|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
||||
|
||||
Chinees leger hackte New York Times
Chinees leger hackte New York Times
BRUSSEL - Sinds oktober breken Chinezen voortdurend in in het computer- systeem van de New York Times, vermoedelijk om de bronnen van de krant voor kritische reportages over China te achterhalen. September. De correspondent van de New York Times in Sjanghai doet onderzoek voor een verhaal over het fortuin van de Chinese premier Wen Jiabao – wiens familie een zakenimperium met een waarde van 2,5 miljard euro zou hebben opgebouwd. De Chinese autoriteiten krijgen lucht van het verhaal, en laten aan de krant weten dat ‘dit niet zonder gevolgen zal blijven'. De directie vraagt aan zijn provider alert te zijn voor verdachte activiteit op zijn computernetwerk. Die blijkt er te zijn, zeker op 25 oktober, de dag waarop het verhaal over Wen Jiabao verschijnt. De FBI wordt verwittigd, en een gespecialiseerd computerbeveiligingsbedrijf wordt ingehuurd om de hackers te verjagen. Volgens de New York Times kaapten de hackers hun computersysteem via e-mails die een worm installeren bij werknemers, om zo hun paswoorden te bemachtigen. Ze kregen zo controle over alle computers op het bedrijf, en over tientallen persoonlijke computers van redacteurs. De spionnen deden hun best om te camoufleren wie ze zijn en vanwaar ze opereerden. Zo werkten ze via de omweg van computers op diverse Amerikaanse universiteiten, en veranderden ze voortdurend van IP-adres. ‘Chinese' werkuren Toch wijzen alle gegevens richting China. De uren waarop de hackers actief waren, kwamen overeen met werkuren daar. Hun interesse centreerde zich op redacteurs die op kritische wijze over Chinese politiek schrijven. Bovendien hanteren de hackers technieken die de voorbije jaren al vaker werden toegeschreven aan het Chinese leger. ‘Een woordvoerder van het computerbeveiligingsbedrijf: ‘Er was geen enkele aanval waarvan je kon zeggen: duidelijk het werk van het Chinese leger. Maar als dezelfde groep gegevens steelt van Chinese dissidenten en Tibetaanse activisten, en ook een ruimtevaartbedrijf hackt, dan weet je wel vanwaar de wind komt.' Het Chinese ministerie van Defensie reageerde dat ‘hacken door de wet verboden wordt' en dat het loze beschuldigingen zijn. Maar volgens experts bespioneert China sinds 2008 systematisch westerse bedrijven, regeringen, ngo's en media. Het doel: negatieve informatie over China controleren door de bronnen van westerse journalisten het zwijgen op te leggen, maar ook bedrijfsgeheimen ontfutselen. Google en het persagentschap Bloomberg werden ook al geviseerd toen ze kritische informatie publiceerden. Angst voor blamage De directie van de Times was bijzonder ongerust rond de dag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen, omdat de hackers ook toen erg actief waren. Ze zouden in staat geweest zijn de drukkerij en de website helemaal plat te leggen, wat een enorme blamage voor de krant zou zijn geweest. Dat ze die macht niet gebruikten, bewijst volgens de krant dat ze een specifieke agenda hebben. De New York Times is na vier maanden van de hackers verlost door computers en paswoorden te vervangen, maar vreest dat ze het opnieuw zullen proberen. De krant schrijft dat de correspondent in Sjanghai zich voor zijn verhaal baseerde op openbare documenten zoals jaarverslagen van bedrijven, en dat er geen namen van dissidenten zijn uitgelekt. China is niet de enige grootmacht die zich aan cyberoorlog waagt. Rusland zou computervirussen hebben gebruikt in het conflict met Georgië in 2008, en de VS en Israël proberen met bugs Irans uraniumprogramma te verstoren. DS, 01-02-2013 (Steven De Foer)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |