Kan financiële steun aantal nierdonoren opkrikken?

Ons land moet proberen om het aantal levende nierdonoren op te krikken. Nieren van overleden donoren geven sneller complicaties. Donoren lijden soms echter financiële schade door de rekeningen van een aantal onderzoeken en daar moet de overheid ingrijpen, klinkt het.
Jaarlijks worden in ons land zowat 500 tot 550 niertransplantaties uitgevoerd, of ongeveer 25 tot 30 donaties per miljoen inwoners. Het aantal donaties van levende patiënten komt uit op 4 transplantaties per miljoen inwoners. In Nederland ligt dat aantal zo'n zes keer hoger, tot 25 transplantaties per miljoen inwoners.

Kwaliteit
"De wachtlijst groeit sinds een aantal jaren niet meer, maar de nieren van overleden donoren zijn met de tijd minder goed, onder meer omdat donoren steeds ouder worden", zegt arts en diensthoofd nefrologie Daniel Abramowicz (UZA). "Er zijn minder verkeersdoden, en meer mensen sterven op latere leeftijd door vasculaire problemen zoals een hersenbloeding, wat nadelig is voor de kwaliteit van de nier. Wie een nier van een levende donor ontvangt, leeft langer dan wie een nier van een overleden donor ontvangt."

Financiële steun
Om het aantal levende donoren op te krikken, is er naast een goede voorlichting ook financiële steun van de overheid nodig, meent de arts. "Er zijn donoren die een nier willen geven, maar die geld zullen verliezen omdat ze bijvoorbeeld zelf moeten betalen voor bepaalde onderzoeken. Mocht er na transplantatie nog een langere periode van arbeidsongeschiktheid zijn, dan valt de donor terug op de verlaagde uitkering door het ziekenfonds. Dat is echt een probleem." Abramowicz schat dat een compensatie van zo'n 2.000 euro per donatie zou volstaan.

De arts pleit ook voor transplantatie vóór een patiënt aan dialyse begint, omdat de overlevingskans door de dialyse mettertijd afneemt. Deze en andere nierdonatiekwesties worden morgen besproken op een Belgisch symposium voor nierspecialisten.

Bron: http://www.demorgen.be/dm/nl/989/Bi...opkrikken.dhtml
Datum: 17/01/2014 om 19u03

Mening

Persoonlijk vind ik zo’n financiële steun voor nierdonoren een goed idee. Het is moeilijk om de gepaste nierdonor te vinden. De nier van de donor mag uiteindelijk niet verstoten worden door het lichaam van de acceptor (in dit geval de nierpatiënt). Als de ideale donor gevonden is, zou het een zegen zijn voor de nierpatiënt dat deze persoon zijn/haar nier wil afstaan. Ik denk dat de meeste mensen dit wel willen doen om iemand te redden, maar ik ben er ook zeker van dat er altijd twijfelgevoelens zijn. Aan sommige twijfelgevoelens valt weinig te doen. Ik denk bijvoorbeeld aan mensen die bang zijn om pijn te hebben tijdens en/of na de operatie of mensen die bang zijn voor complicaties. Aan andere twijfelgevoelens valt wel iets te doen. Dan denk ik bijvoorbeeld aan het financiële plaatje dat hangt aan zo’n donatie. Dit kost veel geld. Zowel de donor als de nierpatiënt moeten betalen. Dit kan ik zeker begrijpen. Dokters werken en deze werk-uren moeten ook in rekening gebracht worden. Als de overheid kan helpen bij deze kosten denk ik dat er meer mensen zijn die zich zullen opgeven om een nier te doneren. Het zal waarschijnlijk geen immense stijging zijn, maar alle beetjes helpen. Eén nier is genoeg om iemand zijn/haar leven te redden. Ik vind het heel goed van nierdonoren dat ze mensen willen helpen door een nier af te staan. Ik heb het dan zowel over mensen die tijdens hun leven een nier afstaan als over mensen die na hun dood een nier afstaan. Zo’n beslissing mag je niet onderschatten.