|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Nu we weten voor wie Cameron rijdt
Nu we weten voor wie Cameron rijdt
Wie de grote verschillen in de Britse samenleving wil zien, zal het al langer weten, maar de Panama Papers maken meer dan ooit duidelijk dat de preek van David Cameron en zijn partij niet rijmt met de praktijk, vindt John Harris. David Cameron probeert zijn politiek voor te stellen als een kruising van de twee soorten conservatisme van zijn voorgangers: enerzijds het geloof in hard werken en op eigen benen staan dat door Margaret Thatcher werd belichaamd, anderzijds het aristocratische conservatisme met een sociaal geweten dat sommige Tory’s dierbaar blijft. Het resultaat is wat de partij al tien jaar probeert te verkopen: een utopie waarin je met hard werken je eigen huis kunt verdienen en de genoegens van de sociale mobiliteit kunt smaken, als je maar geen ‘steuntrekker’ bent. En iedereen zit in hetzelfde bootje. Op een slechte dag lijkt die politiek nog altijd wreed en corrupt, maar meestal wist Cameron met zijn aura van noblesse oblige en sociaal bewustzijn de illusie in stand te houden. Misschien associëren de Engelsen een bekakt accent nog altijd met vervallen landhuizen, de geruststellende geur van paarden en in tweed gehulde armoede. Camerons accent en charme hebben hem hoe dan ook altijd goede diensten bewezen toen hij afstand moest nemen van financieel en zakelijk wangedrag. Brief aan Van Rompuy Maar de Panama Papers tonen dat de werkelijkheid anders is: het restant van de klasse van grondbezitters is grotendeels opgegaan in de gefortuneerde elite, rijk genoeg om huizen te kopen in de duurste wijken van de grote wereldsteden, goed vertrouwd met de wereld van de belastingparadijzen. Centrumlinkse politici ontsnappen evenmin aan de associatie met het grote geld, wat voor een stuk verklaart waarom Hillary Clinton Bernie Sanders niet kan afschudden en waarom de Labourpartij van Jeremy Corbyn zich afzet tegen Tony Blair. En hoewel de Tory’s vanouds aan louche financiële praktijken worden gelinkt, kan het juiste schandaal ook hen nog altijd pijn doen. Zo komen we bij de brief die Cameron in november 2013 aan de voorzitter van de Europese Raad stuurde. Daarin raadde hij de maatregelen af die trusts in belastingparadijzen transparanter moeten maken. En bij het verband tussen die brief en de ingewikkelde financiën van de familie Cameron. En bij de mate waarin de premier, zoals hij nu bekent, zelf heeft geprofiteerd (DS 8 april) . Slechts enkele weken voor zijn brief aan Brussel verklaarde Cameron in een toespraak op een congres van de Conservatieven geruststellend: ‘Deze partij staat aan de kant van de werkende mensen.’ Werkende mensen, zei hij nogal neerbuigend, ‘geven het nooit op, werken extra uren, aanvaarden noodzakelijke besparingen’. ‘Wij bouwen een land van kansen’, beloofde hij. Maar in zijn brief aan Herman Van Rompuy had hij gesuggereerd dat er beter niet zou worden geraakt aan de offshoreconstructies die vermogensadviseurs gebruiken voor ‘successieplanning’. Camerons vermeende fiscale discipline had duidelijk haar grenzen. En de premier zat ongetwijfeld op de golflengte van zijn echte kiespubliek. Zoals een grapjas deze week tweette: ‘Wat een geluk voor mensen met geld in offshoretrusts dat Cameron het voor hen opneemt’. Geldschieters van de partij Cameron is niet het enige probleem van de Conservatieven. Er is ook de lange lijst van geldschieters van de partij die in de Panama Papers zijn opgedoken. En dan de Conservatieve kandidaat voor het burgemeesterschap van Londen, de steeds meer kansloos lijkende Zac Goldsmith. Zijn familie heeft haar fortuin lange tijd weggestopt in een Zwitserse trust. Tot in 2010 stond hij zelfs geregistreerd als een ‘non-dom’, een Brit die in eigen land geen belastingen betaalt. Hij bezit twee dure huizen die hij via vennootschappen op de Kaaimaneilanden heeft gekocht. Zijn ecologische vernis en zijn min of meer onconventionele stijl kunnen dat niet doen vergeten, terwijl zijn Labour-rivaal, Sadiq Khan, succes boekt met een moderne klassenpolitiek. Sommige Tory’s beseffen die problemen uitstekend. Met de verkiezing van een nieuwe leider in aantocht, zeggen ze dat de partij heel goed moet nadenken. Straalt Boris Johnson – wat zijn financiële regelingen ook mogen zijn – niet te veel Londens privilege uit? Kiest de partij niet beter voor iemand van bescheidener afkomst? Een van de leerrijkste ervaringen die je in Londen kunt meemaken, is een rit met de Docklands Light Railway, zo rond zes uur ’s ochtends, als de gewone mensen die de City overeind houden naar hun werk reizen. Ze komen uit alle delen van de wereld en ze geloven ongetwijfeld instinctief in de deugden van hard werk, zelfstandigheid en mobiliteit die de meeste Conservatieve politici verkondigen. De trein brengt hen van de voorsteden van Londen – Beckton, Lewisham, Deptford – naar Canary Wharf, waar de verschrikkelijke ongelijkheid van het moderne Groot-Brittannië je als een mokerslag raakt. Dat is de vloek van centrumrechts overal ter wereld: zolang het voor de mensen in de penthouses van de Docklands lijkt te spreken en niet voor de mensen op de trein – voor de profiteurs in plaats van voor de werkers – is het einde van zijn problemen niet in zicht. The Guardian DS, 09-04-2016 (John Harris)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |