|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
|||
|
|||
‘Soms houden prinsesjes van prinsesjes’
Op de nieuwe K3-cd die vandaag verschijnt zingen Hanne, Klaasje en Marthe voor het eerst expliciet over homoseksualiteit. ‘Natuurlijk verwachten we kritiek, maar dit zou anno 2016 de normaalste zaak van de wereld moeten zijn’, zegt tekstschrijver Alain Vande Putte.
Aan mooie boodschappen over verdraagzaamheid heeft het nooit ontbroken in de K3-hits. Maar in het nummer Prinsesje en Superman op het album Ushuaia – dat vandaag verschijnt – zingen de meisjes voor het eerst expliciet over het aanvaarden van homoseksualiteit. En over gender fluid of gendervloeibaarheid: je niet volledig thuisvoelen in één van de twee geslachten. Een jongetje wil ronddartelen in een prinsessenjurk? Een meisje is verliefd op een meisje? Geen probleem, zingt K3. Op een K3-manier ‘De directe aanleiding om die tekst te schrijven was de aanslag in Orlando’, zegt vaste tekstschrijver Alain Vande Putte. ‘Daarnaast speelde ook de bezorgdheid over tendensen die weer opduiken, terwijl we toch 2016 zijn. Veel kinderen zullen de komende jaren hun geaardheid ontdekken, en er zijn ook steeds meer gezinnen met ouders van hetzelfde geslacht. Wij zochten naar een K3-manier om dat aan te brengen.’ De eerste reactie van Studio 100 was positief, zegt Vande Putte. ‘Dit moeten we doen, zei Gert Verhulst meteen. Dit moet de normaalste zaak van de wereld zijn.’ Maar hij verwacht ook kritiek. ‘Er zijn nog altijd mensen die homoseksualiteit verwerpelijk vinden, en in de VS sturen sommige ouders hun kinderen zelfs naar homokampen in de hoop dat ze daar genezen.’ Çavaria, de *organisatie die opkomt voor de belangen van holebi’s in Vlaanderen, is alvast enthousiast. ‘Dat K3 zo’n nummer maakt, is schitterend’, zegt woordvoerder Jeroen Borghs. ‘Omdat het de stereotypen doorbreekt. En het is net dat hokjesdenken dat aan de basis ligt van heel veel problemen die holebi’s ervaren. Dat de meisjes nu zeggen dat er niets mis is met alle combinaties die je kan maken tussen jongens en meisjes, is super. Als een groep als K3 zoiets zegt, dan klinkt de boodschap duizend keer luider.’ Voor ouders Kinderpsycholoog Koen Lowet ziet die boodschap vooral bij de ouders aankomen. ‘Kleuters liggen niet wakker van die genderstereotypen. Die verkleden zich zonder probleem in prins of prinses, of ze nu jongen of meisje zijn. Voor de ouders kan het wél een eye*opener zijn, want zij horen die muziek even vaak als hun kinderen.’ (lacht) Bron: De Standaard, 10/11/2016 Eigen mening: Ik vind het erg goed dat K3 een liedje gemaakt heeft over homoseksualiteit en rolpatronen. Volgens mij is dit een ideale manier om ook aan kinderen duidelijk te maken dat het oké is om 'anders' te zijn. Vandaag de dag is de taboe rond homoseksualiteit al een pak verminderd in onze Belgische samenleving, maar toch vinden we nog steeds heteroseksualiteit van zelfsprekend. Ook dat een meisje de kleur roze draagt en een jongen de kleur blauw, vinden we allemaal normaal. "Andersom zou ongepast zijn, toch?", beweren vele mensen. Dit vind ik echt fout. Ik vind dat een iedereen zichzelf moet kunnen zijn en doen waar hij of zij zich goed bij voelt, zonder rekening te moeten houden met wat 'de samenleving' of anderen daarvan vinden. Ik ben dus erg blij dat ook K3 aan deze stereotypes een einde wil helpen maken en een genderneutrale opvoeding aanmoedigt. Laatst aangepast door Elise.v*ndervliet : 10th November 2016 om 17:28. |
#2
|
|||
|
|||
Joepie! Ik ben zo blij dat we als samenleving toch “de juiste kant” opgaan! De laatste weken/maanden hoor je zoveel op radio en tv over het discrimineren en gebruik van geweld tegen holebi’s. Ik ben dan ook volledig voorstander van het feit dat men kinderen op jonge leeftijd al in contact laat komen met mensen met een andere geaardheid. Ouders moeten zich ervan bewust zijn dat niet iedereen een “perfect” gezin heeft met een mama, papa, broer, zus en hond of kat. Er bestaat altijd een mogelijkheid dat zoon-/ dochterlief thuiskomt met iets in de trend van “Marie heeft twee mama’s en geen papa” of “Marie wil dat we hem Jef noemen”.
We leven in de 21ste eeuw, de eeuw gekenmerkt door het individualisme. Het is dan ook totaal niet vreemd dat over dit soort, nog steeds delicate, onderwerpen (kinder-)liedjes ontstaan. Voor de kinderen heeft dit, denk ik, ook positieve gevolgen. Ik ben namelijk van mening dat iets je pas “raakt” als je er een eigen ervaring mee gehad hebt. Je kan bijvoorbeeld liefdesliedjes pas echt begrijpen als je zwaar verliefd geweest bent. Je voelt de pijn van de zanger die zingt over hoe zijn lief hem achterliet omdat ze maar twee van de drie dingen bij hem vond, als je iets gelijkaardigs meegemaakt hebt. Dit is ook zo met jezelf betrokken voelen tot (een groep) mensen. Als je al (van kind af aan) in contact komt met mensen met een beperking, met mensen met een andere geaardheid, met mensen die een andere etnische achtergrond hebben, met … dan ga je je betrokken voelen tot die mensen. Ze blijven Jan, Piet, Nel en Sofie. Op een bepaald moment, wanneer de groep waartoe deze mensen behoren in de maatschappij benadeeld wordt, zie je niet een grote groep “vage” mensen die je niet kent; je ziet het gelaat van je vriendin, je buurjongen, je klasgenoot, … Daarom is dit k3-liedje zo’n goede instap voor de kleuters en lagereschoolkinderen van vandaag de dag in onze maatschappij; ze stappen een klein beetje af van het rollenpatroon dat alom vertegenwoordigd is. Doe maar eens een reclameblaadje met speelgoed open en je vindt roze keukentjes en blauwe racewagens. Sommige kinderen voelen zelf ook dat hier iets schort, zij kiezen bijvoorbeeld de “smulbox” met een speeltje dat intentioneel niet voor hun geslacht bestemd was. Ik begrijp natuurlijk ook dat ouders hier commentaar op hebben. Dat ze proberen hun kind van zo veel mogelijk “problemen” weg te houden tot op een bepaalde leeftijd. Voor hen kan ik, uit eigen ervaring met neefjes en nichtjes, spreken dat een kind bij de tekst “soms wil een jongen ook eens prinses zijn” in eerste instantie niet aan transgenders zal denken, maar aan de verkleedkoffer in de klas. |