|
#1
|
|||
|
|||
Dag sinterklaas
Ik ben Suzanne, 13 jaar. In mijn hoofd ben ik 6, zegt de dokter. Ik kan niet zo goed rekenen en lezen vind ik ook heel moeilijk. Maar ik heb wel mijn diploma vaatwas vullen al. In het weekend woon ik meestal bij mijn pleegmama. Soms ga ik ook eens bij mijn echte mama. Tijdens de week slaap ik al bijna mijn hele leven op school, in een internaat. Ik wil je iets vertellen, maar omdat ik dat zelf nog niet goed kan, is het mijn pleegmama die het opschrijft.
In het begin van dit schooljaar mocht ik eindelijk naar de grote school. Daar heb ik erg naar uitgekeken. Mijn lagere school en internaat waren wel leuk, met de beste juffen en meesters van de wereld, die superveel voor mij en de andere kinderen zorgden. Dat was voor hen niet altijd gemakkelijk, want ik ben niet alleen een beetje beperkt, maar ook snel boos en ik kan niet goed stilzitten in de klas. Daar krijg ik siroop voor die heel vies smaakt. Bah! Schatje vond mij zo leuk dat hij nog twee vrienden gevraagd had om naar de struiken te komen De pleegdienst, het CLB, mijn mama en pleegmama en de pedagoog van mijn oude school hebben een heel jaar gezocht naar een school en internaat voor mij. Dat lukte maar niet en ik vond het niet leuk, het leek alsof niemand mij wilde. Er waren overal lange wachtlijsten, en het ging zoooooo traag om daarop een plaats vooruit te gaan. Niemand kon daar iets aan doen, denk ik. Op de allerlaatste dag van de grote vakantie was het dan eindelijk allemaal geregeld. Ik kon naar een school, maar niet naar het internaat ervan, want dat zat vol, en ik kon naar een internaat maar niet naar de school ervan want die zat ook vol. Het halfuur rijden tussen de twee deed ik met de schoolbus en met een schoolbusjuf. Mijn school leek een beetje op een kasteel. Er waren veel stoere, grote jongens en een klein beetje meisjes. Iedereen had er een beperking, net als ik, en ze waren ook allemaal soms een keer boos of ongeduldig. Ik vond het eerst heel leuk. Er zaten maar vier kinderen in mijn klas. De school lag midden in een grote tuin, een park bijna, met veel hoge bomen en struiken. De poort van de tuin was nooit dicht. Wie stout was in de klas moest naar buiten gaan, midden in de les. Veel kinderen deden opzettelijk iets verkeerd, want iedereen vond het leuk om in de mooie tuin te lopen, of naar het dorp te gaan om snoep te kopen in het winkeltje. Het was een van de grote jongens die mij dat vertelde. Hij had een heel moeilijke naam die ik nu nog altijd niet kan onthouden. Dat vond hij gelukkig niet erg. Hij zei dat ik hem Schatje mocht noemen. In de tweede week van het schooljaar ben ik voor het eerst uit de klas gezet. Schatje had me een zak met snoepjes gegeven. Hij zei dat ik ze moest opeten in de klas, terwijl de juf het zag. En dat ik dan boos moest worden als ze me vroeg om te stoppen met snoepen. Ja hoor, dat lukte, ik vloog buiten. Super vond ik dat! Vooral omdat Schatje in de tuin op me wachtte. Ook hij was uit de klas gezet. Hij vroeg of ik zakgeld bij me had en ik gaf hem alles wat ik had. Hij nam me mee naar het winkeltje en kocht sigaretten en bier, voor hemzelf en natuurlijk ook voor mij. Hij leerde mij roken, maar toen de politie ons op straat zag lopen, stopten ze en brachten ons terug naar school. Dat gebeurde vaker met de kinderen van mijn school. Mama en mijn pleegmama wisten er niets van. Het stond niet in mijn agenda. Gelukkig maar. De week nadien gingen Schatje en ik weer op stap en kreeg ik mijn eerste kus, omdat ik zo lief was. Schatje gaf me nog meer sigaretten, en Red Bull deze keer, want bier vond ik niet lekker. Hij zei ook dat hij een hele speciale vraag had die ik superleuk zou vinden. Als ik de dag nadien nog een keer uit de klas kon ontsnappen, zou hij me vertellen wat zijn verrassing was. Ik kon bijna niet wachten tot ik hem weer zag. Het trucje met de snoepjes lukte nog altijd. Ik haastte me naar de struiken waar Schatje op mij stond te wachten. Hij gaf me een kus en verklapte de grote verrassing. Hij wilde kindjes maken met mij. Ik was zo blij. Ik wou echt wel graag kindjes, om er voor te kunnen zorgen, zei ik tegen Schatje. Hij was blij. En toen was er nog een verrassing. Schatje vond mij zo leuk dat hij nog twee van zijn vrienden gevraagd had om ook naar de struiken te komen. Zij wilden ook kindjes maken, vertelde Schatje. Daar schrok ik een beetje van, maar als Schatje vond dat het moest, dan moest het maar. Schatje trok mijn kleren uit en legde me neer. Zijn vrienden hielden mijn armen en benen vast, en Schatje maakte een kindje. En dan deden de anderen dat ook, een voor een. Ik heb niet gehuild, omdat ik zo graag kindjes wil, maar leuk was het niet. Alleen dat Schatje me een lief meisje vond en zei dat hij heel veel van mij hield, vond ik wel leuk. ’s Avonds, op het internaat heb ik niets gezegd. Dat mocht ook niet van Schatje. Maar een van de juffen van het internaat had iets gemerkt. Ze speelde een spelletje met me, stelde vragen en toen wist ze plots wat er was gebeurd, zonder dat ik het gezegd had. Ik moest naar het ziekenhuis en de politie kwam. Zij namen mijn kleren mee. De dagen erna ging ik niet meer naar de school. Dat mocht niet meer van mijn mama en mijn pleegmama. Ik miste Schatje wel, en ik was verdrietig. Mijn pleegmama vertelde me ook nog dat ze een telefoontje had gekregen van de schooldirecteur. Die wou dat ik zo snel mogelijk terug naar school kwam. Hij zei dat kinderen zoals ik allemaal wel eens kindjes willen maken, dat is nu eenmaal zo. En hij zei ook dat hij zeker wist dat ik het snel zou vergeten, omdat ik toch niet goed verstond wat er was gebeurd. En omdat ik toch niet lang iets kan onthouden. Kan jij dat geloven, Sinterklaas? Nu is er een andere school die toch nog een plaats heeft vrijgemaakt voor mij. Ik ben heel blij en probeer mijn best te doen om daar braaf te zijn. Al lukt dat niet altijd, ik moet nog dikwijls denken aan Schatje en wat er is gebeurd. Ik ben zelfs al een keertje weggelopen om hem te gaan zoeken. En soms word ik zo boos dat ik de juffen pijn doe. Lieve Sinterklaas, ik ben bang dat er nog meisjes zijn die net als ik heel graag naar een grote school willen, maar alleen een plaats vinden in een school waar er dingen gebeuren die niet goed zijn. Ik denk, Sinterklaas, dat er ook veel te weinig plaatsen zijn voor kinderen zoals ik. Kan u daar iets aan doen? Hier is ook nog een tekening voor jou. Veel lieve groetjes, Suzanne Bron: De Standaard 29/11/2016 http://www.standaard.be/cnt/dmf2016...a5b3f2a0093cc1b Eigen mening: Ik vond het zeer schrijnend deze brief te lezen. Vorig jaar heb ik een dagje meegelopen op een school voor kinderen met een verstandelijke beperking. Ik moet toegeven, dat ging er op sommige momenten inderdaad hard aan toe; maar is dit een reden om verkrachting of “kindjes maken” goed te keuren? Ik kreeg een beetje het gevoel uit het antwoord van de school dat ze het gedrag niet eens afkeuren. Dat “schatje” Suzanne samen met zijn vrienden verkrachtte, zou niet mogen gebeuren. Ik stel me vragen over het feit dat er geen opvoeders op het terrein rondliepen… Liep er op dat moment genoeg “bewaking” rond op de school; mensen die een oogje in het zeil hielden? Op mijn middelbare school probeerde men ook weleens buiten te glippen. Dit is, bij mijn weten, nooit gelukt. Waarom zou dit wel lukken bij kinderen die net extra aandacht nodig hebben? Kinderen die drank en sigaretten gaan kopen onder de schooluren en anderen “dwingen” hetzelfde te doen? Ik betreur dit voorval echt enorm en hoop dat gelijkaardige voorvallen niet meer gebeuren, op welke school dan ook. De school moet een veilige omgeving zijn voor alle leerlingen. |