Helft allochtone jongeren verlaat secundair onderwijs zonder diploma
Zowat de helft van de allochtone jongeren van Turkse of Noord-Afrikaanse afkomst verlaat het secundair onderwijs zonder diploma.

Oorzaak is onder meer het lagere sociaal-economische milieu van de jongeren, de andere thuistaal en de laattijdige intrede in het secundair onderwijs.
Dat blijkt uit de resultaten van de vakgroep Tempus Omnia Revelat (TOR) van de Vrije Universiteit Brussel (VUB), die zijn gebundeld in het boek "Wit krijt schrijft beter. De schoolloopbanen van allochtone jongeren in Vlaanderen".

Het onderzoek is gebaseerd op een peiling bij 9.000 Vlaamse jongeren van 23 jaar, uitgevoerd door de interuniversitaire onderzoeksgroep SONAR.

Van de Turkse en Noord-Afrikaanse jongeren start minder dan 20 procent van de jongens en minder dan 25 procent van de meisjes in het hoger onderwijs. Bij autochtone jongeren is dat 57 procent van de jongens en 71 procent van de meisjes.
Meer dan 40 procent van de Turkse en Noord-Afrikaanse jongeren begint het secundair onderwijs op een leeftijd ouder dan 12 jaar, wat meteen een achterstandpositie inhoudt.

Ook de doorstroom bij allochtone jongeren verloopt moeilijker dan bij autochtone jongeren. Van de Turkse en Noord-Afrikaanse jongeren blijft 55 pct van de jongens en respectievelijk 32,5 pct en 42 pct van de meisjes minstens één keer zitten. Bij de autochtone jongens blijft bijna 38 pct minstens één maal zitten, bij de autochtone meisjes is dat 23,8 pct.

De oververtegenwoordiging van Turkse en Noord-Afrikaanse jongeren in het beroepsonderwijs springt eveneens in het oog, zeker bij de meisjes. Bijna 70 pct Turkse meisjes en 58 pct Noord-Afrikaanse meisjes volgen beroepsonderwijs, tegenover 17,8 pct van de autochtone meisjes.

Het thuismilieu en de laattijdige intrede in het secundair onderwijs kunnen bijna volledig het etnisch verschil verklaren in het behalen van een diploma in het secundair onderwijs, aldus de onderzoekers. De kansen op een succesvolle schoolse loopbaan zijn dus al verdeeld voor de start van het secundair onderwijs.

"Het sociaal-economische milieu verklaart in belangrijke mate de resultaten", aldus Ignace Glorieux, medeauteur van het boek. "Uiteraard is dat milieu even doorslaggevend voor allochtone als voor autochtone jongeren, maar allochtone jongeren zijn veel meer vertegenwoordigd in dat lagere sociaal-economische milieu."

De onderzoekers wijzen erop dat in ons onderwijssysteem een vroege achterstand nooit meer goed te maken is. "Het zou daarom inderdaad niet zo slecht zijn de schoolplicht te vervroegen en de schoolvakanties te herschikken", aldus Glorieux.

Bron: Gazet van Antwerpen, 24 januari 2007.

__________________

Het zal er allemaal mee te maken hebben denk ik... Maar dan kunnen we ons de vraag stellen: 'hoe is het mogelijk dat allochtone jongeren meer vertegenwoordigd zijn in het 'lager' sociaal-economisch milieu terechtkomen?'

Is dat niet omdat wij als maatschappij dit sterk in de hand werken door hen minder kansen te geven? (bv. beperken in het dragen van een hoofddoek en het weinig kansen geven op de arbeidsmarkt.) Waarom zouden allochtone jongeren nog moeite doen om een diploma te behalen?

Verder zie ik dat we de taalbarrière, zoals uit het onderzoek ook blijkt, nog steeds veel te veel onderschatten waardoor we terechtkomen in een cirkeltje van generaties die elkaar beïnvloeden.

Ik geloof dat het dus niet iets is van 'gewoon' maar aanvaarden. Maar dat het aan ons is om werkelijk actief in te grijpen en kansen te geven om zo ook allochtone jongeren via het onderwijs een positieve betekenis te laten krijgen in onze samenleving! Concreet betekent dit voor mij dat ik erin geloof dat dat bereikt kan worden door bijvoorbeeld leerkrachten of 'ervaringsdeskundigen' (zoals het principe wordt toegepast bij mensen die leven in armoede) in het onderwijs in te zetten om zo kloven te verkleinen.