#1
|
|||
|
|||
Is de krant een medespeler?
Als De Standaard de voorpagina gebruikt om opiniërend te schrijven, dan gaat de krant haar journalistieke opdracht niet uit de weg, zegt TOM NAEGELS. Wel moet ze de mogelijke gevolgen van zo'n aanpak altijd goed inschatten.
Beslis nu! Neem de Europese aanbevelingen ernstig! Durf structurele hervormingen door te voeren! Overtuig uw eigen achterban! Laat belastingen de groei niet fnuiken! De Standaard van afgelopen vrijdag opende met niet minder dan vijf opdrachten aan formateur Elio Di Rupo - opdrachten die de krant zélf uitsprak, in niet mis te verstane imperatieven. Overschrijdt de redactie daarmee niet haar bevoegdheid, vroegen lezers zich af. Waant ze zich een medespeler, in plaats van een waarnemer? 'Die opdrachten horen op de opiniepagina's, als samenvatting van de ideologie van de krant', vond een lezer. Een andere beaamde: 'Opinie en analyse zijn voor mij welkom, maar dan op de daartoe voorziene pagina's. Deze bevelen op de voorpagina plaatsen geeft evenwel een duidelijke boodschap: dit is objectieve waarheid.' Die tweede lezer benadrukte dat hij het op zich eens was met de aanbevelingen. Zijn bezwaar gold het feit dat de krant haar analyse op een plaats publiceerde waar doorgaans het grootste nieuws van de dag staat. Ze maakte dus haar eigen mening tot belangrijkste nieuwsfeit. 'Tja', reageert hoofdredacteur Bart Sturtewagen. 'We behouden ons het recht voor om, in bijzondere omstandigheden, met de krant een statement te maken. Een tijdje geleden (op 29 oktober, TN) hebben we hetzelfde gedaan, door op de voorpagina op te roepen om een echte parlementaire onderzoekscommissie over Dexia in te richten. Het zou gek zijn als al onze lezers het op zo'n moment met ons eens waren, maar er blijven de opiniepagina's om er verder over te discussiëren. Kijk: je ziet hoe de economische donderwolken zich samenpakken, je stelt vast dat de onderhandelingen eindeloos blijven voortkabbelen. Moet je daar als krant iedere dag neutraal over berichten, “en de lezer vormt zelf wel zijn mening,? Natuurlijk vormt die zijn eigen mening - waarom zou onze oproep dat tegengaan? Maar je moet toch ook je nek durven uitsteken? Dus ontstond er in de loop van de week tijdens discussies tussen hoofdredactie, het nieuwsmanagement en de politieke redactie een korte lijst met opdrachten voor Di Rupo. Erg redelijke, me dunkt. “Laat belastingen de groei niet fnuiken, betekent niet dat we tégen belastingen zouden zijn - nieuwe belastingen zijn wellicht onvermijdelijk. Maar zie erop toe dat ze geen negatief effect hebben op de groei. Dat is wat daar staat.' 'Dit soort kwesties', besluit Sturtewagen, 'komt altijd neer op dezelfde spanning: enerzijds de verwachting dat een krant neutraal verslag uitbrengt over wat er zich in de wereld voordoet, anderzijds de daaraan tegenstrijdige opdracht om het systeem kritisch tegen het licht te houden. Je kan niet kritisch zijn, en géén standpunt innemen. Dat dat standpunt dan gedeeld wordt door anderen - politieke partijen, bijvoorbeeld - maakt je nog niet tot hun spreekbuis.' Essentieel in dit soort opiniejournalistiek is volgens mij inderdaad dat het over afzonderlijke thema's blijft gaan, en dat de krant niet keer op keer het standpunt van één partij tot het hare maakt. (Dat is nu niet het geval.) Essentieel is ook dat andere visies telkens voldoende ruimte krijgen. Maar dan bots je toch weer op de vraag van die lezers, waar niet zo snel overheen gegaan mag worden: kunnen die andere opinies wel op tegen een visie die niet door één man of vrouw is uitgesproken, maar door de krant in haar geheel? En kan je er wel van uitgaan dat dat instituut, dat net de eigen positie heeft duidelijk gemaakt, even fair zal zijn tegenover andere posities? De eerste is een vraag over macht. De tweede gaat over vertrouwen. Vertrouw je erop dat een redactie én een eigen mening kan uitdragen, én toch ook andermans meningen een forum wil bieden? Het is de essentie van wat hedendaagse mainstream journalistiek doet: tegelijk zelf het nieuws selecteren, duiden en erover opiniëren, en toch ook ruimte maken voor andere opinies, duidingen en (af en toe) selecties. Sommige nieuwscritici (onder wie ook lezers) wantrouwen dat proces: de macht van het instituut maakt, volgens hen, dat de mening van de redactie altijd meer invloed zal hebben dan de tegenwerpingen van een - altijd achteraf reagerende - schrijver van een opiniestuk. Vijf opdrachten voor Di Rupo op de voorpagina zijn dwingender, wegen zwaarder door dan diezelfde vijf op de opiniebladzijden - laat staan een andere reeks voor, pakweg, Alexander De Croo. Het is een gevaar waar een redactie zich bewust van moet zijn. In dit specifieke geval denk ik dat de schijn van vooringenomenheid die de vijf stellingen zouden kunnen oproepen ('het is uitsluitend de schuld van Di Rupo, die niet durft te springen' en 'de redactie van De Standaard is tegen belastingen, en dus voor Open VLD') voldoende genuanceerd wordt door de talloze andere artikels, analyses, duidingen en opinies die al over de begrotingsbesprekingen zijn verschenen. De scheidingslijn tussen (neutraal, feitelijk) berichtgeven en (gekleurd, opiniërend) stelling innemen is ook nooit zo helder te trekken als in theorie wel lijkt. Maar in een journalistiek die (in Vlaanderen en in het buitenland) almaar meer belang hecht aan opinie, en ook almaar vaker zélf als superopiniemaker optreedt, is het van het grootste belang om iedereen het vertrouwen te laten behouden dat elke visie - op voorwaarde dat ze goed geargumenteerd is - evenveel kans krijgt om de lezer te overtuigen. Bron: De Standaard op 23/11/11 Bespreking: Met de huidige mogelijkheden op het internet is het perfect mogelijk om onder de naam van de Standaard een forum te openen waar opinies gedeeld kunnen worden. De meningen die we nu kunnen terugvinden in artikels van de Standaard zijn meningen die we echt kunnen plaatsen onder een politieke voorkeur, een dat gaat me iets te ver (vb. 'Laat belastingen de groei niet fnuiken' zou zo een standpunt van OpenVld kunnen zijn). Artikels die weer niet op een ideologie gebaseerd zijn, zijn wel uiterst persoonsgebonden, en om die meningen kwijt te kunnen zijn genoeg andere middelen beschikbaar. Een krant, en toch zeker een kwaliteitskrant als De Standaard, moet objectief zijn nieuws kunnen verkondigen zonder zijn lezers een bepaalde mening 'aan te smeren'. |