#1
|
||||
|
||||
Karl Kodat (1943-2012)
Karl Kodat
Iets meer dan drie weken geleden is hij gestorven: een der iconen van Royal Antwerp FC, de oudste voetbalclub van het land. In de landelijke pers was het bericht twee regeltjes waard; kurkdroge lijntjes die meldden dat Karl Kodat op 69-jarige leeftijd na een korte, maar hevige ziekte overleden was en zes jaar bij Antwerp had gevoetbald, twee keer vicekampioen was geworden en één bekerfinale had verloren. Geen foto, geen carrière-overzicht, geen waardig In Memoriam. Tijd voor een Wiedergutmachung want Karl Kodat was een uitzonderlijk voetballer. Door zijn onvoorspelbaarheid zoog hij je in zijn eentje naar het stadion toe. Een wonderkind annex enfant terrible, altijd een fijne combinatie om de eeuwigheid in te gaan. Om te beginnen is het goed te weten dat Karl Kodat een laatbloeier was, tot zijn 19de in een handelsverbond voetbalde omdat hij voor zijn moeder moest zorgen die gehandicapt was na een blikseminslag. Zijn vader heeft hij nooit gekend. Pas op zijn 21ste belandde hij bij Austria Wien waar hij vlug moest vertrekken nadat hij een verdediger een neusbreuk had geslagen en daardoor voor altijd als moeilijke jongen door het leven ging. Hij werd naar Austria Salzburg verbannen, de provincie in. Daar groeide hij uit tot een ware cultfiguur, een Torgarant, een Paradekicker. Kodat hamerde op de grote poort toen hij met de Oostenrijkse nationale ploeg schitterde op een afscheidswedstrijd van Pele, in Sao Paulo voor 130.000toeschouwers. Alle Braziliaanse monden vielen open, de overlevering omschrijft het optreden van Kodat als grandioos. Met onmiddellijke ingang werd hij tot de blanke Pele gebombardeerd. Die match zou voor Eddy Wauters de doorslag hebben gegeven om Kodat naar Antwerpen te halen. Uiterlijk had Karl Kodat weinig van Pele. Hij oogde niet als een atleet, was een schriel ventje met magere beentjes dat amper 60kilo woog. Met zijn platte haren en fijn snorretje leek hij meer op een ambtenaar bij de post of op een ouderwetse dameskapper. Maar er was zijn felle, ongezeglijke blik en zijn onvergelijkbare talent. Karl Kodat was een kruising tussen een spits en een spelmaker. Hij eiste de bal op en deed er iets moois mee, snel, schichtig en altijd intuïtief, verrassend vanuit de buik: een korte dribbel of een splijtende pass. Technisch verbluffend en immer koelbloedig. Scoren deed hij makkelijk, ook op de moeilijke momenten. Toen ik 16 was, heb ik tegen Kodat gespeeld, één keer. Met een ploegje uit 3de provinciale waren we uitgenodigd als sparringpartner van het grote Antwerp, op een donderdagavond, ergens in de jaren '70. De coach van Antwerp, de Hongaar Pal Czernai, liet ons drie keer 30minuten spelen en bij elke pauze nam hij omstandig allerlei tactische varianten door. Czernai zou later nog twee keer kampioen worden met Bayern München. De meest opvallende voetballer -we verloren met 10-1- was Roger Van Gool. Die demarreerde op rechts de zoden uit de mat, maar dé vedette was Karl Kodat. Hij stond verveeld te zuchten als de coach zijn uitleg deed, moest niks weten van Kadaverdisziplin, tjokte wat rond met zijn kop tussen de schouders tot hij plots zin had in een geniale bevlieging. Van dichtbij zag hij er minder schriel uit, eerder taai en pezig. Nog een wedstrijd die ik aan Karl Kodat koppel, is het voor Antwerp-fans traumatische duel tegen Ajax in de Uefacup. We schrijven 1974 en Cruijff is dan wel naar Barcelona verhuisd, Ajax brengt nog altijd een fameus elftal op de been met Krol, Suurbier, Haan, Blankenburg, de Mührens en Jan Mulder in de spits. Antwerp verliest in Amsterdam met 1-0 en komt ook in de terugwedstrijd met 0-1 achter. Hoog in de staantribune van een afgeladen Bosuil zie ik hoe rood-wit onder impuls van Karl Kodat dan over Ajax heen walst. Hij maakt zelf gelijk en een andere Oostenrijker, Alfred Riedl, brengt de ploeg van Guy Thys op 2-1. Ajax kraakt en 2minuten voor tijd scoort Riedl nog eens, op pass van Jos Heyligen. Het doelpunt van de kwalificatie wordt door de Duitse scheidsrechter Weylandt afgekeurd wegens buitenspel. Vermeend buitenspel bezweert iedereen die erbij was. Heel Antwerp spuwt vuur, ook Karl Kodat. Een Oostenrijker wordt niet graag afgevangen door een Duitser. Na zijn voetbalcarrière werd Karl Kodat elektriciteitsopmeter in Salzburg. Op gezegende tijdstippen keerde hij terug naar de Bosuil om onder luid applaus en in een groene boswachtersjas de aftrap te geven van een Antwerp-match. In de catacomben stak hij een sigaretje op. Op 29februari2012 verliet hij het leven na een fatale hersenvliesontsteking. 29februari, geen betere dag voor een enfant terrible. DS, 30-03-2012 (Frank Raes)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |