|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
||||
|
||||
Is er een ‘The Guardian’ na Rusbridger?
Is er een ‘The Guardian’ na Rusbridger?
In de zomer van 2015 neemt Alan Rusbridger afscheid van ‘The Guardian’, de krant die hij uitbouwde tot een baken in de internationale journalistiek. Winst maken of de oplage stabiliseren, lukte hem dan weer niet. Is zijn model houdbaar? In zijn bijna twintig jaar als hoofdredacteur toverde Alan Rusbridger (60) een kleine Britse krant om tot een alom gerespecteerd internationaal nieuwsmerk. Deze week kondigde hij zijn vertrek aan. Vanaf 2016 wordt hij voorzitter van The Scott Trust, het fonds dat de krant al sinds 1936 financiert en de redactionele onafhankelijkheid ervan garandeert. The Scott Trust, genoemd naar de voormalige hoofdredacteur en eigenaar van de krant CP Scott, bezit alle aandelen van Guardian Media Group. Een unieke structuur die indertijd is opgezet om, na de dood van Scott, erfrechten te vermijden. Maar ook om diens levenswerk veilig te stellen. De constructie schermt The Guardian af van commerciële belangen, een unieke positie voor een krant. Eventuele winsten worden altijd geherinvesteerd. Al is dat er al een tijdje niet meer van gekomen, want The Guardian en zusterkrant The Observer (een zondagskrant) verliezen zo’n 40 miljoen euro per jaar. Champagnesocialisme Op de Britse krantenmarkt is The Guardianaltijd een kleine speler geweest. Met een oplage van 185.000 is de krant nu nog maar half zo groot als The Times en The Daily Telegraph. Van de elf nationale kranten is alleen The Independent nog kleiner. En het gaat niet de goede kant uit. Sinds 2000 is de oplage gehalveerd, al doet de krant het wat dat betreft maar iets slechter dan de twee grotere kwaliteitskranten, die ook zo’n 45 procent gezakt zijn. De krant is progressief, maar bereikt vooral een hoogopgeleid en bemiddeld publiek – ‘champagne socialism’ dus, het Britse equivalent van le gauche caviar. De journalistiek is vrijwel altijd van het hoogste niveau, de lay-out is modern en vaak gedurfd. En vooral de jongste vijf jaar bouwde de krant aan haar reputatie met grote, baanbrekende verhalen en onderzoeksjournalistiek die tot op de bodem graaft. Zo was het Nick Davies van The Guardian die de afluisterschandalen bij de Britse tabloidpers koppig bleef onderzoeken. Davies, die als jonge journalist op dezelfde dag als Rusbridger bij The Guardian begon, onthulde in een reeks artikels vanaf 2009 dat de voicemail van beroemdheden en leden van de koninklijke familie systematisch werd afgeluisterd door de roddelpers. Davies’ onderzoek leidde tot het opdoeken van de krant The news of the world en de arrestatie van topvrouw Rebekah Brooks. Het hele schandaal deed ook het media-imperium van Rupert Murdoch (tevens eigenaar van The Times) wankelen. In 2010 was The Guardian, naast The New York Times en Der Spiegel, een van de publicaties waaraan Julian Assange de gelekte Amerikaanse rapporten over de oorlog in Afghanistan doorspeelde. Enkele maanden later bracht The Guardian ook de volgende Wikileaks-onthullingen: de Amerikaanse diplomatieke berichten. Het kwam echter tot een breuk tussen Assange en Rusbridger. Assange beschuldigde Rusbridger er uiteindelijk zelfs van dat hij deel uitmaakte van een complot tegen Wikileaks. In 2013 maakte The Guardian opnieuw wereldnieuws met de lekken van Edward Snowden. Blogger en columnist Glenn Greenwald, de vertrouweling van Snowden, stapte naar The Guardian omdat hij de grote Amerikaanse kranten te gezagstrouw vond. Internationaal Die oerdegelijke reputatie combineert The Guardian de jongste jaren met een expansieve online-strategie. Op het internet was The Guardian al in de jaren 1990 een vernieuwer, met doorgedreven gebruik van nieuwe formats zoals liveblogs, slideshows en interactieve grafieken. Rusbridger wierp zich bovendien op als voorvechter van wat hij open journalism doopte: het idee dat de journalist in dialoog gaat met zijn lezers en gebruik maakt van alle informatie die via sociale media wordt uitgewisseld. Het journalistieke werk gaat integraal deel uitmaken van het web, verwijst naar bronnen op sociale media en filtert die bronnen ook. De internationale doorbraak, via het internet, was erg belangrijk voor Rusbridger. Een wereldwijd internetpubliek moest immers zorgen voor reclame-inkomsten die de achteruitgang van de gedrukte krant konden compenseren. Maar voorlopig is dat niet het geval. Terwijl andere grote krantengroepen geleidelijk zijn overgeschakeld op betaalmodellen, blijft The Guardian zowat als enige krant nog alle artikels gratis op het internet aanbieden. Dat zorgt voor een mooie groei: in oktober stakThe Guardian grote rivaal The New York Times voorbij in bezoekerscijfers, en werd zo wereldwijd de grootste kwaliteitskrant op het internet (alleen Mail Online is groter). Maar The New York Times heeft een betaalmuur en haalt via dat kanaal groeiende bedragen binnen. Bij The Guardian, daarentegen, blijven de verliezen zich opstapelen. The Scott Trust kon de putten tot nog toe vullen met de verkoop van andere activiteiten, waaronder de zeer winstgevende website AutoTrader. Maar ondertussen blijft er nog weinig over om te verkopen. De opvolger van Rusbridger wacht dan ook een zware taak: de erfenis van zijn of haar illustere voorganger in stand houden, maar tegelijk rekening houden met de financiële realiteit. En dat met Rusbridger zelf, vanuit The Scott Trust, als schoonmoeder. DS, 13-12-2014 (Dominique Deckmyn)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |