Armoede dreigt voor kwart laagopgeleiden


Bijna 29 procent van de laagopgeleiden liep in 2014 het risico om in armoede te moeten leven omdat hun inkomen te laag lag.

Het armoederisico bij laagopgeleiden is de jonste jaren spectaculair gestegen. In 2007, net voor de crisis, dreigde 20 procent van hen in armoede te moeten leven. In 2014 was dat al voor bijna 29 procent het geval. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid.

Volgens de overheidsdienst zijn het vooral de huishoudens die afhankelijk zijn van een uitkering die in de armoede dreigen te verzeilen. Het exploderende cijfer staat in contrast met het stabiele armoederisico bij de totale bevolking. Al jaren dreigt armoede voor ongeveer 15 procent van de bevolking - in 2014 lag het op 15,5 procent.

Afname bij 65-plussers

Dat het armoederisico ondanks het toenemende risico voor laagopgeleiden stabiliseert, is te danken aan de afname bij de 65-plussers. Slechts 16 procent van hen dreigt in armoede te moeten leven, terwijl dat tien jaar geleden nog voor meer dan 23 procent het geval was.

'De cijfers bevestigen het grote belang van een job als middel bij uitstek tegen armoede', zegt staatssecretaris voor Armoedebestrijding Elke Sleurs (N-VA). 'Daarom maakt deze regering structureel en prioritair werk van jobcreatie.'

Sleurs wijst erop dat de overheid tegen 2020 ook 1,9 miljard euro uittrekt voor het verhogen van de laagste uitkeringen. Daar staat wel tegenover dat uitkeringstrekkers door de indexsprong een indexering van 2 procent van hun uitkering mislopen.

Statistisch begrip

Het armoederisico is een statistisch begrip dat aangeeft hoeveel mensen een inkomen hebben dat lager ligt dan 60 procent van het mediaaninkomen. De assumptie is dat zulke mensen moeite hebben om uit de armoede te blijven, maar het is niet per definitie zo ze allemaal effectief arm zijn.

Bron: De Tijd, geraadpleegd op 04/11/2015 via http://www.tijd.be/politiek_economi...1&ts=1446618898

Eigen mening: Het armoederisico bij laagopgeleiden neemt toe, terwijl het bij 65-plussers afneemt. Het verbaast me persoonlijk wel dat het armoederisico bij 65-plussers afneemt. Zij zijn altijd een grote risicogroep geweest voor armoede. Het is dus een groot pluspunt dat het risico op armoede hier eindelijk afneemt. Wat minder goed nieuws is, is dat het toeneemt bij de laagopgeleiden.

Mensen zonder diploma, enkel een getuigschrift of een laag diploma, hebben meer kans op armoede. Vorig jaar had bijna 29% van de laagopgeleiden kan op het risico om in armoede te belanden, omdat hun inkomen te laag lag. Hier zou iets aan gedaan moeten worden. Het is ons gelukt de armoede terug te dringen bij de 65-plussers. Nu is het de uitdaging dit ook te doen bij de laagopgeleiden.

Persoonlijk denk ik dat we dit op verschillende manieren moeten aanpakken. We moeten iets doen om die groep nu te helpen, maar we moeten zeker voorkomen dat die groep niet groter wordt. Dit kunnen we doen door jongeren op school al bewust te maken. Het wordt nu al voor een deel gedaan/geprobeerd. Acties, affiches ... helpen misschien om hier nog meer aan te werken.
Verder denk ik ook dat we ons wat meer moeten concentreren op de armoede in het binnenland. We zijn vaak bezig met de armoede in de derde wereld, wat goed is en zeker nodig. Ik wil dus zeker niet zeggen dat we hiermee moeten stoppen. We moeten ons enkel wat meer concentreren op de armoede die naast ons leeft. Er is niet enkel armoede in het buitenland. Deze is er ook bij ons!