|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
||||
|
||||
Kwaliteit van Europese jobs gaat achteruit
Autonomie van werknemer neemt af, tevredenheid ook
Meer mensen zijn ontevreden over hun werk dan zes jaar geleden, en wie tevreden is, is dat minder. Hoe dat komt? Omdat Karl Marx geen ongelijk had. 22 procent van de Belgische werknemers is ontevreden. Dat blijkt uit een bevraging van de HR-consultants van SD Worx. In 2009, toen SD Worx de peiling voor het eerst hield, was slechts 17 procent ontevreden. In de jongste bevraging noemt 20 procent zich erg tevreden over zijn job. Dat is 3 procent minder dan in 2009. De rest is gematigd. Eenzelfde scenario tekent zich af voor engagement op de werkplek: 22 procent is niet betrokken, amper 14 procent noemt zichzelf erg geëngageerd, bevlogen dus. Het aantal erg geëngageerden bleef ongeveer constant. Een kleine 14 procent twijfelt aan de zinvolheid van zijn of haar job. In 2009 had maar 11 procent twijfels over de zinvolheid. Overleverseffect SD Worx vroeg 2.500 mensen om hun job te quoteren op een aantal facetten. Het totale plaatje geeft aan dat we niet in de best mogelijke der werelden leven. ‘We gaan er over de hele lijn op achteruit’, zegt Lorenzo Andolfi, data-analist bij SD Worx. ‘Geen enkel aspect van de job scoort beter dan in 2009.’ Opvallend is ook dat mensen het meest tevreden zijn over hun jobzekerheid. Met een waardering van 7,35 op 10 springt de jobzekerheid over de jobinhoud, die 7,24 op 10 krijgt. Het is voor het eerst dat werknemers meer tevreden zijn over hun zekerheid dan over hun job zelf. Dat kan betekenen dat mensen door de crisis meer belang aan jobzekerheid hechten, en beseffen dat ze blij moeten zijn met wat ze in handen hebben. ‘Maar het kan ook betekenen dat heel wat mensen minder graag doen wat ze doen, en toch aan hun job vasthouden vanwege de zekerheid’, zegt Andolfi. Hier zou het overleverseffect kunnen spelen: omdat er door de crisis al mensen moesten opstappen, is wie nog overblijft, iets zekerder van zijn job dan enkele jaren geleden. Dat mensen over het algemeen minder tevreden zijn over hun job dan zes jaar geleden, heeft niet alleen met de inhoud van die jobs te maken, maar ook veel met de werkomstandigheden. Heel wat mensen hebben het gevoel dat ze niet zelfstandig genoeg kunnen werken. Alle theorie over het Nieuwe Werken ten spijt, valt de praktijk hard tegen. Uit de bevraging van SD Worx blijkt dat mensen ervaren dat ze hun werk minder zelf kunnen regelen. Het gaat dan niet alleen om de werktijden, maar ook om de vrijheid om het werk naar het beste vermogen en inzicht te organiseren. Ook ervaren mensen volgens de peiling van SD Worx meer mentale en lichamelijke belasting. Europese trend Dat zijn geen Belgische trends, maar Europese, blijkt uit een onlangs gepubliceerde studie waaraan Monique Ramioul van het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (KU Leuven) meewerkte. Een internationaal team boog zich over de evolutie van de jobkwaliteit van 1995 tot 2010. De balans is niet volledig negatief. ‘Op het vlak van arbeidstijd is er in die vijftien jaar vooruitgang geboekt, en ook de toegang tot opleiding is verbeterd’, zegt Ramioul. ‘Maar in het hart van de materie, als het gaat over wat mensen moeten doen, is er geen verbetering. Er wordt harder gewerkt, maar het werk is niet interessanter geworden.’ Ook hier blijkt dat mensen minder autonomie en afwisseling ervaren in hun job. 25 procent van de werknemers geeft aan het werk niet voldoende autonoom te kunnen regelen. Tegelijk rapporteert 40 procent van de ondervraagden een hoge werkdruk; in 1995 was dat ongeveer een derde. Niet het aantal gewerkte uren neemt toe, wel de intensiteit waarmee gewerkt dient te worden. Ook de afhankelijkheid van machines of deadlines om het eigen werk te kunnen doen, is gestegen. Bovendien is er een ernstige polarisering aan de gang. ‘De kennisjobs worden dankzij de technologie steeds interessanter,’ zegt Ramioul, ‘maar de jobs die niet te automatiseren zijn, denk aan schoonmaken en opdienen, worden vooral zwaarder.’ De combinatie van stijgende werkdruk en afnemende autonomie doet de kwaliteit van onze jobs weinig goed. ‘Mensen kunnen best wat uitdaging en druk verdragen,’ zegt Hans De Witte, arbeidspsycholoog aan de KU Leuven, ‘maar je moet ze dan ook de kans geven om zichzelf daarop te organiseren. In goede, actieve jobs hebben mensen veel uitdaging en veel autonomie. De boeren werken hard en kennen behoorlijk wat stress, maar zijn ook de meest bevlogen werkers. Maar callcentermedewerkers, bijvoorbeeld, zijn ongeveer het slechtst af: repetitieve arbeid en weinig kans om die arbeid te organiseren zoals ze het zelf willen. Dat is een typisch voorbeeld van een belastende job.’ Meer regels & procedures De vraag is hoe het komt dat we er in de 21ste eeuw weer slechter voor staan dan aan het eind van de 20ste eeuw. Het is, uiteraard, de schuld van de economie. De crisis en de globalisering hebben bij veel werkgevers angst gezaaid, en van de weeromstuit draaien zij de vijs aan. ‘Veel jobs zijn heel erg opgeknipt geraakt, in de hang naar doorgedreven efficiëntie’, zegt Ramioul. ‘Daardoor worden ze repetitief en zijn mensen afhankelijk van het werk van anderen om hun eigen werk te regelen. Je kunt een functie zodanig verknippen dat ze niet meer als zinvol aanvoelt. Karl Marx’ vervreemding is dan niet veraf. Mensen moeten zich ook meer plooien naar regels en procedures. Dat kost allemaal tijd. Tijd die ze niet meer kunnen spenderen aan de hoofdzaak van hun job.’ Dat geldt voor laaggeschoolde jobs, maar evengoed voor veel kennisjobs. Ook in hooggeschoolde jobs is de autonomie achteruitgegaan, zij het dat ze substantiëler blijft dan in de laaggeschoolde. Academici, bijvoorbeeld, moeten hun job meer en meer administreren, consultants houden tracksheets bij met de uren die ze aan projecten besteden, en secretaresses en andere ondersteunende diensten sterven uit, waardoor ieders takenpakket is uitgebreid – denk alleen al aan de dagelijkse stroom e-mails. Minder monitoren, meer motiveren Meer regels dus, waarvan de baas wil weten of ze worden gevolgd. Gevolg? Meer controle, meer monitoring, meer het gevoel dat je op de vingers gekeken wordt, en dus minder autonomie. Begrijpelijk, misschien, maar het getuigt eerder van dommigheid dan van psychologisch inzicht. Mensen gaan niet beter werken als ze zich op de vingers gekeken voelen. Integendeel, zegt Lorenzo Andolfi: ‘Als een bedrijf sukkelt met performantie, zullen wij zelden adviseren om meer controlesystemen in te voeren. Dat soort problemen moet je net tackelen door beter leiderschap of door je anders te organiseren.’ Klopt, zegt ook Frederik Anseel, organisatiepsycholoog aan de Universiteit Gent. ‘Als je mensen controleert, gaan ze zich daarnaar gedragen. Maar als je ze vertrouwen geeft, gedragen ze zich daar ook naar. En doen ze meer dan wanneer je ze al te strikte taken geeft. Als de schoonmaker in het bejaardentehuis met iedereen even mag praten, zal hij zijn werk twee keer zo graag doen, omdat hij meer zin ervaart.’ Waar mensen dan wel nood aan hebben op het werk, als het niet controle is? Aan feedback van collega’s en leidinggevenden, aan het idee dat ze zich ontwikkelen en dat ze zich kunnen verbeteren. De chef is passé, de nieuwe manager is een coach. Helaas blijkt er ook op dat vlak weinig reden tot blijheid. Uit de enquête van SD Worx blijkt dat de aspecten van de job waarover mensen het minst tevreden zijn, veel met hun leidinggevenden te maken hebben. Feedback en ondersteuning krijgt gemiddeld een zesje, de cultuur op het werk ook, en de groeimogelijkheden raken met een zuinige 5,76 nog net met de hakken over de sloot. Werk aan de winkel voor de managers, dus: minder monitoren, meer motiveren. DS, 25-09-2015 (Eva Berghmans)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |