Een Syrische rebellengroepering heeft alawieten en regeringssoldaten opgesloten in ijzeren kooien en op openbare plaatsen gezet in de buurt van Damascus, zodat zij kunnen dienen als “menselijk schild” voor de luchtaanvallen van het regime. Dat meldt het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten.

Jaïch al-Islam, die beschouwd wordt als de belangrijkste rebellengroep in de hoofdstad, “heeft soldaten van het regime en alawitische burgers in kooien opgesloten en hen verspreid over verschillende locaties in het oosten van de Ghouta, vooral in de stad Douma”, aldus de directeur van het Observatorium, Rami Abdel Rahmane.

De alawieten, waartoe ook president Bashar al-Assad behoort, zijn voortgekomen uit een afsplitsing van de sjiitische islam. Bijna twee jaar geleden werden honderden alawitische burgers gevangengenomen tijdens een aanval tegen het stadje Adra al-Ommaliye, ten oosten van Damascus.

Jaïch al-Islam “zegt dat de kooien dienen om de bombardementen van de regeringstroepen op de regio tegen te gaan”, aldus Rahmane. Volgens hem “werden tientallen kooien gebruikt. In elke kooi bevinden zich drie of vier personen, soms zelfs zeven”. De rebellen “gebruiken de gevangenen als levend schild. Soms gaat het om volledige families”, klinkt het nog.

In een video die op het internet werd geplaatst, zijn drie vrachtwagens te zien met daarom ijzeren kooien met mensen in, die rijden langs de ruïnes van appartementsgebouwen. De gevangenen vragen in de camera aan Assad om te stoppen met de luchtaanvallen tegen de rebellen.

Eigen mening: Dit is wel een heel onmenselijke manier om luchtaanvallen tegen te gaan. stel dat dit gegeneerd wordt en er wordt een bom gedropt op zo een kooi die mensen kunnen nergens heen. Dan zullen de Jaïch al-Islam verantwoordelijk gesteld worden. Dit is een onmenselijke daad en ik vind dat er actie moet worden ondernomen. Dit zal niet goed aflopen, ik hoop dat er niemand gewond geraakt bij deze dwaze zet. Ik hoop voor de mensen in die kooi dat die nachtmerrie rap gedaan zal zijn of offeren ze zich op voor hun goed doel?

Bron: http://www.standaard.be/cnt/dmf20151101_01949965
geraadpleegd op 2-11-2015 8:50