BRUSSEL - Het gemeenschaps- en stedelijk onderwijs laat opvallend meer leerlingen dubbelen dan het katholieke net. In katholieke scholen moet ongeveer 4 procent van de leerlingen het jaar overdoen, bij het GO zo’n 10 procent. Dat schrijft De Morgen maandag, op basis van cijfers die Vlaams parlementslid Boudewijn Bouckaert (N-VA) in handen kreeg.

Terwijl het aantal B-attesten (waarbij de leerling van een secundaire school wel slaagt maar toch een andere richting moet kiezen) in alle onderwijsnetten rond de 7 procent bedraagt, valt er bij het percentage zittenblijvers een enorme kloof op tussen de koepels. In het katholiek onderwijs kreeg de afgelopen jaren ongeveer 1 leerling op 25 een C-attest. In het onderwijs van de steden en gemeenten (OVSG) was dat zowat een op tien. Ook in het gemeenschapsonderwijs (GO) schommelde het aantal rond de 10 procent.

‘Katholieke scholen trekken over het algemeen een sterker leerlingenpubliek aan, kinderen van hogeropgeleiden met een grotere voorkennis’, verklaart experte Bieke De Fraine (KU Leuven). Ook de strengere selectieprocedure zou meespelen. Strikt genomen mogen scholen geen leerlingen weigeren bij de inschrijvingen, maar volgens onderwijsdeskundigen gebruiken vooral katholieke scholen soms subtiele trucjes om zwakkere leerlingen te weren. Zoals gesprekken met de ouders waarin de inschrijving wordt afgeraden in het ‘belang’ van het kind.

Bron:
De Standaard op 15/10/12

Bespreking:
Ik weet niet hoe het in andere gemeentes zit, maar bij ons (Mol) heeft de gemeenschapsschool de minste reputatie van alle scholen in de buurt. De leerstof is er niet moeilijk; iedereen kan er zonder al te veel moeite een ASO-diploma behalen. De leerkrachten zijn er niet streng, maar ze krijgen dan ook weinig respect van de leerlingen.

Zoals Jan al vermeldde voor zijn gemeente, denk ik dat we over het algemeen wel kunnen stellen dat gemeenschapsscholen een slechtere reputatie hebben dan katholieke scholen. De leerlingen zouden losser zijn, meer kattekwaad uithalen en slechtere resultaten halen. Ook de scholen zelf zouden veel minder streng zijn voor hun leerlingen. In dit artikel blijkt het toch anders. De meeste zittenblijvers komen net uit het gemeenschapsonderwijs. Wat betekent dat die scholen niet meer slecht gedrag of lagere cijfers tolereren dan een katholieke school.
Nu lijkt het wel logisch dat het gemeenschapsonderwijs zulke reputatie krijgt als men kijkt naar de norm die het katholieke onderwijs oplegt. Als we dit artikel mogen geloven, ondergaan de leerlingen die zich willen aansluiten aan het katholiek onderwijs wel degelijk ‘subtiele’ selectieproeven waardoor ze vaak niet aangenomen worden. Dat vind ik verkeerd. Elke leerling moet de kans krijgen om zich in te schrijven bij een school naar zijn of haar keuze. Men mag daarbij niet het onderscheid maken tussen de sterkere en de zwakkere leerlingen. Het gemeenschapsonderwijs geeft net wel aan alle leerlingen een kans en dat is een mooie zaak.

Ik vind het jammer dat men meteen de gemeenschapsscholen afschildert als slechte scholen, terwijl men nog niet eens een degelijke reden geeft hoe het eigenlijk komt dat er opvallend meer leerlingen een C-attest krijgen, dan een A- of B-attest. De enige reden dat men ervoor geeft is dat er een sterker leerlingenpubliek wordt aangetrokken bij de katholieke scholen. Betekent dit dan dat alle zwakke of niet goedgekeurde leerlingen dan maar gedropt worden in het gemeenschapsonderwijs?
Ook vind ik dat de auteur van het artikel een duidelijk klassenverschil wil aantonen, en dit vind ik heel erg. Er is inderdaad wel een verschil in leerlingen, maar zijn leerlingen die in het katholiek onderwijs zitten daarom beter dan die van een gemeenschapsschool? Tenslotte zit de kans er in dat wij later niet alleen in een katholieke school moeten lesgeven, maar ook in een gemeenschapsschool. Ga jij dan als leerkracht deze school afwijzen omwille van vooroordelen? Het is wel dankzij deze gemeenschapsscholen dat leerlingen die uit een zwakkere sociale klasse komen of omwille van hun gedrag geweigerd zijn in de katholieke scholen, nog een kans krijgen in het onderwijs.