|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
Gestresseerde werknemers met meer spanningsklachten
Gestresseerde werknemers met meer spanningsklachten
Meer dan twee op de vijf werknemers worden geconfronteerd met fysieke en mentale spanningsklachten. In vergelijking met 2013 gaat het om een stijging met bijna 30 procent. Hoofdpijn, hartkloppingen, slapeloosheid, concentratieverlies, neerslachtigheid en prikkelbaarheid. Deze spanningsklachten zijn vaak het gevolg van stress: zowel stress op het werk als stress in de privésfeer. Overmatige stress is sinds 2013 niet toegenomen: 62 procent van de Belgische werknemers lijdt eronder. Het aantal gestresseerde werknemers met meerdere reële spanningsklachten daarentegen, is wel gestegen: van 42 procent in 2013 naar 54 procent in 2015. Een stijging met bijna 30 procent. “De toegenomen intensiteit van spanningsklachten kan wijzen op langdurige stress”, zegt HR research expert bij Securex Heidi Verlinden. Meer spanning, minder prestatie Bijna een kwart van de werknemers met meerdere spanningsklachten geeft aan minder goed te presteren, tegenover 14 procent van hun collega’s. De spanningsklachten houden werknemers ook eens zo lang thuis: werknemers met weinig spanningsklachten nemen gemiddeld 6 afwezigheidsdagen per jaar, terwijl hun meer gespannen collega’s 16 dagen thuisblijven. Volgens Securex liggen ongeveer de helft van de oorzaken van de stress buiten de werkcontext. Oorzaken op het werk zijn onder meer een te hoge fysieke en mentale werkbelasting, een gebrek aan “werk op maat” alsook een gebrek aan autonomie. Dat blijkt uit de tweejaarlijkse stressbarometer die HR-dienstverlener Securex dinsdag publiceert. Voor de steekproef bevroeg Securex meer dan 1.600 Belgische werknemers. Bron: http://www.standaard.be/cnt/dmf20160308_02170661 Eigen mening: Het verbaast me niet dat dit artikel vandaag de dag verschijnt. Het is algemeen geweten dat de stressfactor vandaag erg hoog ligt. Mensen voldoen niet meer aan de zelfopgelegde eisen en gaan daarom onnodige, extra stress voelen. Ik ga ermee akkoord wanneer het artikel ons vertelt dat de druk nu niet aan het verhogen is, maar wel de klachten. Ik denk ook dat nu pas alle klachten tot uiting zullen komen. Een mens kan wel voor een tijd wat druk toelaten en goed met stress omgaan. Het wordt pas problematisch wanneer we spreken over jaren van verhoogde druk. Er is geen mens die dat uithoudt en dat resulteert nu in de klachten. Hoewel ik ook gevallen zie waarbij mensen minder klachten hebben en meer thuisblijven. Daarvoor zou een oplossing moeten komen. Het is voor mij de constante druk om te presteren die de mensen beginnen te voelen. Iedereen is gericht op zichzelf en op zijn/haar eigen werk. Je kan weinig tot niet meer rekenen op de ander want deze zal je nog wel helpen maar beperkt. “Iedereen” denkt aan zijn eigen hachje om te redden. Daarom is de ander helpen een gevaar voor de eigen prestaties. Zo leeft iedereen meer en meer individueel en wordt de druk hoger om zelf iets te realiseren. Ik spreek hier in een grote veralgemening. Zeker wil ik niet aantonen dat het in alle gevallen zo is. Wel merk ik dat dit vaker het geval wordt en dat we daarvoor moeten oppassen. We mogen en kunnen nog steeds dingen doen voor anderen, zomaar. Verder kan je inderdaad met klachten minder goed werken, maar dat vormt een vicieuze cirkel, denk ik. Met meer klachten kan je minder goed werken wat zorgt voor meer stress. Meer stress zorgt op zijn beurt dan weer voor meer klachten en meer thuisblijven. Wanneer we vaker afwezig zijn, gaan we minder verdienen waardoor de druk weer verhoogt. De oorzaak ligt volgens mij niet in het gebrek aan autonomie maar wel meer in de richting van een gebrek aan werk op maat. Of er oplossingen bestaan om deze vicieuze cirkel van stress te doorbreken, daar heb ik mijn bedenkingen bij. Presteren ‘moeten’ we blijven doen, voor onszelf en de maatschappij. Gezonde stress doet ons goed presteren maar dit is wat doorgeslagen. Hoewel minder presteren zou zorgen voor minder stress, zal dit ook zorgen voor extra negatieve effecten in de werk – en thuiscontext. |