen. ,,Neem een bedrijf waar mensen moeten afvloeien. Zo’n proces gaat altijd samen met ideeën over ouderen. Het algemene idee is dat zij aftakelen en minder goed functioneren. Ten eerste slaat dat nergens op, ten tweede is het voor de mensen die het betreft een pijnlijke boodschap. Ze worden buitengesloten van werk, van activiteiten die ze interessant vinden, zelfs van de normaliteit. Ten derde komen zij heel negatief te staan tegenover hun eigen gezondheid, wat de problemen in de gezondheidszorg vergroot.” In 1986 begon Baars als socioloog en filosoof met de bestudering van ouderen. ,,Tot eind jaren zeventig gingen mensen met pensioen als ze 65 waren en heetten zij daarna ’ouden van dagen’ of bejaarden. In de jaren tachtig werden de vakbonden overtuigd dat ouderen moesten plaatsmaken om jongeren meer werk te kunnen bieden. Werknemers van 50, 55 gingen afvloeien en de term ’oudere’ schoof toen mee naar díe leeftijdscategorie. Dit is helemaal overgenomen in onze cultuur, terwijl er een puur economisch mechanisme aan ten grondslag ligt.” We zijn steeds vroeger oud, maar we blijven tegelijk steeds langer jong. De jeugdperiode is in onze samenleving zo verlengd dat we ’jong’ mogen zijn tot ons dertigste, ons niet hoeven te settelen, nog niet aan kinderen denken. Door deze verschuivingen komt de periode van 30 tot 45 jaar sterk onder druk te staan, zegt Baars verontrust. ,,Er rest nog maar een heel korte fase waarin van alles moet gebeuren. Kinderen krijgen, carričre maken, je pensioen verdienen: het moet allemaal in vijftien, twintig jaar. Want als je tegen de 50 loopt, wordt het al hachelijk. Door de vele reorganisaties zijn allerlei banen heel onberekenbaar geworden – met name voor de mensen die als ouder te boek staan. Modieuze beleidsideeën over ’slagvaardigheid’, ’de concurrentie aangaan’, ’Het oude Europa tegenover China’ geven aanleiding tot doembeelden die mede als gevolg hebben dat ouderen worden uitgedreven.” Waar het woord ’uitdrijven’ meer bij de duivel lijkt te passen, gebruikt Baars dat hier doelbewust. ,,Het is toch voor iedereen waarneembaar dat mensen boven de 50 jaar niet meer helemaal meetellen? De culturele trend is dat jong-zijn wordt verheerlijkt. Er is ook geen echt concept van goed ouder-worden. Er is een concept van jong-blijven. Mensen die je interviewt over ouder worden, zeggen dat ook: ik moet bezig blijven, ik moet actief blijven. Dát wordt gepropageerd.” Ouderen, stelt hij wat cynisch, worden geacht actief, fit en jong te blijven maar wel in hun eigen hokje. ,,Je wordt uitgedreven, en daarna word je geactiveerd. Er zijn speciale professionals die ouderen bezighouden. ’Activiteitenbegeleiders’. In Florida, waar ik veel onderzoek heb gedaan, zie je hoe ouderen voortdurend worden gestimuleerd om mee te doen aan speciale ouderenprogramma’s.” Inmiddels is er weer een tendens dat mensen langer mogen, of moeten doorwerken. Maar daar is Baars niet van onder de indruk. ,,Dat zie je alleen op plekken die niet echt gewaardeerd worden. De positie van de oudere werknemer blijft negatief geladen. In bedrijven waar werknemers voortdurend bijgeschoold worden, mogen mensen op z’n laatst nog rond hun vijftigste scholing genieten. Want bijscholing moet renderen. Een van de meest verontrustende voorstellen van Wouter Bos luidt dat levensloopfaciliteiten voor bijscholing alleen mogen worden gebruikt door mensen jonger dan 55. In hen wordt daarna niet meer geďnvesteerd, dus komen ze op plekken te zitten die niet interessant zijn – en móeten ze uiteindelijk wel eerder uittreden omdat hun kennis verouderd raakt.” Wat Baars zou willen, zegt hij, is dat mensen met elkaar samenleven zonder zo kunstmatig op leeftijd te letten. ,,Ik heb hierover wel eens gedebatteerd in Den Haag, laatst nog met de voorzitter van de Tweede-Kamercommissie voor het ouderenbeleid. Dan is men het met mij eens, maar uiteindelijk zegt men toch: we kunnen er niets aan doen, door de globalisering moeten allerlei regelingen efficiënter en overzichtelijker worden. Dat is een smoesje dat je tegenwoordig veel hoort.” Al dat regelen, al dat plannen, meent de filosoof, komt voort uit de drang om het leven – wat hachelijk, riskant en opwindend is – beheersbaar te maken. Wat natuurlijk een mythe is. Maar men probeert het toch. ,,Bij ouderen weet je dat het slecht afloopt, alleen weet je niet wanneer. Daarom worden zij liefst buiten beeld gehouden. Het echte leven is: jong zijn. Want jong betekent onkwetsbaar, dus flink belastbaar, dus moet alles in die korte leeftijdsfase tussen 30 en 45 gepropt worden. Als mensen daardoor uiteindelijk overbelast raken, wordt dat nota bene geweten aan hun ’gevorderde’ leeftijd. Deze situatie leidt voor alle leeftijdscategorieën tot problemen.” Naast een politiek debat hierover mist hij een maatschappelijk debat. Over ’goed oud worden’. Ouderen die dat kunnen, weten om te gaan met hun toenemende ervaringsrijkdom én hun toenemende kwetsbaarheid, denkt Baars. ,,Die groeiende kwetsbaarheid moet je niet verdringen. Zelfs al blijf je gezond tot je honderdste, dan nog zul je meemaken dat familieleden, kinderen, vrienden overlijden. Dat maakt je kwetsbaar en dat moet je onder ogen zien. Alleen gaat het daar al zo vaak over, maar dan gereduceerd tot ouderdomskwalen. De ervaringsrijkdom – daar gaat het veel minder over. Die betekent dat je moet nadenken wat je met je leven wilt, hoe je hebt geleefd, wat je ervan wilt doorgeven. We zijn eindig, onze lichamen zijn eindig. De illusie van de jongerencultuur is dat je lichaam perfect moet zijn, want dan komt er ook een perfecte relatie. En na een perfecte opleiding weet je zeker dat je een perfecte baan krijgt en perfect gelukkig wordt. Nee, mijn boodschap is: we leven in eindige situaties. Onze verbintenissen met anderen zijn eindig en niet perfect, zoals alles wat we aangaan. Daar ligt juist de waarde van het leven.” Trouw, 26-05-2006
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |