|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
||||
|
||||
Heeft artificiële intelligentie straks de artificiële mens uitgevonden?
Heeft artificiële intelligentie straks de artificiële mens uitgevonden?
Eerst komt de technologie, en de rechtvaardiging hobbelt erachteraan. Voor die waarheid zijn veel AI-enthousiastelingen blind, schrijft filosoof François Levrau. Maar het “opium voor het volk” neemt dan ook steeds nieuwe vormen aan. Een oude filosofische discussie gaat over het verschil tussen het zogenoemde ‘materialisme’ en ‘idealisme’. Karl Marx en Georg Wilhelm Friedrich Hegel spelen hier een hoofdrol. Hegel meende, als denker in de idealistische school, dat de ideeën aan de materiële wereld voorafgaan. Marx draaide die logica om: het zijn juist technologische en economische ontwikkelingen (de ‘onderbouw’) die de grond leggen voor de ideeën (de ‘bovenbouw’). Om het verschil te illustreren: stel u een tafel van wijzen voor die nadenken over de toekomst van het onderwijs. Volgens Hegel zouden deze wijzen kunnen besluiten dat een AI-chatbox nuttig is, waarna zo’n chatbox wordt gecreëerd. Het materialisme van Marx daarentegen beschrijft de situatie aldus: ChatGPT bestaat al, en nu rechtvaardigen de wijzen het gebruik ervan in het onderwijs. De realiteit lijkt Marx hier gelijk te geven. De pedagogie stelt zich flexibel op en voegt zich naar de nieuwste technologie: ondanks alle discussies over de ‘verantwoorde omgang’ met AI, ondanks alle geruststellende toekomstbeelden waarin AI als ‘hulpje’ figureert, raast de AI-trein voort. Zoals religie volgens Marx ooit als “opium” diende, waardoor het volk zijn eigen cognitieve dissonantie niet onder ogen hoefde te komen, zo lijken de aanhangers van het vooruitgangsgeloof ook vandaag niet te beseffen dat ze de komst van AI vooral bezingen omdat ze onvermijdelijk is. De AI-ontwikkelingen zijn echter een groot experiment waarvan de ware gevolgen nog moeten blijken. Tegenover het jubelkoor van de vooruitgang is het nu aan ethici en filosofen om de cognitieve dissonantie aan het licht te brengen en de moeilijke vragen te blijven stellen. Terminale paradoxen Dergelijke moeilijke vragen kaderen binnen een bredere cultuurkritiek. Zo schrijft Milan Kundera dat we leven in een tijd van “terminale paradoxen”. De technologische en wetenschappelijke rationaliteit van de middelen wordt verheerlijkt, maar dat gaat samen met een volstrekte irrationaliteit van de doelen. Er is geen wegwijzend waardesysteem, waardoor we elk gevoel van richting ontberen. Zo belooft ChatGPT efficiëntie en gemak, maar zijn dat de zaken die we koste wat het kost moeten maximaliseren? Wat is bijvoorbeeld precies de meerwaarde van al dat ChatGPT-gebruik in het onderwijs? De papers worden sneller en ‘beter’ geschreven, en voor specifieke oefeningen zie ik ook wel de voordelen, maar verliezen we niet veel op het vlak van autonomie, creativiteit, geduld, denkkracht, concentratie, doorzettingsvermogen, frustratietolerantie? Verhoogt de toepassing van AI onze empathie en weerstand tegen kritiek, of brokkelen deze kwaliteiten af? Verbetert ze ons taalgebruik of leidt ze tot taalarmoede? Maakt ze ons slimmer? Leidt ze tot verdieping en bezinning, of dient ze veeleer de homo ludens (die zich wil amuseren) en de homo economicus (die op efficiëntie is gericht)? Dat zijn vragen die nog onvoldoende worden gesteld (en dus beantwoord), maar intussen wordt ChatGPT massaal gebruikt en gepromoot. Een andere paradox waarop Kundera wijst, is dat wij met behulp van de technologie “heer en meester” werden over de natuur, terwijl wij tegelijkertijd veranderden in een speelbal van de vooruitgang. Dat klopt, want waar geleidelijke veranderingen vroeger het idee nog niet ondermijnden dat het persoonlijke en collectieve leven een bepaalde (zinvolle) richting uitging, die je meer of minder kon bijsturen, word je tegenwoordig verondersteld gewoon mee te surfen op de nogal wilde golven van de technologische ontdekkingen. De mens, zo vreest Kundera, is zichzelf aan het afschaffen. Hij meent terecht dat er een nieuwe synthese nodig is tussen rationaliteit en levenswijsheid. Als ik zie hoe gedachteloos artificiële intelligentie soms wordt ingezet, dan kan ik zijn angst en zijn wens alleen maar onderschrijven. Eeuwig Apeldoorn bellen Ik acht de kans groot dat het gebruik van AI op termijn dermate evident wordt, dat mensen zich nauwelijks nog kunnen voorstellen dat ze ook zonder ChatGPT in staat zijn iets voort te brengen. Dat is belangrijk, want wat wij voortbrengen zegt iets over ons zelf. De vraag is dus niet alleen wat wij als mens nog zelf kunnen en willen doen, maar ook wat wij als mens eigenlijk nog zijn. Leidt ChatGPT niet vooral tot existentiële vervlakking? Als elke weerstand en uitdaging die de mens ervaart snel door ChatGPT kunnen worden overwonnen, dan wist de shortcut naar ChatGPT langzaam het leven – dat inherent vol spanning, lastig en moeilijk is – uit. Dat is de vraag: iemand die de weerbarstigheid van het leven niet meer als zodanig ervaart, is zo iemand nog een mens? De ChatGPT-shortcut is de tot permanente zijnsconditie verworden variant van het ‘Even Apeldoorn bellen’. Wanneer elk obstakel waarvoor de mens zich geplaatst ziet eenmaal door AI kan worden overwonnen, dan belanden we eigenlijk in de situatie dat AI het leven in onze plaats beleeft. Met andere woorden: met de komst van de kunstmatige intelligentie zal de mens steeds meer een kunstmatig leven leiden. ‘Waarom zou ik dit of dat nog doen, als AI het beter en sneller kan?’ In tijden van artificiële intelligentie wordt het gebruik van menselijke intelligentie iets artificieels. De metafoor die ik hiervoor gebruik is die van de vogel die zich de vraag stelt of het nog zinvol is met de vleugels te klapwieken als hij zich net zo goed zou kunnen vastbinden aan een vliegtuig. Maar is een vogel die niet meer kan of wil vliegen nog wel een vogel? Is de mens nog wel een homo sapiens wanneer hij een groot stuk van zijn denken, taal, handelen en creativiteit aan AI uitbesteedt? Zij die inbrengen dat we vandaag ook al de GPS, een rekenmachine, een voertuig, en zelfs een computer gebruiken, begrijpen niet dat AI van een andere orde is. Wat AI doet, is ons denken overnemen. Als mens en als filosoof ben ik daar niet gerust op. Meer dan ooit: “Intelligentsia aller landen, verenigt u!” François Levrau, sociaal filosoof (UAntwerpen), auteur van Voorbij het eigen gelijk (Gompel & Svacina, 2024) DS, 06-01-2025 |