|
Bekijk Resultaten Peiling: Moet een christen vegetariër zijn? | |||
Neen | 48 | 92.31% | |
Ja | 4 | 7.69% | |
Stemmers: 52. U mag niet stemmen in deze peiling |
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Moet een christen vegetariër zijn?
’Een christen hoort vegetariër te zijn’
De maatschappij moet compleet anders met dieren omgaan, vindt Oxford-professor en anglicaans priester Andrew Linzey. Kerken kunnen een deel van de oplossing zijn, denkt hij, „maar ze zijn óók deel van het probleem". ’Vroeger was ik een jonge, boze man die zich voor dieren inzette. Tegenwoordig ben ik een angry old man, een oude boze man die zich voor dieren inzet. Er is niet zo veel veranderd”, zegt de anglicaanse priester Andrew Linzey. Een weeklang bereist de hoogleraar theologie België en Nederland. Zijn onderwerp: de verhouding tussen theologie en dieren. Oxfordprofessor Linzey, die ook aan universiteiten in Birmingham en Chicago (VS) doceert, heeft er al meer dan vijftig boeken over geschreven. Zijn boodschap is al dertig jaar dezelfde: de maatschappij moet compleet anders met dieren omgaan. Een paradigmawisseling is nodig, zegt Linzey. De maatschappij verkeert in een overgangssituatie, stelt Linzey. „De westerse wereld heeft eeuwenlang dieren als dingen beschouwd, als gereedschappen, machines, die je naar believen kon gebruiken.” „Met pijn en moeite komen we erachter, dat dat niet deugt. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat, om eens wat te noemen, dieren gevoel hebben, pijn kunnen ervaren. Daarbij komt dat we zijn gaan nadenken over wat we eten. Die paradigmawisseling is dus al aan de gang. Onze taak is om dat proces te versnellen”, zegt de theoloog. Linzey haalt er een actueel voorbeeld bij om de stand van zaken te schetsen: de vogelgriep. „We weten dat bio-industrie snelle verspreiding van ziekten veroorzaakt. We weten ook dat de industriële manier waarop we die dieren houden, de levensstandaard helemaal niet bevordert, maar eerder in gevaar brengt. Daar zijn we wel achtergekomen door de uitbraken van gekke-koeienziekte, varkenspest, mond-en-klauwzeer. Mij verbaast het niet, zulke epidemieën. De balans tussen mens en dier is verstoord.” Linzey put bij de dierenkwestie moed uit de manier waarop we tegenwoordig met kinderen omgaan. Dat is ook een heuse paradigmawisseling. In de christelijke traditie, zegt Linzey, was het kind in vroeger tijden het bezit van de ouders; kinderen mocht je heel vanzelfsprekend slaan, ze lichamelijk tuchtigen, ze voor je laten werken. „Maar we zijn gaan inzien dat kinderen een aparte morele status nodig hebben. Ze zijn onschuldig, kwetsbaar en ze kunnen hun wensen maar moeilijk uiten. Pas sinds 1989 hebben kinderen hun eigen VN-verdrag met kinderrechten.” Dat heeft erg lang geduurd, vindt Linzey. „Goede ideeën gaan decennialang mee. Helaas, slechte ook.” Als het aan hem ligt, krijgen dieren óók rechten. Wat kunnen kerken daarbij betekenen? Linzey, zelf priester, is niet onverdeeld optimistisch. Kerken kunnen een deel van de oplossing zijn, zegt hij, maar ze zijn óók deel van het probleem. „Het christendom heeft blinde vlekken bij ettelijke maatschappelijke kwesties. Neem de man-vrouwverhouding. De kerk heeft eeuwen van harte gesteund dat de vrouw aan de man ondergeschikt moest zijn. Dat dieren minderwaardige schepselen waren. Dat homoseksuelen onderdrukt dienden te worden. De theologie voorzag dat van de broodnodige argumenten.” „Je hoort nog steeds het argument dat Jezus weinig heeft gezegd over kinderen, vrouwen en dieren. Maar hij heeft zich toch voor armen ingezet, voor de zwakkeren, de buitenstaanders? Ik vind dat de begrippen die daaraan ten grondslag liggen, zoals ruimhartigheid, gemeenschapszin en hulpvaardigheid, onze ethische richtsnoeren moeten zijn.” Ja, ook bij de omgang met dieren. Natuurlijk, erkent Linzey, mensen worden niet van de ene dag op de andere vegetariër. „Maar geweld begint bij je vork. Steek je die vork in een varken of een schaap, dan maak je je op dat moment schuldig aan het misbruik van dieren.” En wie een bontje draagt, zoals de Nederlandse koningin Beatrix, „helpt de eeuwige kringloop van het bonthandel-misbruik in stand te houden. Vegetarisme is de beste morele keus voor een christen”, zegt Linzey. Die vleesloosheid valt niet altijd mee, geeft Linzey toe. Veertig jaar geleden werd hij uit theologische overtuiging vegetariër, maar hij kon toen in restaurants nauwelijks terecht: op de menukaart stond niet één vleesloos gerecht. Linzey is geen man van grote stappen, hij kiest voor de tactiek van de kleine stapjes. Hij lobbyt, schrijft artikelen, zoals onlangs tegen de zeehondenjacht, stuurt bisschoppen open brieven over de ’ethiek van de jacht’. En hij komt op voor minderheden, zoals in zijn boek ’Gays and the Future of Anglicanism’ (homo’s en de toekomst van het anglicanisme), waarin hij de wereldwijd omstreden wijding van de anglicaanse homobisschop Gene Robinson verdedigt. Zijn tournee door Nederland heeft een praktisch doel: pleiten voor een verbod op de import van zeehondenbont. „Dat zou driehonderdduizend dierenlevens redden.” Andrew Linzey: www.godandanimals.com Trouw, 09-03-2006
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |