|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
Kansarm, dus kansloos op de arbeidsmarkt
12% van de Vlaamse kinderen groeit op in kansarmoede. Velen van hen zullen zonder of met een laag diploma de arbeidsmarkt betreden, wat hun kansen om de spiraal van de generatiearmoede te doorbreken niet bepaald groter maakt. Is er niet iets grondig mis met het systeem?
Een ontstellende 1,7 miljoen mensen in dit land leven momenteel onder de Europese armoedegrens. Het spreekt voor zich dat kinderen die in armoede opgroeien serieus beperkt worden in hun ontwikkelingskansen. "Kansarmen hebben niet alleen chronische financiële problemen, maar lijden daarnaast ook bovengemiddeld aan een laag zelfbeeld, een wankele gezondheid, een afbrokkeling van de gezinsrelaties en de afwezigheid van een ondersteunend sociaal netwerk”, legt professor Ides Nicaise van het HIVA Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (KU Leuven) uit. “Het zijn vooral de laaggeschoolde en laaggeletterde ouders die moeite hebben om hun kinderen op een goede manier doorheen hun schoolloopbaan te begeleiden. Daarnaast zijn er nog steeds bijzonder veel leerkrachten die moeilijke leefomstandigheden en een bepaalde sociale achtergrond nogal gemakkelijk gelijkschakelen aan een laag IQ. Dat verklaart waarom kinderen uit kwetsbare gezinnen behoorlijk snel worden opgegeven. Ons onderwijs slaagt er onvoldoende in om hen echt kansen te bieden.” Watervalproblematiek Het gevolg van dat alles is dat nogal wat kansarmen de middelbare school zonder diploma verlaten en drop-outs worden. "De nakende hervorming van het secundair onderwijs gaat ook niet ver genoeg om dat ten gronde te kunnen veranderen", zegt Frederic Vanhauwaert, algemeen coördinator van het Netwerk Tegen Armoede. "De zogenaamde ‘watervalproblematiek’, waarbij kinderen in het ASO starten, om dan via het TSO finaal in het BSO te stranden, wordt nog steeds onvoldoende aangepakt. Nochtans zit daar de grootste knoop: die leerlingen verliezen gaandeweg al hun motivatie, omdat er steeds minder van hen verwacht wordt. Wat er dan wel moet gebeuren? Verbeter de opvolging door de scholen en de CLB's. Zorg voor een veel hechtere samenwerking tussen scholen, CLB’s en VDAB. Er worden nu wel al enkele pogingen ondernomen, zoals met het duale leren en een meer arbeidsgericht onderwijs, maar voorlopig volstaan die niet. Zeker in het BSO moet je de meest kwetsbare jongeren echt bij de hand nemen." Laaggeschoolde schoolverlater zkt dringend werk De Schoolverlaters editie 2017 van de VDAB bevestigt zwart op wit dat een lage scholingsgraad de positie op de arbeidsmarkt sterk bemoeilijkt. Vorig jaar waren er in Vlaanderen 71.810 schoolverlaters. Een jaar later stond nog 11% van hen (7.898 jongeren) ingeschreven als werkzoekend. Kijk wat dieper en je ziet de enorme verschillen in de scholingsgraad: bijna 1 op de 3 (30,6%) laaggeschoolden (zonder diploma secundair onderwijs) zat na een jaar zoeken nog altijd zonder job. Bij de middengeschoolden (met een diploma secundair onderwijs op zak) ging het bijvoorbeeld nog om 12,5% en bij de hooggeschoolden (met een diploma hoger onderwijs) om amper 4,8%. Wie bovendien de cijfers van de evolutie van laaggeschoolde schoolverlaters bekijkt, merkt op dat we het niet beter, maar slechter doen dan 5 jaar geleden. Bron: De Morgen Datum: 11/11/2017 Link: https://www.demorgen.be/economie/ka...markt-be86fb7e/ Eigen mening: Volgens mij staat de samenwerking tussen scholen en CLB toch wel vrij ver. Ik denk dat er genoeg stappen worden ondernomen om alle leerlingen voldoende leerkansen te bieden vanuit de school en de leerlingen voldoende te begeleiden vanuit het CLB. Nu denk ik wel dat scholen in de eerste plaats nog moeten wennen aan het M-decreet en zich ook nog niet volledig kunnen storten op dit probleem. We zijn ook zodanig in het M-decreet gesmeten dat het moeilijk wordt om onze aandacht nu bij iets anders te vestigen. En het doet ook geen goed om dat er nu ook bij te geven. Dan gaan de leerkrachten helemaal niet meer weten hoe ze les moeten geven en hoe ze dit moeten aanpakken. De grote veranderingen met het M-decreet en het voldoende en juist begeleiden van kansarme jongeren, dat vergt 1) ervaring en 2) tijd. Je kan dat niet ineens en dan ook nog eens volledig juist aanpakken. Zo lijkt het wel of ik tegen dit gegeven ben, maar dat is absoluut niet zo. Ik twijfel er ook niet aan dat we ons meer moeten inzetten om kansarme leerlingen te begeleiden, want uiteindelijk is en blijft elke leerling toch gelijk en mogen we niemand bevoordelen of benadelen. Laatst aangepast door Cédric V*rtommen : 11th November 2017 om 10:30. |