De pers wordt in een slecht daglicht gesteld en loopt zelfs gevaar door undercoveroperaties van politieagenten zoals die om 'piratenkoning' Afweyne te klissen. Dat schrijven de hoofdredactie van VRT Nieuws en de Vlaamse Vereniging van Journalisten in een open brief.

De aanleiding voor de aanklacht is de arrestatie van de Somalische ‘piratenkoning’ Afweyne enkele weken geleden. Het federaal parket had toen een undercoveroperatie opgezet om de crimineel te klissen. Politiemensen deden zich voor als filmmakers en nodigden Afweyne uit om naar België te komen voor opnames van een Hollywoodfim. Toen hij een voet zette op Belgische bodem, werd hij prompt in de boeien geslagen.

Maar die undercoveractie heeft de pers in een slecht daglicht gesteld, meent de VRT nu. Een medewerker van de VRT-reeks Niemandsland met Rudi Vranckx, leeft al een week ondergedoken in de Somalische hoofdstad Mogadishu. De man voelt zich bedreigd als gevolg van zijn werk voor de VRT en de verwarring die ontstaan is bij de undercoveroperatie. ‘Zowel in Somalische als internationale pers werd de afgelopen weken geregeld melding gemaakt van ‘België’ en ‘documentaire’. Allicht heeft dat het werk van de VRT-medewerker in een verkeerd daglicht gesteld’, klinkt het in de open brief op de VRT-site.

Volgens de VRT worden journalisten zelfs in gevaar gebracht door een dergelijke undercoveroperatie - iets wat de VRT-medewerker nu aan den lijve ondervindt.

Commentaar: Misdadigers moeten opgepakt worden, dat is een vaststaand feit. Dat dit moet gebeuren ten koste van de veiligheid van andere mensen vind ik niet juist. De VRT-journalisten, zoals Rudi Vranckx, riskeren regelmatig hun leven in gevaarlijk gebied. Het is in mijn ogen dus niet correct dat de overheid hun leven nog meer in gevaar gaat brengen door dit soort undercoveroperaties. De VRT-medewerker die nu moet onderduiken dankzij deze operatie zal lange tijd zijn job niet meer kunnen uitoefenen in Somalië en hij en zijn familie vrezen nu voor zijn leven dankzij de overheid.

Bronvermelding: http://www.standaard.be/cnt/dmf20131024_00807281