Bij de Vlaamse gemeentebesturen leefde er diepe onvrede over het gebrek aan inspraak bij De Lijn. Het mobiliteitsbeleid zal daarom in de Vlaamse steden en gemeenten vanaf volgend jaar op een totaal andere manier georganiseerd worden.

‘De introductie van het project “Basisbereikbaarheid” betekent een grote ommekeer in de organisatie van het (openbaar) vervoer in Vlaanderen’, klinkt het in een persbericht van minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA). Vandaag hebben de burgemeesters en schepenen weinig tot niets te zeggen over mobiliteit of over De Lijn, terwijl ze volgens Weyts over veel kennis beschikken.

Vlaanderen wordt verdeeld in 15 vervoersregio’s, waar vertegenwoordigers maandelijks aan tafel zullen schuiven met partners, om het mobiliteitsbeleid te bespreken. In 4 proefregio’s – Aalst, Mechelen, de Westhoek en in een latere fase ook Antwerpen – werd Basisbereikbaarheid al positief onthaald.

‘We gaan zorgen voor het juiste voertuig met de juiste capaciteit op de juiste plaats’, zegt Weyts. ‘De vraag zal het aanbod sturen. Door samen te werken met lokale en private partners kan er een sterker aanbod georganiseerd worden voor de reiziger’.

‘Door dit initiatief krijgen de gemeenten zelf de sleutels in handen. We verwachten dat dit bijvoorbeeld de stiptheid ten goede zal komen’, klinkt het bij De Lijn.

Bron: De Standaard 27/10/2017
http://www.standaard.be/cnt/dmf20171027_03156624

Eigen mening: Ik vind het een zeer goed idee dat de Vlaamse gemeenten inspraak krijgen in de mobiliteit. Volgens mij is het meer dan normaal dat ze dit krijgen. Ik vind persoonlijk dat de mobiliteit in Vlaanderen nu niet heel slecht is, maar het kan natuurlijk altijd beter! Zelf neem ik dagelijks de bus om overal te geraken en dat is niet zo makkelijk als het lijkt. De bussen zijn heel vaak te laat. Met als gevolg dat ik meestal te laat ergens aankom. Als ik dan moet overstappen naar een volgende bus, haal ik vaak die tweede bus ook niet meer. Hopelijk wordt de regeling volgend jaar beter.