SP.A WIL APART TEGENVERHAAL VOOR STIJGEND AANTAL VROUWELIJKE JIHADI’S

‘We weten dat 1 op de 4 Belgen in Syrië vrouw is’

De SP.A wil een aparte, genderspecifieke strategie om de opvallende opmars van vrouwelijke Syriëgangers te stuiten. ‘Natuurlijk houden we rekening met het hoge cijfer,’ reageert het kabinet-Jambon, ‘maar bovenal zweren we bij de family approach.’

Het aantal vrouwelijke foreign terrorist fighters zit in de lift. 15 tot 25 procent van de mensen die op de Ocad-lijst staan, is een vrouw. Het gaat om meisjes en vrouwen die willen vertrekken, vertrokken zijn en/of teruggekeerd zijn, en van wie het antiterreurorgaan Ocad gegevens bijhoudt. Ook van de ruim 200 Belgen die op dit moment in Syrië zijn, is een op de vier een vrouw.

Het gros van hen reist in gezinsverband naar het kalifaat, doorgaans de echtgenoot achterna. Tot nu toe is een zevental minderjarige meisjes vertrokken. Het cijfer is hoog, maar nog niet zo hoog als in Frankrijk en Groot-Brittannië. Daar zou respectievelijk 40 procent van de potentiële vertrekkers en 30 procent van de onlangs vertrokken Syriëstrijders vrouwen zijn.

‘We moeten vermijden dat die trend naar ons land overwaait’, vindt SP.A-kamerlid Dirk Van der Maelen, die voor de Raad van Europa de problematiek van de Syriëstrijders bestudeerde.

De redenen van vertrek zijn zeer divers, al is de romantische en avontuurlijke sfeer rond de ¬‘hijra’(de reis naar het kalifaat, genoemd naar de tocht van de profeet Mohammed in 622 van Mekka naar Medina, red.) wel een belangrijke factor. Doorgaans vertrekken vrouwen niet om te vechten, maar eenmaal ginder kan het gebeuren dat ze toch meedoen aan de strijd. Vaak zijn het weduwen van ‘martelaars’ die een bommengordel aangemeten krijgen.

Contrapropaganda
Drie weken na de presentatie van zijn rapport steekt Van der Maelen een tandje bij. Hij wil de zaak op de parlementaire agenda zetten en minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) op de rooster leggen.

‘Nu de internationale strijd tegen IS wordt opgevoerd, is het niet ondenkbaar dat vrouwen binnenkort standaard militair zullen worden ingezet’, zegt de socialist. ‘Daarom is het des te belangrijker dat we meer aandacht aan het probleem schenken. We moeten met een tegenverhaal komen dat specifiek gericht is op vrouwen.’

Met dat tegenverhaal bedoelt Van der Maelen een contrastrategie die de propagandamachine van IS countert. ‘De meeste meisjes kennen enkel het romantische plaatje. We moeten hen uit die droomwereld halen.’ Dat kan met behulp van de scholen, waar meisjes kritisch moeten leren nadenken, maar ook door het inzetten van vrouwelijke terugkeerders die volledig gederadicaliseerd zijn. ‘Zij hebben de street credibility om radicaliserende meisjes af te raden de stap te zetten.’

Family approach
Al ruim een jaar heeft ons land een ‘counter-narrative center’, met financiële steun van de Europese Unie. België is koploper en levert advies aan andere lidstaten. ‘We hebben intussen enige ervaring met het opzetten van tegenverhalen, en we hebben heel bewust gekozen voor de family approach, laat de woordvoerder van minister Jambon weten. ‘We benaderen ontluikende extremisten via verwanten. Dat is een adequate aanpak gebleken die wij verkiezen boven een genderspecifieke aanpak. Maar in de uitwerking van het systeem houden we natuurlijk ook rekening met het hoge aantal vrouwen.’

Bron: http://www.standaard.be/cnt/dmf20151225_02037846

Eigen mening:
In de actualiteit wordt aan het beeld van ‘de Syriëstrijder’ meestal een man gekoppeld. Ik had er tot voorheen niet over nagedacht dat ook vrouwen als vechter naar Syrië trokken. Het inzicht dat een kwart van de Syriëstrijders vrouwen zijn, is belangrijk. Zeker voor de mensen met een eerstelijnsfunctie, zoals leerkrachten. Ik kan me inbeelden dat de personen met zulke functie in eerste instantie op radicaliserende kenmerken bij mannen letten.