Is je 10-jarige dol op Minecraft? Meespelen is een goed idee

Games zijn razend populair bij jonge kinderen, maar ouders zijn er veel te weinig bij betrokken. Dat zeggen onderzoekers van de KU Leuven in Het Nieuwsblad. Samen met de Nationale Loterij onderzochten ze het gamegedrag bij 10- tot 12-jarigen. Hun advies? "Speel mee met je kind, dan hou je een vinger aan de pols over wat er zich in die wereld afspeelt."
Kathleen Heylen
08:45



Het Instituut voor Mediastudies van de KU Leuven onderzocht samen met de Nationale Loterij het gamegedrag bij 645 kinderen in het vijfde en zesde leerjaar van de lagere school in heel Vlaanderen. Dat leverde enkele opvallende resultaten op.

85 procent van de kinderen speelt games, 75 procent doet dat online
63 procent van de 10- tot 12-jarigen heeft een eigen tablet, 45 procent een eigen smartphone: het mobiel spelen zit heel sterk in de lift
55 procent van de kinderen zegt dat hun ouders nooit meespelen, 55 procent zegt dat hun ouders de inhoud van online games vooraf nooit even bekijken
55 procent praat nooit met hun kinderen over die games en/of geeft advies , 25 procent zelden, 18 procent af en toe

"55 procent van de ouders die nooit met hun kind meespelen en ook niet met hun kind praten over die spelletjes en wat daarin gebeurt, dat is een bijzonder grote groep", zegt onderzoekster Rozane De Cock van de KU Leuven aan VRT NWS. "Een gemiste kans, vinden wij. Ouders hebben geen zicht op wat kinderen online doen in die spelletjes. Het lijkt ons net wél belangrijk dat ouders zich bezighouden met de virtuele wereld waarin hun kind leeft."

"Game op regelmatige basis samen met je kind", zegt De Cock. "Je versterkt de band met je kind, maar ook: je leert eigenschappen van je kind op een andere manier kennen. Heel wat van die online spelletjes scherpen de creatieve vaardigheden aan. Denk aan Minecraft bijvoorbeeld, waar je een hele virtuele wereld moet bouwen. Ze doen een beroep op creativiteit en vindingrijkheid. Je ziet ook hoe hoe goed ze met die digitale tools op zich kunnen omgaan."

"Anderzijds komen je kinderen via die games in aanraking met elementen die wij als volwassenen wel goed kunnen inschatten, maar zij nog niet. Denk aan online chatten, wat binnen die spelletjes vaak gebeurt. Dat houdt ook gevaren in. Je wil toch graag weten of je 10-jarige op een goede, mediawijze manier kan reageren op die anonieme online gesprekken."

De Cock wijst ook op zogenoemde in app purchases, aankopen in het spelletje zelf. Dikwijls kleine bedragen, maar vele kleine bedragen maken een groot. "Daarnaast dienen die aankopen vaak om je zelf te onderscheiden van anderen, bijvoorbeeld een nieuwe cover of extra tools. Hoe unieker, hoe beter, maar ook hoe duurder. We zien in die games zelf soms ook dat er spelletjes worden georganiseerd om extra's te verdienen, dat neigt dan al naar kansspelen."
Concreet

Informeer je vooraf over de inhoud en vorm van het spel
Bedenk: de leeftijdscategorie voor wie het bestemd is, staat er niet voor niets
Game geregeld eens mee met je kind, zo kan je hen al spelend tips over veilig surfgedrag meegeven

Op zoek naar de meest mediawijze klas van Vlaanderen

Van 6 tot en met 10 november 2017 gaan Mediawijs, Ketnet en Mediaraven op zoek naar de "Meest Mediawijze klas van Vlaanderen", via het spel "De Schaal van M. Dat is vooral gericht op kinderen uit het vijfde en zesde leerjaar. Via opdrachten rond veilig en gezond internetgebruik kunnen ze prijzen winnen. Ook thuis kunnen kinderen meespelen. "De Schaal van M" is verbonden aan het Ketnetprogramma "4eVeR".


Bron: VRT Nieuws 2-11-2017 https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2017/1...el-met-je-kind/

Mening: Ik ben het eens met dit artikel. Ouders zouden zich meer in de belevingswereld van hun kinderen moeten inleven. Behalve dat het de relatie tussen ouder en kind versterkt, begrijpt men elkaar ook beter. Daarnaast kan de ouder een controlerende macht uitoefenen, zoals een ouder toekijkt op het speelplein en ingrijpt wanneer er een ruzie ontstaat bijvoorbeeld.
Behalve voor ouders, vind ik ook dat er een rol is weggelegd voor leerkrachten. Ook leraren zouden zich meer in de belevingswereld van hun leerlingen moeten inleven. En daarmee bedoel ik niet alleen de lesstof aanpassen zodat het onderwerp gaat over de dingen die leerlingen aangaan, maar ook interesse hebben en vragen naar wat de leerlingen bezighoudt in hun vrije tijd. Daarbij kan men best ver vragen als het over een digitale wereld gaat; watvoor spelletjes speel je en wat doe je daar dan allemaal in zo'n spel?