|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Majesteit, er zijn geen Belgen meer
Majesteit, er zijn geen Belgen meer
De enig mogelijke uitweg uit de politieke impasse is de keuze voor een duidelijk confederalisme, vindt Jacques Vilrokx . En hij geeft meteen enkele suggesties voor Brussel, de faciliteitengemeenten en België. Behalve voor wie ziende blind is, is het duidelijk dat na de verkiezingen van 10 juni 2007 een onomkeerbare separatistische tendens zich aftekent in Vlaanderen. En na 7 november 2007 voelen ongetwijfeld veel landgenoten zich nog Belg, maar ze zijn het niet meer. We zijn, of we dat willen of niet, Nederlandstaligen en Franstaligen geworden. De vraag is hoe die separatistische stroomversnelling op een constructieve manier kan worden vertaald in een ambitieus project voor België als 'hoofdland' van Europa en voor Brussel als echte hoofdstad voor Europa en voor België. De enig mogelijke uitweg is de keuze voor een duidelijk confederalisme. Wat zijn de voorwaarden daarvoor? Welke problemen (die bekend zijn, maar waarvoor het in the box-denken van de vroegere en huidige politieke elites geen oplossingen biedt) moeten prioritair worden aangepakt? 1. Brussel We moeten durven inzien dat de beslissing om van Brussel een gewest te maken een onwaarschijnlijke blunder is geweest. Op geen enkele manier kan Brussel als gewest vergeleken worden met het Waalse of Vlaamse gewest. De relatieve autonomie van Brussel heeft eerder een vervreemdende invloed op de federale verstandhouding gehad dan een cohesieversterkende invloed. Brussel is tegelijkertijd meer en minder dan de twee andere gewesten. De politieke structuur ervan moet dan ook op tweeërlei wijze grondig herzien worden in functie van de eigenheid van de hoofdstad en van de fundamentele veranderingen die er op sociaal-economische, demografische en andere vlakken hebben plaatsgevonden. In de eerste plaats moeten de 19 gemeenten worden samengevoegd tot één entiteit. De hoofdstad moet een geïntegreerd beleid kunnen voeren op het gebied van de infrastructuur, politie en veiligheid, solidariteit tussen de rijke en arme delen van de stad, culturele uitstraling en zo meer. Het huidige lappendeken van gemeentelijke wingewestjes staat een alomvattend beleid, de hoofdstad van Europa waardig, in de weg. Ten tweede is er die allesbepalende Europese context. Door de europeanisering van Brussel is Brussel de afgelopen decennia een essentieel andere stad geworden en dat veranderingsproces is verre van beëindigd. Het lijkt dan ook logisch dat de Europese Unie een (veel) grotere verantwoordelijkheid dient op te nemen ten aanzien van de gevolgen van de europeanisering van Brussel. Dat kan alleen gebeuren indien de EU direct betrokken wordt bij het bestuur van Brussel. De oplossing bestaat erin om het bestuur van Brussel op een drieledige wijze te schoeien door de verschillende stakeholders te laten deelnemen aan het bestuur. Het statuut van Brussel, hoofdstad van Europa en van het confederale België, moet inderdaad vertaald worden in een bestuursconcept dat beantwoordt aan de verplichtingen van Brussel als Europese en Belgische hoofdstad. Het is niet meer dan logisch dat een beleidsbepaler zoals de EU, die Brussel maakt en breekt, een verantwoordelijkheid krijgt toebedeeld. Een evenredige samenstelling van de Brusselse bestuursorganen (aangeduid door de Europese Commissie, de Franstalige gemeenschap en de Nederlandstalige gemeenschap) kan de weerspiegeling zijn van de rol van Brussel in Europa en België. Een dergelijke constructie heeft alleen maar voordelen. Het communautaire ontstekingsmechanisme dat Brussel is, wordt geneutraliseerd: noch de Nederlandstalige gemeenschap, noch de Franstalige gemeenschap zullen, met de EU als 'waakhond', nog snode plannen kunnen smeden om Brussel als hun stad te claimen. De EU zal een, vooral ook financiële, verantwoordelijkheid dienen op te nemen om de leefbaarheid van de Europese hoofdstad te garanderen. 2. De faciliteitengemeenten Het tweede grote probleem is het statuut van de faciliteitengemeenten. Het is een illusie te denken dat de Vlaamse politieke partijen bereid zouden zijn de faciliteitengemeenten aan te hechten bij Brussel. Terecht: als dat zou gebeuren ontstaat de verwachting dat in een nieuwe onderhandelingscontext andere gemeenten uit de rand rond Brussel zouden kunnen worden geannexeerd. Een betere manier om de verstandhouding en de pacificatie tussen de gemeenschappen te kelderen moet nog worden uitgevonden. Er is een directe relatie tussen de agressiviteit van het FDF in de randgemeenten en de nationalistische tendens in Vlaanderen. Beide leiden tot hetzelfde resultaat: het einde van België. Met andere woorden, het arrogante imperialisme van het FDF en het bekrompen nationalisme in Vlaanderen zijn, om het wat wetenschappelijker uit te drukken, 'functionele equivalenten'. Maingain en De Wever, dat is Jansen en Janssen. Toch kan er een oplossing worden gevonden voor de faciliteitengemeenten. Ook hier weer een structurele ingreep met het doel, zoals dat voor Brussel het geval is, de lont uit het communautaire kruitvat te halen. De Vlaamse faciliteitengemeenten met een belangrijke Franstalige meerderheid zouden paritair bestuurd moeten worden. Vlaanderen moet dan wel toestaan de faciliteiten niet te laten uitdoven. Iedereen die de faciliteitengemeenten kent, weet dat een consensus-samenlevingsmodel mogelijk is als de Franstalige politieke partijen in de faciliteitengemeenten minder zouden bezig zijn met een taalpolitieke strategie dan wel met het welzijn van de burgers en het efficiënt en decretaal correct besturen van de gemeente. In Brussel is een dergelijk samenlevingsmodel zich langzaam maar zeker aan het ontwikkelen: Charles Picqué is in de recente periode de bedachtzame verdediger geweest van een tolerante houding tussen de gemeenschappen en zijn reacties op het communautair gehoest van de laatste weken staat in schril contrast met de 'hysterisch pathetische' vertoning die de '25 van Brussel' hebben opgevoerd op 8 november. 3. Een confederaal België Wat zijn, derde en laatste punt, enkele uitgangspunten van een Belgisch confederalisme naast de hierboven aangehaalde punten? Uiteraard een verregaande autonomie van de twee gewesten. Het is slechts een schijnbare tegenstelling dat er pas van een goede samenwerking tussen verschillende partijen sprake kan zijn indien die partijen een wel bepaalde zelfstandigheid hebben. Dan kunnen relaties op een hechte manier ontwikkeld worden en wordt het geheel sterker. Dan is het ook mogelijk om de unieke politieke positie van België op het internationale podium te vrijwaren. Dan is het mogelijk om de Belgische economische productie op een doeltreffende manier aan te bieden. Zo min als iemand in het buitenland weet in welk gewest ons bier en onze pralines gemaakt worden (in de drie gewesten, tiens), weet ik niet uit welke federatie het Swiss army knife vandaan komt, en het kan mij ook geen zier schelen. Het beginsel van subsidiariteit (wat men lokaal goed kan realiseren, niet centraal moet worden aangestuurd) moet richtinggevend zijn. Het behoud van een confederale solidariteit, met name op het gebied van de sociale zekerheid enerzijds, en het voldoen aan Europese en internationale verplichtingen en vertegenwoordiging anderzijds, vormen de achtergrond waartegen die subsidiariteitsafspraken moeten worden gemaakt. Vlaanderen is altijd een gastvrije regio geweest. Hoffelijkheid zal altijd met hoffelijkheid worden beantwoord. Een open politiek tegenover de anderstaligen in Halle-Vilvoorde is zeer goed mogelijk zoals ook de communautaire struikelblokken, Brussel en faciliteitengemeenten, kunnen worden opgeruimd. Een confederaal basiscompromis met een gefaseerde timing voor de uitvoering ervan door een drieledige regering (de MR moet haar obsessie tegenover de PS maar in de koelkast steken) is daarvoor echter noodzakelijk. Het is de voorwaarde of België zal zijn of niet meer zal zijn. Jacques Vilrokx is socioloog verbonden aan de VUB DS, 17-11-2007
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |