actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > Thomas More Kempen > Onderwijs > Onderwijsvisie
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 23rd October 2015, 03:22
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post E-learning is voor later: universitaire aula’s zitten overvol

‘Een eerste bachelor is eigenlijk een uitgestelde toelatingsproef’


Kenners in de hele wereld zijn het erover eens: de toekomst van het hoger onderwijs is digitaal. Ook aan Vlaamse universiteiten hoor je buzzwords zoals Mooc’s, e-learning en flipped classrooms. Maar zo’n vaart loopt het allemaal niet: in Gent, Leuven en Antwerpen zitten de aula’s als vanouds overvol. ‘Dat probleem lost zich na een paar weken vanzelf op.’



Vrijdagochtend, halfnegen. Plastic bekers en rotzooi alom, het was gisteravond weer feest in de Gentse Overpoortstraat. Terwijl de laatste fuifnummers zich naar hun kot slepen, reppen andere studenten zich naar het UFO in de Sint-Pietersnieuwstraat. Met zo’n duizend trotseren ze het onchristelijke aanvangsuur om het tweede college ‘inleiding tot de historische kritiek’ bij te wonen. Veel opgeschoten pubers, want dit is een verplicht vak voor alle eerstejaars aan de faculteit letteren en wijsbegeerte. Laatkomers nestelen zich op het gangpad in de nok van het gigantische auditorium Leon De Meyer, het vlaggenschip van de Universiteit Gent. Er zijn nog enkele stoelen vrij, helaas onbereikbaar in de massa. Dan maar rechtstaan en reikhalzend kijken naar de twee immense beeldschermen vooraan in de aula.

Docent Marc Boone, decaan van de faculteit, zet een nieuw videofragment op. Soldaten marcheren op de tonen van Wagner, strak in het gelid, de linkerarm gestrekt. Triumph des Willens van Leni Riefenstahl, precies 80 jaar oud maar nog altijd verbluffende cinema. Zelfs op de achterste rijen wordt aandachtig gevolgd. ‘De moeder van alle propagandafilms’, houdt Boone zijn duizendkoppige publiek voor.


Flipped classrooms

Massale hoorcollege in reusachtige aula’s? Ze zijn niet meer van deze tijd, zei Robert Stouthuysen onlangs in Knack. De gewezen topman van Janssen Pharmaceutica en bestuurder aan de KU Leuven hekelde het conservatisme van de Vlaamse universiteiten. De toekomst van het hoger onderwijs is digitaal, vindt hij. Zijn stelling dat onze universiteiten en hogescholen de trein van e-learning en afstandsonderwijs missen, is wat gechargeerd. Tijdens ons onderzoek viel om de haverklap het begrip blended learning, contactonderwijs gecombineerd met digitale kennisoverdracht. Leuven, Gent, Antwerpen, Brussel, Hasselt: er wordt aan alle faculteiten mee geëxperimenteerd. Vaak onder de vorm van de flipped classroom: studenten bereiden online aangeleverde nieuwe stof op eigen houtje voor, de lessen dienen alleen nog om de kennis te verdiepen, oefeningen te maken en knelpunten te bespreken. Er zit dus beweging in de sector, maar te traag naar de smaak van de Gentse professor onderwijskunde Martin Valcke. Volgens deze internationaal erkende expert in innovatie van het hoger onderwijs zweren te veel Vlaamse docenten nog bij traditionele hoorcolleges. Vooral algemene, inleidende vakken kunnen perfect online worden gezet.

Een voorbijgestreefd concept? Aan de opkomst in Aula Rector Dhanis, de grootste van de Universiteit Antwerpen, valt het niet af te lezen. Goed 700 studenten zijn present voor de inleidende cursus accountancy, een verplicht en geducht vak voor eerstejaars in de bacheloropleidingen TEW en handelsingenieur. Vooraleer ze het verschil tussen activa en passiva aansnijdt, neemt professor Nadine Lybaert ruim de tijd voor preventieve vermaningen. Wie de leerstof niet bijhoudt, kan volgende keer maar beter thuisblijven. Zelf oefenen is de boodschap, de tijdens het hoorcollege behandelde toepassingen volstaan niet om met een gerust hart naar het examen te komen. En dat studenten met voorkennis – een eufemisme voor bissers – dwalen als ze denken dat ze dit keer met de vingers in de neus zullen slagen. De speech maakt indruk. Alvast één leereffect dat met een onlinecursus moeilijk te bereiken valt.


Krantje lezen

Nadine Lybaert is gastdocent in Antwerpen, haar alma mater ligt in Hasselt. Al dertien jaar verzorgt ze het drukst bijgewoonde opleidingsonderdeel van de UA. ‘Gemiddeld 700 à 800 studenten’, zegt ze. ‘Ik prijs me gelukkig met deze aula. Prima akoestiek en video, zo is het aangenaam lesgeven. Natuurlijk is zo’n grote groep niet ideaal, je hebt als docent geen idee of ze op de achterste rijen volgen of hun krant of tablet lezen. De studenten die bewust achteraan kruipen, zijn niet noodzakelijk degenen met de hoogste slaagkansen. Maar de drukte vandaag geeft een vertekend beeld. Over een paar weken beginnen ze af te haken en komen er vanzelf lege plekken.’

Inleidende cursussen online aanbieden? Lybaert voelt zich niet aangesproken. ‘Ik hecht veel belang aan het persoonlijke contact met mijn studenten. Tijdens de pauze blijf ik altijd in de aula, dan ben ik beschikbaar om vragen te beantwoorden. Daar wordt gretig gebruik van gemaakt, ja. Trouwens, ik beschouw mijn cursus niet als een traditioneel hoorcollege, ook al bestaat mijn eigen rol uit het droog overbrengen van kennis. Na elk onderdeel van de cursus volgt een digitale explosie: de werkzittingen zijn volledig web based, mijn medewerkster is een digital whizzkid die de studenten met blogs, video’s en andere input bestookt. Noem het gerust blended learning.’

Van digitale hocuspocus is in de les van Marc Hooghe weinig te merken, of het zouden de beamer en de wandelmicrofoon moeten zijn. De gewezen VRT-journalist doceert in Leuven het vak politicologie, een cruciaal opleidingsonderdeel in de eerste bachelor politieke wetenschappen en sociologie. Het gaat in deze tweede les over macht en de rol van de staat. Op het scherm verschijnt het beeld van een IS-gijzelaar, vlak voor zijn executie. Dat is wat er kan gebeuren als de staat faalt in zijn monopolie op het uitoefenen van geweld. 500 studenten maken aantekeningen – een kleine helft met behulp van laptop of tablet, de anderen met pen en papier – als aanvulling op het handboek politicologie. Een hoorcollege uit de oude doos? Marc Hooghe vindt van niet. Hij doceert niet ex cathedra, wandelt voortdurend rond, dringt zelfs diep door in de middengang, waar hij niet aarzelt studenten de microfoon onder de neus te duwen. ‘Natuurlijk is interactie met zo’n grote groep niet vanzelfsprekend’, geeft hij toe. ‘Vorig jaar was het nog lastiger. De aula was te klein, mijn college werd naar een tweede auditorium gestreamd. Niet ideaal, je hebt er geen contact met je publiek. Dit jaar is er gelukkig geen capaciteitsprobleem, de inschrijvingen in onze richting zijn met 5 à 10 procent teruggelopen.’


Uitstelgedrag

Marc Hooghe kan er zich wel iets bij voorstellen: de hele reeks van hoorcolleges opnemen en uploaden zodat zijn studenten zich thuis, op kot of waar dan ook met de beginselen van de politicologie vertrouwd kunnen maken. Het is geen exacte wetenschap, complexe oefeningen komen er niet bij kijken. ‘Technisch is het perfect mogelijk’, zegt hij. ‘Maar ik ben geen voorstander van digitaal afstandsonderwijs, toch niet in een eerste bachelor met 18- en 19-jarigen van wie de meesten nog niet in staat zijn om zelfstandig te plannen en te studeren. Want wat zou er gebeuren als je alles louter online aanbiedt? Uitstelgedrag, een eigenschap die velen nu al fataal wordt, zou helemaal uit de hand lopen. Ik zie het al voor me: studenten die drie dagen voor het examen vaststellen dat ze nog twintig videocolleges moeten bekijken. Hoorcolleges geven structuur aan het leven. Van studenten, maar ook van proffen. Want ook dat speelt mee: heel wat proffen staan graag voor de aula. Ik doe het nog altijd met plezier, wat niet betekent dat ik principieel tegen nieuwe onderwijsmethodes gekant ben. Mijn hoorcolleges in de derde bachelor staan online, toetsen en self trainers gaan over het intranet.’

Blijft de vaststelling dat Vlaamse universiteiten niet bepaald vooroplopen in de digitale onderwijsrevolutie. Als politicoloog zoekt Hooghe de verklaring bij het beleid. ‘Door de keuze voor een brede instroom is er minder druk om te moderniseren. Letterlijk iedereen kan hier naar de universiteit. Behalve in de richting genees- en tandheelkunde zijn er geen bindende toelatingsexamens, en ondanks de recente verhoging blijft het inschrijvingsgeld laag. Gevolg: heel wat jongeren komen naar de unief om het eens te proberen of om van het studentenleven te proeven. De helft van wie u zonet in de aula zag zitten, overleeft de eerste bachelor niet. Die niet-selectieve instroom is uniek in de wereld. Ik ben net terug uit Montreal, waar ik een gastcollege aan de McGill University heb gegeven. Een jaartje studeren kost er meer dan 20.000 dollar, even duur als aan de Amerikaanse of Britse topuniversiteiten. In Frankrijk selecteren ze dan weer via toelatingsproeven. In Rijsel, waar ik weleens lesgeef, laten ze 2 procent van de deelnemers toe.’

Toch is Hooghe geen voorstander van een strenge selectie aan de toegangspoort. ‘In de eerste bachelor kan ik ze er zo uitpikken, studenten die door hun kledij of houding verraden dat ze in een ander land nooit naar de universiteit zouden gaan. De meesten redden het niet, maar er zijn er elk jaar wel een paar die toch slagen. Dat is waardevol, een democratische kwaliteit om te koesteren. Maar de brede instroom heeft wel gevolgen voor het soort onderwijs dat we bieden. Een eerste bachelor is eigenlijk een uitgestelde, langgerekte toelatingsproef. De ongelijke kwaliteit van de studentenpopulatie verplicht de docenten tot een compromis waarbij iedereen verliest. Voor de zwakke helft blijft het sowieso te moeilijk, terwijl sterke studenten niet genoeg worden uitgedaagd. Die laatste groep zou wel gebaat zijn bij e-learning of andere innovatieve methodes die een grote motivatie en inzet vragen. Het is geen toeval dat Angelsaksische universiteiten vooroplopen in de digitale transitie. Als een student 20.000 dollar per academiejaar betaalt, gaat hij niet een beetje freewheelen, hij zet zich schrap om voor elk vak te slagen. Die sense of urgency ontbreekt bij ons helemaal. Of je nu drie of vier jaar over een bachelor doet, het maakt velen niet uit. Het systeem met studiepunten is er ook voor gemaakt. Je kunt altijd wel enkele vakken meenemen, en de ouders trekken het zich niet aan omdat zo’n jaartje extra niet zo veel kost.’

Een brede instroom in populaire studierichtingen kan dus niet zonder massale hoorcolleges in grote aula’s. Dat kost een aardige stuiver, maar toch is het volgens Hooghe een koopje. ‘Massale hoorcolleges zijn voor de universiteiten juist spotgoedkoop’, zegt hij. ‘Of docenten nu lesgeven aan bachelors in een bomvolle aula of in een lokaal aan een kransje masterstudenten, hun salaris blijft hetzelfde. Neem nu mijn vak, politicologie. Eén docent voor 500 studenten: voor dat geld zou je niet veel kunnen investeren in digitale innovatie.’


Mooc’s

Per kop berekend is professor Johan Wagemans nog goedkoper. De aula Rector Pieter De Somer, met 842 zitjes de grootste van Leuven, is net niet helemaal volgelopen voor zijn college functieleer, een soort algemene inleiding tot de psychologie. Het is een van de vakgebieden die vaak via een Mooc worden gegeven, een massive open online course. Gratis beschikbaar voor iedereen, compleet met self trainers, feedback- en peer review-modules en (betalende) examensystemen (en nogal wat Engelse termen, zo blijkt). ‘Een Mooc is geen alternatief voor mijn cursus’, vindt Wagemans. ‘Er is een inhoudelijk verschil. Ik combineer functieleer met een algemene inleiding tot de psychologie. Dat vind je bij geen enkele Mooc, want ze zijn allemaal op Amerikaanse leest geschoeid. Engelstalig dus, en ook dat is een bezwaar. Voor dit soort introducties blijft Nederlands de aangewezen instructietaal. Zeker in een eerste bachelor met een nauwelijks geselecteerde instroom kun je niet zomaar aannemen dat iedereen voldoende Engels kent.’

Ook professor Wagemans is niet afkerig van digitaal onderwijs. In de masteropleiding hanteert hij het flipped classroom-concept. Alles gebeurt online, de wekelijkse lessen zijn niet meer dan groepsgesprekken om de digitale kennisoverdracht te evalueren. ‘Dat werkt alleen in kleine groepen met een homogene kwaliteit’, zegt hij. ‘Achttienjarigen hebben nog niet genoeg discipline en zelfredzaamheid voor e-learning. Ik zet voor mijn eerste bachelors weleens iets op Toledo, het intranet van de universiteit. Dat kan een verwijzing zijn naar een uitbreidingsartikel, of enkele vragen over de cursus. Als de helft van de studenten erop ingaat, zo wil de afspraak, dan behandelen we die kwesties in het volgende hoorcollege. De respons is bedroevend, vaak halen we niet eens de 50 procent.’

De VUB is de enige universiteit die ook in populaire bacheloropleidingen geen capaciteitsproblemen kent. ‘De andere Vlaamse universiteiten zijn het slachtoffer van hun eigen succes’, zegt rector Paul De Knop. ‘Als middelgrote universiteit hebben wij alles onder controle, onder meer dankzij onze flexibele infrastructuur. Onze Aula Q is een geweldige troef, ze is moduleerbaar van 200 tot 1200 zitplaatsen.’

Niet dat het aan de grote universiteiten de spuigaten uitloopt. Verhalen over uitpuilende aula’s blijken vaak oud. De universiteiten hebben de voorbije jaren maatregelen getroffen. Auditoria worden niet meer per faculteit maar centraal beheerd en optimaal benut. Vooral de aula’s met 500 en meer zitjes moeten renderen. Ze worden tot ’s avonds laat en vaak ook tijdens het weekend geboekt. In uiterste nood worden lessen naar een tweede aula gestreamd, een praktijk die vooral in de Leuvense en Gentse rechtsfaculteiten voorkomt. Niet toevallig, vernamen we van bronnen in beide universiteitssteden. Als één groep studenten risico loopt op overbevolkte aula’s, zijn het de toekomstige juristen. Dat blijkt ook wanneer we de sasdeur van auditorium NB III in de Gentse Universiteitsstraat openen. Capaciteit 300 zitplaatsen, niet genoeg om de belangstelling voor de verplichte cursus goederenrecht in de tweede bachelor aan te kunnen. Pechvogels zitten achteraan op de vensterbanken, anderen hurken tegen de muur en gebruiken hun knieën als schrijftafel. Een van de muurzitters zet zijn tanden in een broodje, het gekraak zorgt voor wrevel bij de buren. Professor Annelies Wylleman houdt de zaal scherp met een strikvraag: is een Mariabeeld in een nis een roerend of een onroerend goed?

‘Capaciteitstekort? Ach, het was pas de eerste les’, zegt Wylleman. ‘Over enkele weken blijven alleen de gemotiveerde studenten over, ik schat 250 à 300 op een totaal van 460. Dat komt door de fameuze flexibilisering: studenten hoeven niet meer te slagen voor hun eerste bachelor. Als ze een minimaal aantal studiepunten behalen, mogen ze het tweede jaar combineren met de onvoldoendes van het eerste jaar. Een slecht systeem, als u het mij vraagt. De trajecten worden er alleen maar langer door, vooral de hopeloze gevallen blijven nodeloos hangen. In de tweede bachelor merken we dat bij de herexamens in september. Van de 200 inschrijvingen komt minder dan de helft opdagen. Dat zijn dan vaak de studenten die het in juni al voor de derde keer hebben geprobeerd, met een 7 op 20 als resultaat. Tijdverlies, ook voor de docent.’

Wylleman doceerde jarenlang inleiding tot het privaatrecht in de eerste bachelor. Het UFO bestond nog niet, auditorium E op de Blandijnberg was het theater voor massacolleges. Tegenwoordig worden Gentse docenten door professionele acteurs gecoacht om massa’s te bespelen, maar Wylleman is als performer een autodidact. ‘De eerste keer voor zo’n grote bende was ik wel nerveus’, zegt ze. ‘In mijn dromen zag ik alles in de soep draaien. Ik was mijn cursus vergeten, of de geluidsinstallatie werkte niet. Nodeloos gepieker, het ging me van de eerste keer goed af. Ik probeer het levendig te houden door vragen te stellen en voorbeelden uit mijn notarispraktijk te geven.’

Dat zou ook perfect online kunnen, geeft ze toe. Technisch toch, want in de praktijk ziet ze het nog niet zo snel gebeuren. ‘Daarvoor vind ik het persoonlijke contact met de studenten te belangrijk’, zegt ze. ‘Ook voor de studenten lijkt het me niet ideaal. Je krijgt toch liever les van een docent van vlees en bloed dan dat je de hele tijd naar een talking head op een scherm moet kijken? Ik ging als student heel graag naar hoorcolleges. Je leert er mensen kennen, want in zo’n auditorium zit je vaak naast een volslagen onbekende.’

Maar er komt verandering, óók in de rechtsfaculteit. ‘Vorig jaar hebben ze mijn cursus opgenomen en op het intranet gezet’, zegt Wylleman. ‘Dat vond ik prima, er zijn altijd wel werkstudenten die hoorcolleges moeten missen. Maar ook gewone studenten maakten er gebruik van. “Ik heb gisteren in bed nog eens naar jou gekeken”, zei een student na de les. Toch zijn er in onze faculteit ook proffen die niet willen dat hun les wordt opgenomen. Ouderen, ja, maar ook minder oude collega’s. Uit angst om zich te verspreken, denk ik.’


Knack, 14-10-2015 (Erik Raspoet)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 01:07.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.