|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
Crevits wil alle kleuters op school
Kinderen die niet naar de kleuterklas gaan, lopen vijf keer meer kans op zittenblijven later. Minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) wil de kleine maar hardnekkige groep niet-schoolgaande kleuters daarom op school krijgen.
Dat schrijven de kranten van Mediahuis. In Vlaanderen gaat een overweldigende meerderheid van de vijfjarigen naar de kleuterschool: 99 procent. En van de ingeschreven kleuters is maar 2,5 procent onvoldoende aanwezig, dat wil zeggen minder dan 22 halve dagen. De wegblijvers vormen dus maar een kleine groep, maar toch wil minister Crevits hierop inzetten. 'Ik wil die kinderen niet opgeven', zegt ze. Uit een eerste analyse is immers gebleken dat een vijfjarige die voldoende aanwezig is in de klas, 11 procent kans loopt op schoolse achterstand later. Voor een leeftijdsgenoot die te weinig aanwezig is, loopt die kans op tot 54 procent, of vijf keer meer. Duidelijk is ook dat de kinderen die niet of te weinig naar de kleuterschool gaan, vaker een andere dan de Belgische nationaliteit hebben en dat ze meer uit kwetsbare groepen komen. De conclusies komen uit een rapport dat het Departement Onderwijs en Vorming heeft gemaakt over de schoolloopbaan van kinderen uit het geboortejaar 2006. Crevits wil tegen 2016 maatregelen voorstellen om deze doelgroep op de kleuterschool te krijgen. Bron: 07 december 2015 07:38 - http://www.tijd.be/politiek_economi...wsstream_recent Mening: Ik ga akkoord met Hilde Crevits (CD&V). Het is belangrijk dat alle kleuters naar het kleuteronderwijs gaan. De Kleuterleidsters in het kleuteronderwijs werken aan de ontwikkeling van kinderen en maken hen klaar voor het lager onderwijs. De kleuters krijgen er vaardigheden zoals motorische ontwikkeling, sociale vaardigheden, … en hebben later minder kans op zittenblijven. Ook is het belangrijk dat kinderen op regelmatige basis naar school gaan want zo hoeven ze zich niet telkens opnieuw aan te passen aan het ritme, de afspraken en de klasgenootjes. |
#2
|
|||
|
|||
Op het eerste zicht vond ik 2,5% kinderen niet veel en vond het probleem dus ook niet zo groot. 220 halve dagen lijken op het eerste zicht nog voldoende schooldagen maar als je er over nadenkt is dit nog niet de helft van het schooljaar. De kinderen die hier dus niet aan voldoen, komen nog niet de helft van de schooldagen opdagen. Het ideale beeld voor de ontwikkeling van de kleuters zou juist zijn dat de leerlingen heel wat meer dan 220 halve dagen naar school komen.
Mijn moeder, kleuterleidster in Antwerpen, legde me uit dat dit bij hun op school inderdaad ook een groot probleem is en verklaarde dit aan de hand van volgende redenen. Kinderen die geen 220 halve dagen naar school gaan in de derde kleuterklas missen een heleboel: ze hebben meestal geen goede werkhouding, ze kunnen zich niet lang concentreren, ze kunnen geen half uur met hetzelfde bezig zijn, ze missen schoolse vaardigheden (die hen heel veel worden aangebracht in de derde kleuterklas), ... Denk alleen maar aan het voorbereidend werk dat daar vooraf gaat aan het eerste leerjaar: vormen onderscheiden om zo nadien letters te onderscheiden, gelijkenissen en verschillen herkennen, leren tellen, getalbeelden en nadien cijferbeelden herkennen, rijmen, hakken en plakken, ... Allemaal zaken die zeker niet veel aan bod komen in een gezin maar waar nadruk op gelegd wordt in de kleuterklas omdat ze deze vaardigheden later nodig hebben. Al spelend met andere kinderen leert men zelfs niet alleen deze vaardigheden maar ook nog sociale vaardigheden, leert men omgaan met allerhande situaties en leert men voor zichzelf opkomen. Meestal zijn het ook nog anderstalige kinderen die weinig naar school komen. Dat heeft tot gevolg dat ze ook het Nederlands minder beheersen en hierdoor het nog moeilijker hebben in hun verdere schoolcarrière. Daarom moeten scholen zich meer inzetten om ook deze kanshebbers meer te stimuleren, om hun ouders meer op het belang van die aanwezigheid op school te wijzen, om hen zo ver te krijgen dat ze wel hun kind zo veel mogelijk naar school willen sturen. Als dit probleem vastgesteld wordt, moet er kort op de bal gespeeld worden. Er dient meteen een gesprek met de ouders plaats te vinden waarin deze zaken ook uitgelegd worden. Eventueel kan je dit aspect ook al in de vorige kleuterjaren aanhalen om zo ook de kleuters en hun ouders te motiveren om naar school te komen. Tevens denk ik dat het heel belangrijk is om een veilige omgeving te creëren waarin de kleuters zich comfortabel voelen zodat ze ook met plezier naar school gaan en de schooldruk minder voelen. |