|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
|||
|
|||
‘Verrottingsstrategie tegen Gelijkekansencentrum gevoerd’
De Vlaamse regeringspartijen hebben Matthias Storme (N-VA) aangeduid als een van de bestuurders van het Interfederaal Gelijkekansencentrum. Een instelling die hij heeft bestreden. ‘Een verrottingsstrategie’, vindt de SP.A. Matthias Storme noemt de kritiek merkwaardig.
Het Vlaams parlement heeft woensdag vier leden aangeduid die voor het parlement zullen zetelen in het bestuur van het Interfederaal Gelijkekansencentrum. Oppositiepartijen SP.A en Groen betreuren dat de meerderheid geen leden van de oppositie heeft aangeduid. Maar oppositiepartij SP.A heeft ook vragen bij de naam van Matthias Storme. ‘Hij vond het ooit nodig te verkondigen dat hij na de veroordeling van het Vlaams Blok de morele plicht had voor die partij te stemmen. Verder heeft hij ooit letterlijk gezegd dat hij het hele principe van horizontale antidiscriminatiewetten nonsens vindt’, verklaarde Bart Van Malderen (SP.A). Het dossier tegen Vlaams Blok was samengesteld door het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding, de voorloper van het Gelijkekansencentrum. De professor privaatrecht Storme moest in 2004 door zijn uitspraken het partijbestuur van de N-VA verlaten. Door de oppositie te weren en te kiezen voor figuren die ‘het niet goed voorhebben met het centrum’ wordt volgens Van Malderen een bewuste ‘verrottingsstrategie’ gebruikt. ‘De standpunten van N-VA daarover zijn bekend. Maar dat Open VLD en CD&V hierin meegaan, kan ik niet begrijpen’, aldus Van Malderen. N-VA-fractieleider Matthias Diependaele ontkent dat het de bedoeling zou zijn om de zaak te laten verrotten. Ook Matthias Storme vindt de reacties merkwaardig.' Ik ben over de antidiscriminatiewet zoals die nu bestaat inderdaad niet zo enthousiast', zegt hij op Radio 1. 'Maar iemand die wil dat de grondwet gewijzigd wordt, mag dan ook niet in het parlement zitten? Dat is dezelfde redenering.' In het regeerakkoord staat dat Vlaamse regering de antidiscriminatiewet wil herevalueren. Bron: De Standaard, zaterdag 25 oktober 2014, artikel door jvt De Standaard zie ook: De Morgen Eigen mening: Een zeer delicate kwestie met een filosofische insteek. Langs de ene kant moet je je afvragen of iemand met zo’n verleden (zeker omtrent zijn kritiek op het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding) de instelling wel met de juiste aanpak kan leiden. Zijn waarden en normen staan nu al ter discussie, nog voor hij effectief is begonnen aan de job. Komt dat de instelling wel ten goede? Kan het Centrum nog wel naar behoren functioneren onder zijn bewind? Langs de andere kant mogen we niet naïef zijn en van iedereen een braaf neutraal beleid eisen. Iedere persoon heeft normen en waarden, daarom is er ook zoiets als politiek en een democratisch gestel: het volk beslist welke normen en waarden ze willen dat de samenleving draagt. Mijn eigen mening? Ik moet eerlijk zijn en het antwoord verschuldigd blijven. Mijn eerste gevoel dreef mee op de samenlevingsgolf van verontwaardiging. ‘Het kan toch niet zijn dat iemand die zegt dat discrimineren een mensenrecht is, het Gelijkekansencentrum gaat leiden?’ Ik had een gelijkaardige eerste reactie op het aanstellen van Theo Francken als staatssecretaris van Asiel en Migratie. Ik heb er echter eens dieper over nagedacht. Waarom zou een staatssecretaris van Asiel en Migratie per definitie een soepel beleid moeten voeren? Als ik even heel kort door de bocht mag gaan: dan zou je moeten stellen dat die post van staatssecretaris Asiel en Migratie altijd naar iemand moet gaan van de linkerkant op het politieke spectrum. Dat kan volgens mij toch niet de bedoeling zijn, posten verdelen aan de hand van de verenigbaarheid tussen de ministerpost in kwestie en de kleur van je politieke partij. Een lid van het Vlaams Belang kan evengoed een staatssecretaris van Asiel en Migratie zijn. Het klinkt misschien heel vreemd, maar het is perfect mogelijk. Er moet een beleid gevoerd worden en de invulling van dat beleid zal altijd afhangen van je eigen normen en waarden. Je bent aangesteld als mens, een mens met normen en waarden. Vraag is natuurlijk dan wel of iemand zo’n beleid kan voeren met de nodige ernst. Wanneer bijvoorbeeld Francken zich afvroeg wat de economische meerwaarde was van bepaalde Noord-Afrikaanse volkeren, moet je je afvragen of Francken zijn beleid wel eerlijk uitvoert. Elk dossier vraagt aparte aandacht en meteen hele bevolkingsgroepen over dezelfde kam scheren, past niet bij de uitvoering van zo’n belangrijk mandaat. Storme maakt niet diezelfde fout en spreekt geen groepen van mensen aan, maar geeft zijn mening weer over de invulling van zijn taak. ‘Discriminatie’ wordt omschreven als volgt in Van Dale: ‘het maken van onderscheid’. Per definitie is 'discrimineren' dus niet ongeoorloofd. 'Discrimineren' is het maken van onderscheid, maar dat is niet per definitie ongegrond. Verschillende zaken vragen nu immers een verschillende aanpak. Ik denk dat de woordkeuze van Storme vooral ongelukkig is. Vanwege de zeer negatieve connotatie van het woord, roept hij veel controverse op. Was het fout wat hij zei? Nee. Was het slim wat hij zei? Nee. Laatst aangepast door Lode.G*vers : 25th October 2014 om 17:09. |