|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
|||
|
|||
'Scholen kweken onvoldoende ondernemers'
Onder impuls van afscheidnemend voorzitter Yves Servotte groeide Vlaamse Jonge Ondernemingen vzw (Vlajo) uit tot de referentie in onderwijsprojecten rond ondernemerschap. Zijn opvolger, Herman Van de Velde, roept het bedrijfsleven en de overheid op om meer te investeren in ondernemerschapsonderwijs.
Dit jaar gaven 350 ondernemers en bedrijfsleiders niet minder dan 550 gastlessen voor meer dan 10.000 leerlingen en studenten uit het secundair en hoger onderwijs. Dat gebeurde in het kader van 'Ondernemers voor de Klas', een van de programma's van Vlajo. Dat staat voor Vlaamse Jonge Ondernemingen vzw en is de belangrijkste Vlaamse speler in ondernemerschapsonderwijs. De vzw biedt praktijkgerichte onderwijsprogramma's aan om ondernemingszin en ondernemerschap bij jongeren - van kleuters tot universiteitsstudenten - te stimuleren. De bekendste initiatieven zijn de miniondernemingen, studentenbedrijf.be, Small Business Project, Start Academy en Ondernemers voor de Klas. Via het Agentschap Ondernemen financiert de Vlaamse overheid ruim de helft van het jaarbudget. Met de sponsoring vanuit het bedrijfsleven komt dat op afgerond 2 miljoen euro. Het laat de 28 medewerkers van Vlajo toe jaarlijks meer dan 100.000 jongeren te bereiken en zo'n 2,8 miljoen uren ondernemer-schapsonderwijs toe te voegen aan het curriculum. "Het was ooit anders", zegt Yves Servotte, afscheidnemend voorzitter Vlajo. "De relaties tussen ondernemers en het onderwijs zijn veel verbeterd. In de jaren tachtig was het knokken om in een tiental scholen binnen te geraken om het over ondernemerschap te hebben." Servotte is het typevoorbeeld van de ondernemende manager. "Maar ondernemen is altijd mijn droom geweest." De bio-ingenieur maakte carrière bij Amylum, Remy Industries en Beneo in Tienen. Sinds 2008 trekt hij ook aan de kar als hyperactieve voorzitter van Vlajo vzw. Op 16 december geeft hij de fakkel door aan Herman Van de Velde, voorzitter bij de lingeriegroep Van de Velde en nationaal voorzitter van werkgeversorganisatie Etion (vroeger VKW). Meneer Servotte, u begon als voorzitter in 2008, toen de crisis uitbrak. Hoe kijkt u terug op die acht jaar? Yves Servotte: "Ik denk niet dat de crisis veel impact heeft gehad. Bij onze stakeholders groeide wel het bewustzijn dat er in de snel veranderende economie behoefte is aan veel nieuwe ondernemersinitiatieven. Lang sprak iedereen over het belang van ondernemers-attitudes, maar bleef de deining beperkt. Toen ik als voorzitter begon, bereikten we jaarlijks 18.000 jongeren. Samen met Peter Coenen, directeur van Vlajo, en zijn dynamische team hebben we dat kunnen uitbouwen tot 100.000. Dat is toch een kleine 10 procent van onze doelgroep van scholieren tussen 2,5 en 25 jaar. Maar we moeten op termijn naar 50 procent marktaandeel. Het gaat om relevante competenties die belangrijk zijn voor elk kind." Herman Van de Velde: "Die zogenaamde crisis moet je in een breder en historisch kader bekijken. Vlaanderen was tot voor de Tweede Wereldoorlog een arme regio. Na de oorlog zijn we ons gaan ontwikkelen als producenten, gesteund door Amerika, en we waren goed. We werden ervoor geroemd. In de jaren zeventig en tachtig kwam er meer internationale concurrentie, maar we hielden stand door slimmer en productiever te produceren. De jongste twintig jaar werkt die formule niet meer en dus moeten we nieuwe dingen doen, innoveren. Vroeger had je in een bedrijf een beperkt aantal mensen met ideeën en heel veel uitvoerders. Ons onderwijssysteem bereidde de werknemers daar goed op voor. Vandaag hebben we andere competenties en attitudes nodig in het bedrijfsleven. Iedereen moet nadenken en creatief zijn. Dat besef moeten we in ons onderwijs inbakken." Dat leeft nog te weinig? Van de Velde: "Ik kom vaak in het Verre Oosten. Je ziet daar bij de bevolking een enorme honger om te presteren en te vernieuwen. Wij zijn vadsig geworden en risicoavers. De aantrekkingskracht van het Oosten draait niet enkel om lage kosten, maar ook om het aanwezige talent en de gedreven arbeidskrachten. Dat veroorzaakt keiharde concurrentie. Daarom moet ons onderwijs meer inzetten op ondernemersattitudes. Het is de rol van Vlajo om op die spijker te blijven slaan." Moet iedereen ondernemer worden? Van de Velde: "We moeten niet naïef zijn. We gaan van een klas met dertig leerlingen niet allemaal ondernemers maken, maar we moeten ze wel de juiste attitudes aanleren. We hebben overal ondernemende mensen nodig, ook in de ambtenarij." Servotte:"Wij willen geen ondernemers kweken. Op honderd leerlingen zitten er misschien vijf potentiële ondernemers, maar als we de 95 andere de juiste attitude bijbrengen, dan hebben we een fantastische job gedaan. In de toekomst zal iedereen zijn eigen leven meer in handen moeten nemen. De wereld verandert snel, een individu moet weerbaar en wendbaar zijn. Kennis van de talenten en een gezonde dosis zelfvertrouwen kunnen geen kwaad." Daarnet benadrukte u het belang van innovatie. Misschien hebben we vooral meer innovatoren nodig? Van de Velde: "Wat is het verschil? Innovatie is meer dan starten met een waardevol idee. De implementatie is even belangrijk. En een idee moet ook nog economisch aanslaan. Pas dan heb je een succesvol innovatietraject." Servotte: "Wij zijn een interface tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. Dat zijn twee tektonische platen die naar elkaar moeten komen. Vlajo staat voor een pedagogisch project om jongeren af te leveren die in het bedrijfsleven of in de publieke sector een andere manier van denken kunnen toepassen. Het gaat niet meer om het voorgekauwde te reproduceren, maar om zelf te denken." Wat is het einddoel? Moet er een vak ondernemingszin worden opgenomen in de leerplannen? Servotte: "Dat is een van onze wensen. Nu hebben alleen jongeren in economische richtingen de kans om deel te nemen aan miniondernemingen. Dat is een gemiste kans. Er loopt nu een Europees project om te kijken hoeveel en welke omkadering er nodig is om een op de twee studenten van 16 tot 18 jaar de kans te geven deel te nemen aan een minionderneming. We staan daar als Vlajo heel sterk achter." Van de Velde:"Ik vind het frustrerend als ik ga spreken in het kader van 'Ondernemers voor de Klas' dat je alleen met economische richtingen in contact komt. Ondernemerszin is niet enkel belangrijk voor wie economie volgt." Verwachten we niet te veel van het onderwijs? Meer aandacht voor de STEM-richtingen, ondernemerschap stimuleren, taalachterstand wegwerken, de verlanglijst is eindeloos. Van de Velde: "Het onderwijs wordt inderdaad overbevraagd. Ik ben ook bestuurder van de Artevelde Hogeschool en ik heb veel respect voor de onderwijswereld, maar het onderwijs zit gevangen in een bureaucratisch harnas. Dat is een rem. Daar kan Vlajo net helpen. We bieden innovatieve leertrajecten aan en geven ondersteuning door coaches en stageplaatsen ter beschikking te stellen." U wilt uw organisatie als kenniscentrum profileren? Servotte: "Onderwijs wordt, omdat het overbevraagd is, meer een netwerkomgeving. Leraars hebben veel katten te geselen. Het wordt onmogelijk alles te doen. Ze moeten zaken uitbesteden en terugvallen op betrouwbare en kwaliteitsvolle partners." Van de Velde:"Ik zie het ook als een van mijn opdrachten het bedrijfsleven er bewust van te maken dat ons initiatief nodig is voor de toekomstige welvaart. Bedrijven moeten meer middelen ter beschikking stellen en meer energie en tijd investeren in onze werking. Bedrijfsmensen kunnen een mandaat opnemen, coachen, in een jury zitten, noem maar op. Onderwijs en ondernemers kunnen veel van elkaar leren." Servotte: "De inzet van de overheid en het bedrijfsleven zal sterker moeten zijn. De grote uitdaging voor Vlajo is dan ook het departement Onderwijs mee aan boord te krijgen." Van de Velde: "De overheid moet haar verantwoordelijkheid opnemen. We willen van Vlaanderen een topregio maken. Dan moeten we ook bereid zijn om in onze jeugd te investeren." Bron: knack.be Mening: Naar mijn mening wordt hier nog steeds te weinig voor gedaan. Zoals is het artikel wordt aangehaald gaat het niet puur om het ondernemen, maar ook om een houding die je de leerlingen aanleert. Deze houding is nodig voor de toekomst. Zelfs als je bij een bedrijf aan de slag gaat, wordt dit van jou verwacht. Zoals al gezegd is er de laatste jaren al veel vooruitgang geboekt, maar het kan altijd beter. Ik ben het er dus mee eens dat er nog een betere samenwerking moet komen tussen het onderwijs, het bedrijfsleven en de overheid. |