|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
||||
|
||||
Leuvense filosofen dissecteren clichés over homoseksualiteit
Leuvense filosofen dissecteren clichés over homoseksualiteit
Moet volgens de evolutietheorie homoseksualiteit niet uitgestorven zijn, als het in de genen zit? Is het een ziekte, of is homofobie dat net? En kunnen dieren, net zoals mensen, écht homoseksueel zijn? Neem nu pinguïns. Zij kunnen vrouwtjes niet van mannetjes onderscheiden, en daarom voeren heel wat mannelijke pinguïns paringsdansjes uit met mannetjes. Zij vertonen ‘per abuis’ homoseksueel gedrag, aldus de wetenschap. Tot onlangs bleek dat voor een pinguïn zelf mannetjes helemaal niet op vrouwtjes gelijken. Toch homoseksueel dus? Filosofen Pieter Adriaens en Andreas De Block schreven met Born This Way een boek waarin heel wat van onze denkbeelden over homoseksualiteit op losse schroeven worden gezet. Fascinerende lectuur, en bij momenten ronduit vermakelijk. Zo passeren in het eerste hoofdstuk naast pinguïns ook homoseksuele waterjuffers, ontaarde meikevers en bavianen die zich overgeven aan ‘diddling’ – voor meer duiding: lees het boek. “Een beetje anekdotiek mocht wel, als aanloop naar filosofischer vragen over homoseksualiteit bij de mens”, zegt Andreas De Block. “Waarom dit boek? We zijn geen van beiden zelf homoseksueel – ja, die vraag krijgen we wel vaker (lacht). Maar eenmaal je je erin begint te verdiepen – en dat doen we nu al ruim tien jaar – ben je verkocht. Het is bijzonder dankbare materie voor een wetenschapsfilosoof, waar vragen rond identiteit, natuurlijkheid, genetica en opvoeding samenkomen. De interesse bij het publiek is ook groot: verwijs je er op een lezing terloops naar, dan gaat het hele vragenrondje daarover.” Precies als mensen Adriaens en De Block verzamelden tientallen cases van vermeend homoseksueel gedrag bij dieren. “Meestal observaties in de marge, want er gebeurt nog steeds nauwelijks gericht onderzoek naar. Men heeft om economische redenen wel eens een studie verricht naar homoseksuele rammen: boeren wilden die niet op hun erf, want bij het kweken schiet dat niet echt op. Veel leverde dat niet op”, zegt Pieter Adriaens. Maar de vraag was: kunnen dieren ook écht homoseksueel zijn? “Het is maar wat je daarmee bedoelt. Homoseksueel gedrág, zoals bij pinguïns, komt in elk geval in allerlei vormen en gradaties voor. En van bijvoorbeeld tuimelaars, een dolfijnsoort, zou je kunnen zeggen dat sommige dieren echt een homoseksuele oriëntatie hebben: een stabiele voorkeur voor hetzelfde geslacht.” Wat veel belangrijker is voor De Block en Adriaens: waarom willen we dat toch zo graag weten? Omdat dieren precies als mensen zijn, of dat willen we graag geloven. In vroeger tijden werd ‘fout’ gedrag daarom nogal snel weggerationaliseerd – zie de pinguïns. En tegenwoordig lijkt het andersom: dierlijke homoseksualiteit wordt een uithangbord voor de mens. “Een paar jaar geleden maakte het Natuurhistorisch Museum van Oslo een expo rond homoseksualiteit bij dieren, die het publiek duidelijk moest maken dat dat natuurlijk was, en dus zeker geen ‘misdaad tegen de natuur’. Heel problematisch, want wat bedoel je met natuurlijk? Dat het aangeboren is? Dat het in het hele dierenrijk voorkomt? En is het daarom automatisch goed? Kan niet evengoed het omgekeerde waar zijn? In het dierenrijk zijn immers ook verkrachting en incest schering en inslag. Denk dus twee keer na voor je het dierenrijk als toetssteen neemt voor de menselijke homoseksualiteit.” "Men heeft eens een studie verricht naar homoseksuele rammen: boeren wilden die niet op hun erf, want bij het kweken schiet dat niet echt op." Suikeroompjes In Born This Way wordt homoseksualiteit ‘een van de pronkstukken in het curiositeitenkabinet van de evolutietheorie’ genoemd. Als homo’s zich niet voortplanten, waarom is homoseksualiteit dan niet uitgestorven? “Dat leek ons een goede teaser, maar het ging ons vooral om de premissen, die men soms nogal snel voor waar aanneemt.” Want planten homoseksuelen zich écht niet voort? Kijken we dan niet heel erg door onze hedendaagse Westers-geëmancipeerde bril? “We kunnen met vrij grote zekerheid stellen dat het reproductief succes van de homoseksueel vandaag veel lager ligt dan dat van de hetero”, zegt Adriaens. “Maar voor veel homoseksuelen in het verleden was voortplanting gewoon compatibel met homoseksualiteit. De hedendaagse westerse homoseksueel is dus zéker niet in alle opzichten representatief.” Bijvoorbeeld. Misschien, zo suggereert een wetenschapper in het boek, beschermden homo’s hun verwanten vroeger wel onrechtstreeks. Waren het een soort ‘suikeroompjes’ die hun genetisch materiaal, hun neefjes en nichtjes, met extra zorg omringden. “Klinkt misschien plausibel, maar meteen zit je met een fundamenteler probleem: die wetenschapper schetst het cliché van de ‘vrouwelijke’, ‘passieve’ homoseksueel. Dat zie je bij veel onderzoekers: als buitenstaander neem je, wetenschapper of niet, al heel snel de clichés van je tijd en je omgeving voor waar aan.” Je bent trouwens beter op je hoede wanneer de media weer eens aankondigen dat wetenschappers het gay gene op het spoor zijn, zegt De Block. “We mogen niet verwachten dat dat ene homo-gen ooit ontdekt wordt. Het staat vast dat er bij homoseksualiteit veel meer genen betrokken zijn, en waarschijnlijk is het effect van al die genen veel beperkter dan de meesten onder ons denken. Bij bijna al het gedrag dat bestudeerd wordt, is maar de helft van de variatie te verklaren door genetica, en de helft door de omgeving.” “Wie dus een simpel ‘ja’ of ‘nee’ wil op de vraag of homoseksualiteit genetisch is, die heeft een naïef beeld van genetica. Ik weet het, de mensen willen graag een eenvoudig verhaal, maar eigenlijk is de vraag zelf een beetje idioot.” Politiek correct Is homoseksualiteit een ziekte? Alleen al de vraag stellen klinkt vandaag onkies. Nochtans stond homoseksualiteit een halve eeuw geleden te boek als een stoornis, al dan niet ‘te genezen’. In het befaamde Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, kortweg DSM, stond het netjes opgelijst tussen pedofilie, exhibitionisme en sadisme. Na een hoog oplaaiende discussie van goed veertig jaar werd het in 1974 geschrapt. “Het ging overduidelijk om een politiek correcte verwijdering: het was grotendeels willekeur om homoseksualiteit uit het DSM te schrappen, en andere zaken zoals fetisjisme niet. Niemand kon een wetenschappelijk sluitend antwoord geven waarom het plots géén stoornis meer was. Pas op: we pleiten er absoluut niét voor om van homoseksualiteit opnieuw een ziekte te maken. Nee, laat dat begrip ‘ziekte’ gewoon vallen, als je er geen kant mee op kan.” “Vergelijk het met obesitas als een ziekte catalogiseren: is dat goed? De ene belangengroep is tégen omdat dat stigmatiserend is, en de andere is vóór, want het neemt de verantwoordelijkheid weg voor de gevolgen van obesitas. Toen homoseksualiteit in de negentiende eeuw een ziekte werd, was dat voor homoseksuelen trouwens een stap vooruit: tot dan kon je ervoor in de gevangenis belanden.” De hele discussie bewijst nog maar eens hoe gevoelig identiteitspolitiek ligt, en hoe je je, zeker als wetenschapper, het best zo ver mogelijk uit de buurt houdt van onbedoelde, vaak onjuiste, vooronderstellingen. De Block: “Vandaag is het bijvoorbeeld algemeen aanvaard dat homoseksualiteit geen keuze is. Maar voor belangengroepen zoals Queer by Choice is net die opvatting weer homofoob. Want suggereert het niet dat je, áls je de keuze had, wel voor heteroseksualiteit zou kiezen? Tja, dat lijkt me een redelijk overtuigend argument.” "Homofobie is geen correcte benaming. Het heeft weinig te maken met angst, maar meer met walging en haat." Homofobie bestaat niet Van De Block en Adriaens mag de term ‘homofobie’ overigens ook in de prullenbak. “Het is gewoon geen correcte benaming. Het maakt van homofobie een ziekte, terwijl het eerder een sociaal dan een individueel probleem is, dat vraagt om een politieke oplossing en niet om een medische. Bovendien: zogenaamde homofobie heeft weinig te maken met angst zoals andere fobieën, maar meer met walging en haat. Bovendien kunnen mensen perfect beredeneerde argumenten hebben om bijvoorbeeld tegen het homohuwelijk te zijn. Dus vervang je die term beter. Noem het homonegativiteit, zoals steeds meer wetenschappers en media al doen. En vooral: bestudeer de redenen van die negativiteit.” Kan je homofobie – homonegativiteit – ‘genezen’ met correcte feitenkennis? Ongetwijfeld niet, zegt De Block, daarover maken ze zich weinig illusies. “Ken je het fenomeen ‘attitude-polarisatie’? Als je heel stellig feiten poneert die ingaan tegen wat iemand gelooft, dan zal dat diens attitude niet veranderen, integendeel zelfs. Klimaatsceptici bijvoorbeeld, die zijn vaak veel beter geïnformeerd over klimaatonderzoek dan de gemiddelde believer. Aan de feiten ligt het dus niet, maar daarom geloven ze die nog niet.” “Attitudes schuiven niet met wetenschappelijke kennis, maar door veel grotere, ongrijpbaarder krachten in de samenleving. De houding tegenover het homohuwelijk bijvoorbeeld is de laatste tijd spectaculair ten goede verschoven, en dat lijkt ons niet omdat er nu plots zoveel meer kennis over homoseksualiteit is.” Boemerang Het is anders wel verleidelijk om strategisch te denken, zoals dat Natuurhistorisch Museum in Oslo, als het voor de samenleving winst oplevert. Wie bijvoorbeeld gelooft dat homoseksualiteit aangeboren is – of dat nu correct is of niet – blijkt er positiever tegenover te staan. “Maar zéker als wetenschapper moet je eerlijk zijn, wil je je wetenschappelijke en intellectuele integriteit behouden. Anders krijg je dat gegarandeerd als een boemerang in je gezicht. En moreel oordelen vanuit wetenschappelijke bevindingen, daar moet je niet zomaar aan beginnen. ‘Natuurlijk EN DUS goed’, daarin worden zoveel stappen genomen, dat mag je niet zeggen.” “Wij krijgen soms de kritiek: ‘Jullie doen alsof wetenschap waardenvrij kan zijn’. Nee, dat is niet ons punt. Uiteraard mag een wetenschapper vertrekken vanuit een verregaand engagement. En wie ons boek leest, zal ook niet twijfelen aan ons persoonlijk standpunt over homonegativiteit. Maar je mag, ook met de beste bedoelingen, methodologisch en conceptueel niet de mist ingaan. En dat doen veel van de voorbeelden in ons boek.” Zal Born This Way over twintig jaar ook gekleurd en vooringenomen lezen, zoals veel van het besproken onderzoek? “We hopen natuurlijk van niet. We geven ook bewust geen pasklare antwoorden, we stellen vooral relevante vragen, en roepen op tot conceptuele hygiëne. We hopen vooral dat er meer goéd onderzoek komt. Niet alleen homoseksualiteit, maar ook het onderzoek ernaar, moet uit de marge geraken.” Campuskrant KULeuven, 21-10-2015 (Wouter Verbeylen)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |