#1
|
||||
|
||||
Geluk vinden in de duisternis
Geluk vinden in de duisternis
Je kunt het geluk vinden aan een zonnig strand, maar vreemd genoeg ook op plekken als Auschwitz of Phnom Penh. Duister toerisme laat ons het donkere in de mens ervaren, waardoor we anders naar het leven kijken. De donkerste ‘vakantie*bestemming’ ter wereld is misschien wel Choeung Ek, een genocidemuseum in Cambodja waar je over de killing fields loopt. Voor je dat doet, heb je al honderden foto’s van verdwenen mensen gezien en amateuristische schilderijen die tonen hoe gevangenen in de jaren 70 door de Rode Khmer tegen een gloeiend hete radiator of in prikkeldraad werden vastgesnoerd. Buiten krijgt de horror pas echt gestalte. Het regende toen ik er was. Er stond een toren vol schedels. En er was die glazen kist in de ‘tuin’ waarin menselijke nagels, haren en botten samengebracht waren. Wie ook maar een beetje aandachtig naar de grond keek waarover hij liep, wist meteen waar die, na elke regenbui, vandaan kwamen. Choeung Ek is een toeristische *attractie, zoals het naziconcentratiekamp Auschwitz in Polen dat jaarlijks voor anderhalf miljoen mensen is, en het Robbeneiland (waar Nelson Mandela gevangenzat) 220.000 mensen per jaar lokt. Onze eigen Westhoek, slagveld bij de gruwelijke Grote Oorlog, verwelkomt zelfs bezoekers uit Canada en Nieuw-Zeeland. Al die kerkhoven, slagvelden, *concentratiekampen, martelkamers, oorlogsmusea en Body Worlds (of Körperwelten) worden ‘duister toerisme’ genoemd. Als je ze bezoekt, dan behoor je tot de ‘thanatoeristen’. Maar het gaat uiteraard niet om die termen, wel om de ervaring die ze uitdrukken. Gespietste Amerikanen Jeroen Nawijn onderzoekt aan de NHTV-universiteit van Breda de *geluksbeleving van toeristen en de verwachtingen die reizigers vooraf hebben. ‘Mensen worden gelukkiger wanneer ze andere dingen doen, de omstandigheden in hun leven kunnen veranderen, of hun kijk op de dingen kunnen aanpassen. Duister toerisme valt in die derde groep. Nadien kijk je anders naar het leven.’ Cambodja heeft hij bezocht, net als het tunnelcomplex van Cu Chi, bij Ho Chi Minhstad (Vietnam), waar ze toeristen demonstreren hoe Amerikanen gespietst werden met bamboepunten. Maar ook de honderden gemummificeerde lijken in de Catacombe dei Cappuccini, in Palermo (Sicilië) vond hij confronterend. ‘Mensen willen het échte zien’, legt hij uit. ‘Ze kunnen boeken lezen over Auschwitz en films bekijken, maar een verhaal ter plekke persoonlijk ervaren maakt het een stuk intenser. Wie daarenboven een band heeft met een plek, ervaart het bezoek als een therapie. Uit ons onderzoek naar de Holocaust blijkt dat mensen bij een bezoek zelfs vooraf al denken dat ze emoties heviger zullen voelen.’ Wie zich identificeert met de daders, verwacht negatieve emoties (boosheid, angst), zegt Nawijn. Wie veeleer kijkt vanuit de slachtoffers, heeft positieve verwachtingen (fascinatie, liefde, trots, compassie). Met andere woorden, de empathie wordt vooraf opgeladen door de mate van betrokkenheid bij de doden. Ook hoe iemand zo’n bezoek ter plekke ervaart, hangt in belangrijke mate af van zijn perspectief. Eenzelfde museum maakt sommigen blij en anderen wanhopig. Ik zag het gebeuren in het grote War Remnants Museum in Ho Chi Minhstad, het vroeger Saigon. De duizenden foto’s tonen de veelal buitenlandse bezoekers met nationalistische trots hoe ongenadig de vijand toen aangepakt werd. Voor sommige Amerikaanse bezoekers was de confrontatie zo erg dat ze huilend wegliepen. Alternatief voor God Duister toerisme is niet nieuw. Gladiatorengevechten in de oudheid en publieke terechtstellingen in de middeleeuwen waren ook publiekstrekkers. Maar de belangstelling lijkt onderhevig aan maatschappelijke tendensen. ‘Er bestond bijvoorbeeld lange tijd een taboe op de Tweede Wereldoorlog’, zegt Nawijn. ‘We wilden dat allemaal zo snel mogelijk vergeten. Pas in de jaren 90 is die aandacht voor het thema teruggekeerd. Er is vandaag meer belangstelling voor betekenisgeving.’ De onderzoeker John Lennon wees in 1995 al op het belang van goede marketing en communicatie, maar de reden voor de heroplevende belangstelling zit dieper, denkt Nawijn. ‘Het geloof in God is getaand, we zoeken elders naar zingeving. We doen aan yoga, zijn bezig met mindfulness, we willen weten wat we aan moeten met ons leven, en hoe goed en kwaad zich verhouden. Het beoefenen van yoga en het bezoeken van een concentratiekamp: dat heeft, denk ik, eenzelfde impact, weliswaar op andere mensen.’ Hocus pocus Kampen, kerkhoven en kelders zijn een sociaal geaccepteerde vorm om met de dood om te gaan, zeggen de onderzoekers Richard Sharpley en Philip Stone in The darker side of travel. Kan duister toerisme ons dan beter maken? ‘Er is zeker een moreel effect’, denkt Nawijn. ‘Wanneer er een duidelijke identificatie is met de plaats of de persoon, en die plaats ons confronteert met de dood. Daarvoor is vooral een grote mate van authenticiteit nodig. Écht maakt het meest indruk.’ Hoe de bezoeker dus te benaderen? In Auschwitz gebeurt dat koel, direct, haast klinisch. In musea zoals In Flanders Fields en het Holocaustmuseum (Berlijn) krijgt de bezoeker een eigen ingang in het verhaal – hij of zij kan die soms zelf kiezen. Zo willen musea de betrokkenheid vergroten. Hoe meer iemand openstaat voor het vertelde verhaal, hoe groter de kans dat hij of zij er nadien anders tegen aankijkt. Nawijn twijfelt. ‘Veel van de voorstellingen staan te ver van de bezoeker af en hebben geen impact op hun handelen. Daarom is het belangrijk hoe de bezoeker aangesproken wordt. In Sachsenhausen, waar er *alleen een open vlakte, barakken en een klein museum te zien zijn, werd het verhaal me doorgegeven door een gids, een vrijwilliger. Drie uur lang. Dat raakte me. Ik heb Choeung Ek ook gezien, met een gids die erg open was over de oorlog van de Khmer. Zoiets blijft me altijd bij.’ De gedenkplekken zijn zich steeds beter bewust van de impact van hun aanpak, maar ze weten niet altijd goed wat dan te doen, vindt hij. ‘Vroeger kwam het neer op het doorgeven van kennis, nu wordt de bezoeker in een verhaal ondergedompeld. Hoeveel effect heeft die audiovisuele hocus pocus? Ik vraag me af of die moderne aankleding altijd nood*zakelijk is om binnen te komen bij de mensen. Mijn diepste herinnering is het zicht op een kinderlijkje in Palermo. Direct en confronterend.’ DS, 25-07-2018 (Peter Vantyghem) |