|
#1
|
||||
|
||||
Fake growth
Fake growth
Mocht u eraan twijfelen: het gaat goed in China. De export is met maar liefst 21,5 procent gestegen in april, blijkt uit de officiële cijfers. De inflatie gedraagt zich uitstekend, zo vatte een analist de cijfers gisteren samen. Volgende week komt de Volksrepubliek met nog meer cijfers, die ongetwijfeld goed zullen zijn. We kunnen nu al voorspellen dat er een robuuste groei vastgesteld zal worden voor de verkoop in de kleinhandel. En ook de industrie is nog steeds in goeden doen. Donald Trump mag dan al China bestoken met een handelsoorlog, aan de cijfers is daar niets van te merken. Uiteraard proberen de Chinezen Trump nog op andere gedachten te brengen – volgende week zijn er opnieuw gesprekken in Washington – maar zelfs als het tot een handelsoorlog komt, tonen de cijfers dat China wel tegen een stootje kan. Loopt het toch ergens mis, dan heeft de centrale bank nog best wat ruimte om te interveniëren, dankzij de inflatie die zich ‘uitstekend gedraagt’. Maar hoe geloofwaardig zijn die cijfers? Leukt de Chinese overheid die cijfers niet op? China zou zeker niet het eerste land zijn dat zijn cijfers wat manipuleert. In Rusland werden ambtenaren in 1937 geëxecuteerd omdat de resultaten van een volkstelling ‘onbevredigend’ waren. Nieuw onderzoek van de Colombiaanse econoom Luis Martinez toont dat autoritaire regimes steevast de cijfers bijstellen. Dat meet hij op ingenieuze wijze. Martinez vergeleek de bbp-cijfers met satellietbeelden van de toename van de hoeveelheid lichten die er ’s nachts branden. Dat is een vaker gebruikte alternatieve manier om economische activiteit te meten. Uit de cijfers blijkt dat autoritaire regimes de groei met een factor 1,15 tot 1,3 overschatten. China zit aan de bovenkant van de vork. Als de Volksrepubliek een groei van 6,3 procent afficheert, dan is de werkelijke groei 4,9 procent. 29 procent van de groei is dus een overdrijving. De overdrijving is overigens groter in jaren waarin de groei tegenvalt, en in het jaar waarin er verkiezingen zijn – ook al zijn die verkiezingen eerder voor de show. Specifiek voor China merkt Martinez op dat het niet per se de nationale overheid is die sjoemelt, maar dat de regionale overheden al opgepompte cijfers doorsturen. Dat stelt ook de Chinese leiders voor een probleem. Ze weten dat de groeicijfers overdreven zijn, maar niet met hoeveel. Volgens de diplomatieke documenten die bij Wikileaks gelekt werden, gaf de huidige premier Li Keqiang in 2007 al toe dat de regionale bbp-cijfers arti*ficieel en onbetrouwbaar zijn. Hij suggereerde om de groei te bepalen aan de hand van de elektriciteitsconsumptie, het vrachtvervoer per spoor en het aantal leningen. Dat zette een aantal economen aan om een alternatieve groei-index te berekenen, de Li Keqiang-index. Maar ook die cijfers zijn te manipuleren. Net als de verlichting ’s nachts. Als in China plots laat het licht gaat branden, is dat misschien niet om wat extra te produceren of tot een gat in de nacht te feesten, maar om wat slimme cijferaars in het duister te houden. DS, 11-05-2018 (Dries De Smet) |