actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > Thomas More Kempen > Onderwijs > Onderwijsvisie
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

 
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 9th March 2018, 10:18
Hannah.W*llems Hannah.W*llems is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Sep 2016
Locatie: Lille
Posts: 52
'Wordt 'de opwaardering' van het technisch en beroepsonderwijs een degradatie?'

'De hervormingsplannen voor het secundair onderwijs bevatten nog minstens twee pijnpunten', schrijven Johan Lievens, Jonas Vernimmen en Kurt Willems van het Leuven Centre for Public Law (KU Leuven). 'De unieke status van het aso wordt er net door bevestigd en een beperking van de toegang tot hoger onderwijs ligt op de loer.'

Deze week boog de Commissie Onderwijs zich over de langverwachte hervorming - inmiddels omgedoopt tot 'modernisering' - van het secundair onderwijs. Hoewel de oorspronkelijke voorstellen danig zijn afgezwakt, is minstens één element uit het eerdere Masterplan Secundair Onderwijs behouden gebleven: de invoering van een matrix voor het secundair onderwijs. Die biedt een overzichtelijke structuur waarin alle richtingen van het secundair onderwijs passen.

Een richting komt in één van de drie kolommen afhankelijk van zijn finaliteit: voorbereiden op verdere studies (doorstroom), dubbele finaliteit, of arbeidsmarktgerichtheid. Daarnaast zijn er acht rijen met studiedomeinen, waarin elke richting op basis van inhoudelijke focus wordt geplaatst: van 'taal en cultuur' tot 'voeding en horeca'.

Deze matrix moet een aantal verbeteringen realiseren. Eén, het aanbod van studierichtingen zou er transparanter door worden. Twee, de matrix, in het bijzonder de invoering van het domein STEM (science, technology, engineering, mathematics), laat een opwaardering van technische en beroepsvoorbreeidende richtingen toe. Drie, leerlingen zouden hun studiekeuze voortaan op talenten en interesses baseren - door de keuze tussen acht domeinen - in plaats van op de vraag 'of ze een bepaalde richting wel aankunnen'.

En vier, er kunnen 'domeinscholen' komen, scholen die verschillende richtingen uit één domein aanbieden, waardoor de metser en architect van de toekomst elkaar niet pas op de werf voor het eerst tegenkomen, maar reeds op school leren samenwerken. Die 'domeinscholen' kunnen ook veel gerichter investeren, waardoor een machine niet alleen door de leerlingen [...], maar ook door die van wiskunde-wetenschappen kan worden gebruikt.

Status

In het licht van deze doelstellingen verrast de concrete invulling van de matrix. In het bijzonder zijn vragen te stellen over de verschillende status van de aso-richtingen in vergelijking met de tso-, bso- en kso-richtingen. Die laatste richtingen komen telkens slechts in één domein voor, bv. 'STEM', 'Taal en cultuur' of 'Kunst en creatie'. Daarin verschillen ze van de aso-richtingen, die als 'domeinoverschrijdend' worden gekwalificeerd en in àlle inhoudelijke domeinen zijn geplaatst. Tijdens de parlementaire bespreking van een eerdere versie van de matrix liet een parlementslid van de meerderheid zich al ontvallen dat die bijzondere status voor het aso verantwoord was. Wie afstudeert in een aso-richting met bv. Latijn zou immers een hogere slaagkans in het hoger onderwijs hebben, niet alleen in taalrichtingen, maar ook in bv. toegepaste economische wetenschappen.

De indeling in de matrix (en de bijzondere status van het aso) hangt dus voor sommigen samen met slaagkansen in het hoger onderwijs. Dat is opvallend: de onderverdeling van studierichtingen in domeinen steunde aanvankelijk immers louter op inhoudelijke samenhang; en niet op slaagkansen in het hoger onderwijs.

Dat leidt volgens ons tot twee kritische bedenkingen.

Ten eerste, rijst de vraag of de aanpak van het aso wel te rijmen is met de opwaardering van het technisch en beroepsonderwijs. Waarom zou de richtingen 'Grieks-Latijn' of 'humane wetenschappen' de indeling in inhoudelijke domeinen moeten overstijgen, terwijl ze perfect in de domeinen 'taal en cultuur' en 'zorg en welzijn' kunnen worden ingepast?

Ten tweede, rijst de vraag of hier een hervorming van de toegang tot het hoger onderwijs mee in de steigers wordt gezet. Ook door de oppositie is opgeworpen dat dit past in een bredere tendens waarbij de toegang tot het hoger onderwijs wordt beperkt. Die vrees lijkt steun te vinden in het antwoord dat de regering gaf op vragen van de Raad van State over de hervorming van het secundair onderwijs, namelijk 'dat de toegang tot het hoger onderwijs op de modernisering van het secundair onderwijs zal worden afgestemd'.

Aldus zou de modernisering van het secundair onderwijs zet de deur open voor een veel selectiever hoger onderwijs, zo liet Joris Vandenbroucke (SP.A) eerder optekenen in de media. Het is niet moeilijk in te zien dat de toegang tot het hoger onderwijs kan worden beperkt tot studenten uit het 'juiste' vooropleidingsdomein; waarbij aso-studierichtingen als domeinoverschrijdend toegang geven tot het gehele hoger onderwijs. Voor tso-richtingen kunnen dan toelatingsproeven of inloop-jaren worden georganiseerd, voor wie in een ander domein wil verder studeren. Hoewel het nog niet zover is, bevat het ontwerp van de regering dus wel een aantal signalen in die richting.

De beperking van toegang tot het hoger onderwijs is evenwel een oefening die de overheid niet lichtzinnig mag maken. Er bestaat immers een (mensen)recht op onderwijs, dat niet verdwijnt eens iemand de leeftijd van 18 jaar bereikt heeft. België heeft zich er internationaal toe verbonden om het recht op gelijke toegang tot hoger onderwijs na te streven. Het beperken van de toegang tot hoger onderwijs raakt aan dit grondrecht; en het beperken daarvan kan maar onder bepaalde voorwaarden (zo mogen o.a. de competenties van de studenten en de budgettaire realiteit in rekening worden gebracht). De regering dient uitgebreid te motiveren dat de beperking die ze voor ogen heeft aan deze voorwaarden voldoet. Het grondwettelijk legaliteitsbeginsel vereist bovendien dat die verantwoording gebeurt in een democratisch verkozen parlement, waardoor alle stemmen worden gehoord in het debat.

Zo'n debat kan dus niet in de marge gevoerd worden. Indien het daadwerkelijk de bedoeling zou zijn van deze (of een toekomstige) regering om de toegang tot hoger onderwijs te beperken, dan spelen er niet alleen juridische, maar ook maatschappelijke belangen. De beslissing wekt immers enkele fundamentele debatten terug tot leven, zoals de wenselijkheid van een democratisch hoger onderwijslandschap, de vraag naar de ongelijkheden die ons secundaire onderwijs bestendigt of voortbrengt en hoe het hoger onderwijs met die ongelijkheden moet omgaan. Evenzeer roept het vragen op over hoe we een kwaliteitsvol hoger onderwijsstelsel kunnen creëren dat rekening houdt met de budgettaire ruimte van de overheid en de draagkracht van de hoger onderwijsinstellingen. Kortom: indien de nieuwe structuur van het secundair onderwijs bepalend wordt voor de toekomstige toegankelijkheid van het hoger onderwijs, verdient ook dat een volwaardig debat.

Mening bij dit artikel:

De hervorming van het onderwijs om zo de tso-, bso-, aso- en kso-richtingen gelijk te stellen komt vanuit goede wil en structuur. Ik ondervond in mijn eigen studies vaak dat er neergekeken werd op tso-, kso- en vooral bso-richtingen en dat aso-richten steeds werden opgehemeld. Voor mij als tso-student was dit geen pretje, en dus ben ik zeer blij met een poging tot hervorming.
Gaat deze hervorming meteen perfect zijn? Neen. Dat is ook onmogelijk, maar door enkel vooral commentaar te leveren gebeurt er ook niets. De jongeren die in de nieuwe matrix terecht zullen komen zijn sowieso 'proefkonijnen' die hier hopelijk met een voordeel uitkomen. Ik ben er ook vrij zeker van dat er meerdere aanpassingen zullen komen aan deze matrix om alles binnen onderwijs en studiekeuzes op punt te stellen. In het artikel werd ook aangehaald dat het hoger onderwijs hier aan vast hangt wat een logische redenering is. Volgens mij heeft de overheid hier nog niet voldoende bij stilgestaan, maar zoals ik eerder al zei, je moet iets proberen en het dan aanpassen naar een zo goed mogelijke versie en dat zal zo ook zijn met het hoger onderwijs. Een punt waar dit artikel geen rekening mee hield was dat de negatieve bijklank van tso, kso en bso bij de mensen zit ingebakken. Ook al kan er binnenkort een leerling zeggen dat hij of zij in een domeinschool zit, hij of zij zal nog steeds 'maar' een lasser, kapster of verkoper zijn. Naast een goeder hervorming binnen het onderwijs is er ook een hervorming nodig in de gedachtegang van de mensen zelf.

Bron: Knack.be
Link: http://www.knack.be/nieuws/belgie/w...ion-974543.html
Geraadpleegd op: 09 maart 2018, 09u14
Met citaat antwoorden
 


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 15:11.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.