![]() |
|
![]() |
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
![]() Trump vindt ze “te links”, dus moeten publieke omroepen het met 1 miljard minder doen
De Amerikaanse president Donald Trump zette de Senaat onder druk om de federale subsidies voor de publieke omroepen droog te leggen, wegens “te links”. Vooral lokaal nieuws zal daaronder lijden. Zo groot en dominant als hun Europese tegenhangers zijn ze niet, de Amerikaanse publieke omroepen National Public Radio (NPR) en Public Broadcasting System (PBS). Toch bereiken de radiomakers van NPR en de televisiemakers van PBS wekelijks tientallen miljoenen luisteraars. Ze brengen reportages en diepte-interviews over de binnen- en buitenlandse actualiteit, net als educatieve programma’s en natuurdocumentaires. Hun muziekshows, zoals de Tiny Desk Concerts, gaven een lange reeks indiemuzikanten een cruciaal duwtje in de rug. PBS maakt niet alleen actualiteitsprogramma’s als Newshour, maar zendt al 55 jaar lang Sesamstraat uit. Op snelwegritten door dunbevolktere delen van de VS zijn lokale radiostations aangesloten op het NPR-netwerk vaak de enige bron van ernstig nieuws op de FM-golf, te midden van rock- en hitzenders, sportzenders, christelijke en rechtse radio. Voor kleine gemeenschappen in uithoeken van het land zijn publieke zenders vaak de belangrijkste of enige overblijvende media die berichten over de plaatselijke politiek, publieke diensten of aankomende weerrampen. De publieke omroepen zijn al lang een doelwit van de Republikeinen, die hen aanwrijven het wereldbeeld van de linkse, stedelijke elites uit te dragen. Daarom eiste Trump van het Congres dat het de federale subsidies voor NPR en PBS zou droogleggen. “Gelijk welke Republikein die ervoor stemt om dit gedrocht te laten blijven uitzenden, zal niet mijn steun of goedkeuring krijgen”, zei Trump. Donderdagochtend schikte de Senaat zich, in navolging van het Huis, naar zijn wens. Met 51 stemmen tegen 48 keurden ze een besparingspakket goed van 9 miljard dollar. 8 miljard daarvan heeft te maken met buitenlandse hulp, eerder door het Congres zelf goedgekeurd. De resterende 1 miljard zijn geschrapte subsidies die via de Corporation for Public Broadcasting (CPB) bij de publieke omroepen moesten belanden. De besparingen slaan toe vanaf oktober. “Linkse echokamers” De nationale programma’s van NPR en PBS zullen daarvan deels de impact voelen. Doordat een aantal van die programma’s geregeld de klemtoon leggen op thema’s die progressieven bezighouden, zoals de rechten van inheemse Amerikanen of lgbti-gerelateerde debatten, werden de makers de kop van Jut in Republikeinse ogen. “NPR en PBS zijn in toenemende mate radicale linkse echokamers geworden voor grotendeels welvarende, witte, stedelijke liberalen en progressieven, die neerkijken op en oordelen over het Amerikaanse platteland”, zei Marjorie Taylor Greene eerder dit jaar. Zij is een van de meest radicale America First-Congresleden en een boegbeeld van de kruistocht tegen de publieke omroep. Peilingen wijzen uit dat de overgrote meerderheid van de NPR-luisteraars inderdaad hogeropgeleide, witte Democraten zijn. Dat ‘hun’ thema’s bovengemiddeld weerspiegeld worden in de NPR- en PBS-programmatie, leidde ook wel eens tot kritiek bij een aantal lokale publieke zenders, die met de omroepen samenwerken en, voor een beperkte lidmaatschapsbijdrage, hun werk mogen overnemen. Het zijn vooral die lokale zenders die geraakt zullen worden door de besparingen. NPR haalt slechts 2 procent van zijn rechtstreekse financiering van de federale overheid, PBS 15 procent. De rest komt van stichtingen, ledenbijdragen en andere sponsors. De honderden lokale stations leunen veel meer op federaal geld en dreigen nu drastisch te moeten knippen in hun budgetten of gewoon te verdwijnen. Zij zenden, naast de nationale NPR-programma’s of uitzendingen van de Britse BBC, hun eigen werk uit, dat gericht is op lokale debatten, noden en gebeurtenissen. Af en toe maken ze reportages uit hun deel van het land die nationaal uitgezonden worden. Maar ze zijn vooral essentieel voor de eigen gemeenschappen. “Levensader” “Ik ben een voorstander van de publieke omroep”, zei de Republikeinse senator uit Alaska, Lisa Murkowski, vorige maand. “Het is een levensader voor veel van mijn kleine, rurale gemeenschappen.” Murkowski stemde tegen de besparingen die Trump geëist had, temeer omdat de president daarmee een fundamentele bevoegdheid van het Congres – beslissen over overheidsuitgaven – naar zich toe trok. De bezuinigingen passen in een breder offensief dat de regering-Trump lanceerde tegen media die kritisch berichten. Ze volgen op een reeks rechtszaken tegen grote commerciële mediareuzen en op de zware besparingen bij de internationale omroep Voice of America (VoA). Die werd tijdens de Tweede Wereldoorlog opgericht door de Amerikaanse overheid om nazipropaganda te counteren en bleef nadien met een onafhankelijke redactie nieuws brengen op Amerikaanse leest in autoritaire staten. Tot die redactie werd ontmanteld door Kari Lake, America First-politica, complotdenkster en een voormalige journaliste. Zij noemde VoA “rot tot op het bot” en bracht de werking van de omroep tot een halt door 85 procent van het personeel te ontslaan. Blog DS, 17-07-2025 (Roeland Termote) |