|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Denk je nu echt dat China zich iets aantrekt van sancties?
Denk je nu echt dat China zich iets aantrekt van sancties?
Blijf niet vastzitten in het verleden, waarschuwt Ai Weiwei. Ooit dacht het Westen zijn vrijemarktdenken te kunnen opdringen, vandaag krijgt het lik op stuk van China en zijn staatskapitalisme. De regering-Trump speelt met het idee om sancties op te leggen aan Chinese gezaghebbers en leden van de Communistische Partij. Of dat een goed idee is? We vragen ons best eerst af hoe het zover gekomen is. Waar de Koude Oorlog tussen de VS en de Sovjet-Unie over ideologie ging, is de krachtmeting met China iets heel anders. De Chinese staat heeft geen ideologie, geen religie, geen morele agenda. De socialistische mantel is niet meer dan een schaamlap. In werkelijkheid is China een dictatuur gebaseerd op staatskapitalisme. Wat de wereld vandaag te zien krijgt, is dus een wedloop tussen het Amerikaanse vrijemarktkapitalisme en het Chinese staatskapitalisme. Hoe moeten we dit schaakspel lezen? Uitvoer van waarden ‘Binnenlandse onderdrukking en openheid naar de wereld’, luidde het principe achter de post-maoïstische dictatuur in China. Uit het buitenland importeerde het de knowhow. Dankzij Amerika’s opendeurenbeleid zijn er op dit moment naar schatting 360.000 Chinese studenten ingeschreven. De afgelopen veertig jaar zijn er minstens een miljoen teruggekeerd naar China, om hun technische kennis door te geven aan de autoritaire structuren die de dictatuur schragen. Het is wellicht de belangrijkste transfer van personen in de geschiedenis. Toen ik mezelf in de jaren 80 aanmeldde om te gaan studeren in de VS, moest ik een lijst invullen met daarop de vraag of ik ooit lid geweest was van de Communistische Partij. Waarschijnlijk om ideologische risico’s te vermijden. Onder de Chinese studenten die samen met mij aankwamen, zaten er ongetwijfeld ettelijke partijleden die, vaak met een beurs, op de beste scholen in de VS belandden. Vervuld van liberale waarden zouden studenten die waarden dan ook meenemen naar China – daar gingen de Amerikanen tenminste van uit. Maar het verliep veeleer zo: even snel als de Chinese studenten de culturele verschillen oppikten tussen de twee landen, kwamen ze tot de logische conclusie dat Amerikaanse waarden, hoe geschikt ook voor Amerika, geen kans maakten in het Chinese systeem. Mocht die uitvoer van waarden succesvol geweest zijn, zou een groot deel van China intussen wel overstag gegaan zijn. Maar wat is er gebeurd? Velen die terugkeerden, leiden vandaag Chinese topbedrijven, terwijl het anti-Amerikaanse sentiment nog even sterk is als tijdens het Maotijdperk. Moreel moeras Washington is daar grotendeels zelf verantwoordelijk voor. In de jaren na het bloedbad op het Tiananmenplein in 1989, hielden zowel Republikeinse als Democratische regeringen vast aan een absurde theorie: China rijk laten worden en toekijken hoe het ontwikkelende kapitalisme vanzelf tot vrijheid en democratie zou leiden. En, heeft de kapitalistische concurrentie, die allesverslindende machine, China tot bezinning gebracht? Het regime is geen sikkepit veranderd. Wat wel veranderd is: Amerikaanse ondernemers gingen de Chinese dictatuur benaderen met een kruiperige glimlach. Wat een opwindende zakenpartner ook: heerser van een rijk waar geen arbeidsrechten of gezondheids- en veiligheidsregels bestonden, geen frustrerende vertragingen omdat politieke partijen het niet eens raken, geen kritiek van vrije media en geen gevaar om teruggefloten te worden door onafhankelijke rechtbanken. Een natte droom voor Europese en Amerikaanse bedrijven die wilden produceren voor de export. En ja, sommige streken in China deelden in de winst. Weliswaar met een serieus prijskaartje: de toekomst van het land werd gehypothekeerd. De samenleving zonk weg in een moreel moeras, verstoken van alle menselijkheid en bijna onmogelijk om aan te ontsnappen. Het Westen paste zich ook aan. Gedaan met praten over liberale waarden, de dictatuur kreeg vrij spel. Deng Xiaoping – met zijn devies ‘vermijd confrontaties’ – en Jiang Zemin – ‘hou je gedeisd en rijf het geld binnen’ – creëerden het kader voor de snelle economische groei. Europese en Amerikaanse ondernemingen plukten de eerste vruchten van de economische boom. Zij zaten in een draagstoel, die de berg op getild werd door hun Chinese partners. Tot halfweg naar de top was het een heerlijk uitje – frisse lucht, veel zon. Maar toen legden de dragers hun stokken neer en begonnen ze aan te dringen op verandering. Ook zij wilden hogerop. Vanuit het politieke centrum in China kwam er plots een ander signaal: in plaats van ‘zoek geen ruzie’ werd het ‘ga ervoor’. Wat konden de westerse kapitalisten doen? Terug naar beneden wandelen, de berg af? Ze kenden de weg niet eens. De echte crisis Covid-19 heeft de VS maar half wakkergeschud. Terwijl de twee grote partijen bekvechten over de epidemie, wordt het westerse systeem zelf uitgedaagd. Dat is de echte crisis. Van buitenaf ziet het Amerikaanse model eruit als een bureaucratische warboel van conflicterende belangen, zonder langetermijnvisie, historische ambitie of idealen, gedreven door pragmatiek op korte termijn en gegijzeld door bedrijfskapitaal. Zijn sancties dan aangewezen? Onlangs wees een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Peking er fijntjes op dat de VS en China in die mate economisch verstrengeld zijn dat het zou neerkomen op sancties tegen jezelf. Bovendien zijn de VS geen partij voor China als het aankomt op het vermogen tot lijden. Hij heeft een punt: in een dictatuur zijn het niet de leiders die offers moeten brengen. In de jaren 60 zei Mao: ‘Ons boycotten? Doe maar, acht jaar, tien jaar, China heeft alles wat het nodig heeft.’ Luttele jaren later had Mao kernwapens en was hij van niemand bang. Het Westen moet dringend zijn systeem bijstellen, zijn politieke en culturele vooruitzichten, en zijn humanitarisme herontdekken. De uitdagingen zijn niet alleen politiek, ze zijn ook intellectueel. Het is tijd om oude denkpatronen en termen af te schudden. Zonder nieuwe woordenschat kan er geen nieuw gedachtegoed ontstaan. Neem de strijd die vandaag in Hongkong woedt: de theorie is eenvoudig en het geloof puur. De nieuwe politieke generatie in Hongkong verdient het respect van het Westen, en ze verdient het om in andere bewoordingen besproken te worden. ‘Sancties.’ Het is een term uit de Koude Oorlog die verwijst naar een voorbijgestreefd beleid. Slagen de VS er niet in om verder te denken dan dat, dan mogen ze hun bevoorrechte positie in deze veranderende wereld wel vergeten. DS, 08-08-2020 (Ai Weiwei), <The Guardian Laatst aangepast door bijlinda : 9th August 2020 om 00:09. |