|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
Faalt ons té gefeminiseerd onderwijs erin om jongens nog geboeid te houden?
Joachim Pohlmann is woordvoerder van Bart De Wever en schrijver. Zijn wissel-column met Kristof Calvo (Groen) verschijnt op vrijdag.
Ik heb nooit zoveel statistiek gebruikt als op mijn examens statistiek. Logisch, zult u wellicht opmerken. Toch had dat niet te maken met de leerstof, wel met de aard van de examens. Dat was namelijk multiple choice, met negatieve punten voor foute antwoorden om gokken te ontmoedigen. Ik herinner mij vragen genre 'als je zes keer met vier dobbelstenen gooit die aan de tweeogige kant 10 procent zijn verzwaard, terwijl je de random-knop indrukt van een cd-speler met zes cd's die elk een oneven aantal liedjes tellen, wat is dan de kans dat Venus in conjunctie staat met Mars?' Of zoiets. Daar begon ik niet eens aan. Ik telde de antwoorden waarvan ik zeker was, becijferde de risicofactor van de onbeantwoorde vragen en nam de berekende gok. Zo spartelde ik jarenlang door statistiek, zonder er ooit echt iets van te begrijpen. Al verraadde het wel een zeker inzicht in kansberekening. Nu blijkt dat ik mij destijds bezondigde aan het meest stuitende seksisme. Want de slaagkansen voor het toelatingsexamen geneeskunde en tandarts tonen aan dat die methodiek jongens bevoordeelt. Meisjes zijn te prudent en doordacht om zo nonchalant met kennis om te springen. Dat was het signaal voor de gelijkheidsguerrillero's om genderneutrale examens te eisen. Ik voelde mij even de schooldirecteur van mijn lagere school. Ik zat namelijk op een jongenscollege, waar het nieuws dat voor het eerst een meisje werd ingeschreven in de humaniora tot grote consternatie leidde. Die schooldirecteur zag daarin zowat de ondergang van het Avondland, of op zijn minst die van het college. Als aanstormde pubers waren wij vooral geïntrigeerd en slopen wij 's middags door het park om dat mysterieuze schepsel op de speelplaats van het middelbaar te kunnen bewonderen. We moeten eens klaarheid scheppen in de gelijkheidswaan Achteraf gezien viel het allemaal mee. Maar het karakter van de school veranderde ontegensprekelijk. Het competitieve, het roekeloze en het ruwe, dat in balans werd gehouden door een relatief strenge tucht, verdween stelselmatig. In de plaats kwam een zachtere aanpak. Zo was het een van onze favoriete spelletjes om in een kring rond twee jongens te gaan staan, die dan vervolgens onder luid gejoel op elkaar moesten inbeuken tot een leraar hen uit elkaar haalde. Dat doofde uit toen de steeds talrijkere meisjes hun afkeer uitspraken over die barbaarse praktijk. Nu zijn eigenschappen die wij als 'mannelijk' of 'vrouwelijk' beschouwen tot op zekere hoogte sociale constructies; het zijn eerder waarden dan geslachtskenmerken. David Ben-Gurion noemde Golda Meir bijvoorbeeld de enige vent in zijn verder volstrekt mannelijke Israëlische regering. En hij had gelijk. Maar net daarom vraag ik mij af waarom het steeds de 'mannelijke' waarden zijn die moeten wijken. Noem mij gerust ouderwets, maar het kunnen maken van onzekere en moeilijke keuzes onder zware stress is een eigenschap die ik wel enigszins weet te waarderen bij een geneesheer of -dame. We moeten eens klaarheid scheppen in de gelijkheidswaan. Ofwel zijn dergelijke genderkenmerken sociaal bepaald en is het een ideologische keuze om verschillen uit te gommen - en over keuzes kun je discussiëren. Ofwel zijn ze biologisch bepaald en moet je dat verschil waarderen. Pedagoochelaars zullen ongetwijfeld met studies schermen. Maar als meisjes het beter doen op school dan jongens, wat zegt dat dan? Wordt het mannelijke geslacht dommer? Stijgt de intelligentie van het vrouwelijke geslacht? Of faalt ons té gefeminiseerd onderwijs erin om jongens nog geboeid te houden? Bron:De Morgen http://www.demorgen.be/opinie/faalt...ouden-bea772c6/ Eigen mening:Ik ben geen voorstander van een te gefeminiseerd onderwijs. Ik opteer voor een grotere gelijkheid tussen mannelijke- en vrouwelijke leerkrachten in het onderwijs. Ik geloof dat mannelijke leerkrachten hun mannelijke leerlingen net iets beter weten te motiveren doordat ze zich beter kunnen inleven in hun gedachtegang. Anders is het eerder aan de vrouwelijke leerkracht om hun lessen aan te passen zodat iedereen in haar les mee is. |