|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
||||
|
||||
Trump heeft Amerika niet racistisch gemaakt
Trump heeft Amerika niet racistisch gemaakt
Sinds president Donald Trump president is, durven veel Amerikanen openlijk racistisch te zijn, schrijft Frans Verhagen. Maar rassenhaat en politiegeweld verzieken de samenleving al langer. Amerika brandt. Het smeult al jaren, nu zijn de vlammen niet meer te stoppen. In Minneapolis werd George Floyd door een politieman gedood, een lynching met de knie, misselijkmakend om te zien. Geen wonder dat mensen kwaad zijn. Geen wonder dat Amerikaanse steden branden (DS 2 juni). Racisme zit diep in de Amerikaanse samenleving en dateert niet van vandaag of gisteren, maar je kunt deze rellen wel zien als de oogst van tien jaar onverholen racisme van Donald Trump, voor electoraal gewin getolereerd en gesteund door zijn partij. De birther-campagne die Trump vanaf 2010 voerde, betoogde dat Barack Obama’s geboortecertificaat vervalst was en zijn presidentschap dus niet legitiem. De onderliggende boodschap was dat deze zwarte man niet een van ons kon zijn, laat staan onze president. Die aantoonbare onzin ondermijnde de legitimiteit van Obama’s presidentschap bij mensen die daarvoor openstonden en maakten het hem na 2010 onmogelijk om te regeren. Geen Republikein nam afstand van dat verhaal. Ze besmeurden Obamacare dat, u raadt het, vooral arme zwarte en hispanic Amerikanen ten goede kwam. Boze blanke Amerikanen waren gevoelig voor zijn boodschap. Trump surfte erop naar het presidentschap. Zijn campagne in 2016 was onverholen racistisch, zo noemde hij hispanics racisten, verkrachters en drugsdealers. Charlottesville Trump kittelde de Amerikaanse onderbuik. Deze man heeft Amerika niet racistisch gemaakt. Daar heeft Amerika geen hulp bij nodig. Wel haalde hij alle remmen weg die dat reflexmatige racisme intoomden. ‘Eindelijk iemand die zegt wat ik denk’, legt de bijl aan de wortel van de beschaving. Zijn partij ging moeiteloos mee met zijn excessen. Bij de antisemieten in Charlottesville, bij het zwaarbewapende tuig dat in Michigan het congresgebouw bezette: Trump zag alleen goede lui. Ondertussen ging het politiegeweld door en namen uitingen van white supre*macy, antisemitisme en presidentiële desinteresse toe. Het ministerie van Justitie, nu geleid door Trumps hulpje William Barr, doet niet meer alsof de handhaving van burgerrechten een prioriteit is. Trump probeert alles wat president Obama had verwezenlijkt onderuit te halen. Honderd redenen om kwaad te zijn. Zwarte Amerikanen zagen hoe de garanties van hun kiesrecht, vastgelegd in de historische Kieswet van 1965, deel van de burgerrechtenwetgeving, door het Supreme Court werden uitgekleed. Het Hof besloot in 2013 dat het toen ingestelde federale toezicht op de strapatsen die sommige staten uithalen om het kiesrecht in te perken ‘niet meer nodig was’. Het resultaat was voorspelbaar. Overal werd het aantal kieslokalen beperkt, werden de kieslijsten ‘opgeschoond’ en werden regeltjes ingevoerd die het moeilijk maakten om je kiesrecht uit te oefenen. Ze zagen hoe in Florida en Georgia zwarte kandidaten gouverneursverkiezingen nipt verloren omdat een groot deel van de bevolking niet mocht stemmen. Ze zagen hoe een zwarte jogger door drie blanken werd opgejaagd, achtervolgd en doodgeschoten en hoe de schutters, in goede zuidelijke traditie, vrijuit gingen. Hoe een vrouw in Central Park de politie belde dat ‘haar leven’ werd bedreigd ‘door een zwarte man’ die niets anders deed dan haar aansporen haar hond aan de lijn te houden. We hebben geen video’s van de zwarte burgers die in hun eigen appartement werden doodgeschoten. En laten we elkaar niet voor de gek houden: voor iedereen met een camera rondliep, was politiegeweld al schering en inslag, maar ging het onopgemerkt en vooral ongestraft voorbij. Geen empathie Voor veel zwarten is dit hun dagelijkse leven. Zo waarschuwde de auteur Ta-Nehisi Coates zijn zoon dat hij tot elke prijs een aanleiding, hoe miniem ook, voor machtsmisbruik moet vermijden. ‘Sir, kunt u me vertellen waarom ik word gearresteerd’, vroeg de zwarte CNN-journalist in Minneapolis braaf toen hij geboeid werd. Hij kreeg geen antwoord. Ze zijn Ferguson niet vergeten, herinneren zich Eric Garner en zijn ‘I can’t breathe’. Ze zijn Freddie Gray niet vergeten, die in Baltimore stierf na de hardhandige aanpak van de politie. Ze zien Trump-aanhangers met vlaggen van de confederatie, dat onmiskenbare symbool van racisme. Ze herinneren zich hoe Trump de reputatie van footballspeler Colin Kaepernick besmeurde, omdat die, uit protest tegen het structurele alledaagse racisme, weigerde recht te staan voor het volkslied. Ze horen een president die bij een persconferentie de dood van Floyd negeert. Een president die geen empathie toont, maar ‘when the looting starts, the shooting starts’ tweet, een citaat van een zuidelijke politiechef die in 1967 met opstanden te maken kreeg. Een president die tweet over het gebruik ‘van valse honden’, wat het beeld oproept van de politie die in 1963 demonstranten aanviel. Een president die, vanzelfsprekend, linkse Democraten de schuld geeft. Een president die olie op het vuur gooit. ‘I can’t breathe’ is het complement geworden van ‘Make America great again’. De misser van Joe Biden Deze rellen zijn een vraag om aandacht. Aandacht voor het racisme in de hoogste kringen van de Amerikaanse regering, tot en met de man die het land zou moeten verenigen. Een vraag? Een schreeuw. Het is te laat om de aandacht af te leiden met China of de Wereldgezondheidsorganisatie. Te laat om anderen de schuld te geven. Amerika komt zichzelf tegen. Een uiteenvallende samenleving geleid door een elite die niet openstaat voor de werkelijkheid van het dagelijkse leven in dat buitengewone land waar mensen doodgaan aan slechte gezondheidszorg, armoede en politiegeweld. Volgende week buigt de Republikeinse Senaat zich over Hunter Bidens avonturen in Oekraïne en de vermeende Obamagate (DS 18 mei). Het land schreeuwt dat andere dingen belangrijker zijn. Ik heb niet de illusie dat Amerikaans racisme en grof politieoptreden alleen aan Donald Trump zijn te wijten. Was het maar zo eenvoudig. Wat mij betreft, schoot ook Joe Biden een misser. Hij ziet de ‘original sin’ van Amerika, de slavernij, als een verklaring voor het structurele en onontkoombare racisme. Maar dat leidt af van het werkelijke probleem. Het ziekelijke Amerikaanse racisme, 400 jaar na de komst van de eerste slaven, heeft te maken met een diepgeworteld gevoel dat mensen van een andere huidskleur, inclusief Aziaten en hispanics, inferieur zijn. Met de angst dat zij de dominantie van blanken bedreigen. Dat het rijkste en machtigste land van de wereld die kanker in zijn samenleving zelfs onder de beste omstandigheden niet heeft kunnen aanpakken, stemt diep pessimistisch. DS, 02-06-2020 (Frans Verhagen) |