|
#1
|
||||
|
||||
Verzet in China
Hoe één betoger op een brug het verzet tegen Xi Jinping aanwakkerde
Xi Jinping is de machtigste Chinese president sinds Mao Zedong, maar krijgt steeds meer tegenwind. Deze vier types groepen durven zich tegen hem te verzetten. Op maandag 13 oktober trok Peng Lifa (48), verkleed als wegenwerker, naar de Sitong-brug in Peking. Peng, een fysicus die opgroeide vlak bij Binnen-Mongolië en in de techsector werkt, hing spandoeken op met zandzakjes. Om meer aandacht te trekken, stak hij banden in brand. Daarop riep hij in een microfoon op ‘om te staken’ tegen de totalitaire almacht van Xi. ‘Verwijder dictator en landverrader Xi Jinping’, riep hij. ‘Wees een burger, geen slaaf. Wij willen voedsel en vrijheid, geen corona-opsluiting.’ Peng werd overmeesterd. De beelden gemaakt door de vele chauffeurs die onder de brug reden, gingen het Chinese internet rond. In de uren daarop werden alle sporen van dat incident koortsachtig weggegomd door censoren. Zelfs zoektermen als ‘moedig’, ‘brug’ en ‘Peking’ leverden geen resultaten meer op. Op bruggen werden veiligheidsagenten gestationeerd. Toch duikt Pengs boodschap nu op via stickers in openbare toiletten, op hogesnelheidstreinen, bij leenfietsen en aan kopieermachines. ‘Xi is een keizer met onbegrensde macht’, luidt de aanklacht. ‘Peng heeft getoond dat je met slimme voorbereiding en moed altijd kunt protesteren’, zei activist Fengsuo Zhou, die in 1989 op het Tiananmenplein betoogde, op de Franse zender France24. ‘Velen halen daaruit inspiratie, al lopen ze ongelofelijk groot risico.’ Peng Lifa staat niet alleen. Deze vier groepen durven van zich te laten horen. 1. Arbeiders zonder vrijheid De tijd dat alleen Oeigoeren dwangarbeid leverden, ligt sinds de opkomst van de omikronvariant achter ons. Het is de eerste variant die China niet volledig kon indammen. Het gevolg? Extreme surveillance, de opsluiting van (vermoedelijke) patiënten en ongeziene werkdruk door de uitval. China probeert grote fabrieken in een ‘gesloten lus’ draaiende te houden ondanks clusters, maar dat gaat ten koste van vrijheid en rechten voor arbeiders. De levering van maaltijden stokt, compensatiepremies worden niet tijdig betaald, rusttijden vallen weg. De fabriek van Apple-leverancier Foxconn was het eerste voorbeeld dat de internationale media haalde, maar hoogstwaarschijnlijk zijn er veel Chinese bedrijven die de arbeidswetgeving niet altijd meer respecteren. Ook in Lhasa betoogden deze maand arbeiders, omdat ze al maanden zonder werk zaten, maar niet naar huis mochten door covid-19. 2. Ultralinkse studenten De onvrede bij arbeiders wordt aangewakkerd door ultralinkse studenten. Zij krijgen op de universiteit een uitgebreide theoretische vorming in marxistische ideologie. Die lessen gaan over het streven naar gelijkheid of over de uitbuiting van de arbeidersklasse. Maar de studenten stellen vast dat arbeiders in de realiteit in de pas moeten lopen, en dat een handvol rijke Chinezen alle macht heeft. Al jaren maakt de Partij marxistische studentenclubs in grote steden monddood. Om arbeiders te bereiken, reizen de jongeren van stad tot stad. Dat ze zoveel navolging krijgen, hoeft niet te verwonderen, gezien de werkloosheid bij hoogopgeleide starters. Volgens waarnemer Franka Lu vond in 2022 amper 15,4 procent van de 69 miljoen afgestudeerden een job. 3. Etnische minderheden Xi heeft de voordelige behandeling van etnische minderheden teruggedraaid. Verworvenheden in het taalonderwijs worden vaker aangevallen. Het verstikkende sociaal beleid erkent alleen de cultuur van de ‘Han-Chinees’. Erfgoedsites verdwijnen, omdat rijke Han met partijkaarten winkelcentra neerpoten. Niet alleen bij de Oeigoeren, maar ook bij andere minderheden neemt het ongenoegen toe. In Binnen-Mongolië hielden ouders hun kinderen in 2020 weg uit de klas uit protest tegen het wegvallen van taalonderwijs. Tibetaanse vrouwen willen niet meer geminacht worden voor hun kenmerkende rodere ‘Himalaya-kaken’ en verzetten zich tegen het schoonheidsideaal van de ‘wittere’ Han-huid. 4. Feministes en de lgbti-gemeenschap Volgens sociologe Leta Hong Fincher blijven vrouwenrechtenactivistes de ‘gevaarlijkste’ uitdaging voor het regime, omdat ze zo goed zijn in netwerken bouwen met andere verongelijkten. Hun acties slaan bij een grote groep aan, aangezien het geweld en de discriminatie tegenover vrouwen wijdverspreid zijn. Nu het regime het geboortecijfer wil opkrikken, ondervinden vooral vrouwen wat het betekent om geen burgerrechten te hebben. ‘De gezondheidsdienst van de stad Nanjing belde me op om te vragen waar de baby blijft, en zei dat hij me elk kwartaal zou bellen’, getuigde de pasgetrouwde internetgebruikster ‘Lost Shuyushou’ eind oktober. Het leverde volgens persagentschap Reuters duizenden reacties op van mensen die hetzelfde meemaakten. Ook de groeiende intolerantie tegen mensen uit de lgbti-gemeenschap lokt tegenreacties uit. Wie op het kruispunt van die vier verschillende groepen zit, uit nog sneller kritiek op het systeem. Zoals de lesbische techwerkneemster Naomi Wu uit Shenzhen, die een Oeigoerse partner heeft. ‘Wil China tech-talent aan boord houden?’, tweette ze onlangs. ‘Een heleboel onder ons zijn gay. Ofwel blijven we hier, maar mogen we niet trouwen en geen kinderen krijgen. Ofwel migreren we, krijgen we een beter loon, en het recht om te trouwen en kinderen te krijgen. Het is echt geen moeilijke keuze.’ DS, 04-11-2022 (Giselle Nath) |