|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
|||
|
|||
Mensenrechten bedreigd door sociale desintegratie
Internationale dag van de mensenrechten
Mensenrechten bedreigd door sociale desintegratie Interview met Nicaraguaanse mensenrechtenactiviste Vilma Nuñez 9 december 2012 ( MO* ) — Sinds haar achttiende staat ze op de barricade, nu is ze vierenzeventig. ‘De Sandinistische Revolutie, waarvan iedereen zoveel verwachtte, is halverwege gestrand,’ stelt Vilma Nuñez, voorzitster van het Nicaraguaanse Mensenrechtencentrum CENIDH. Wat haar in het Nicaragua van vandaag zorgen baart, is de sociale desintegratie die zich manifesteert in een stijgend aantal vrouwenmoorden en de flagrante schending van politieke rechten. Mediaviewer Vilma Nuñez op een bijeenkomst van de Interamerikaanse Commissie voor Mensenrechten in Washington, 31 oktober 2012. © OAS/Juan Manuel Herrera Wanneer het gaat over schending van mensenrechten, denkt men niet meteen aan een land als Nicaragua. Vilma Nuñez: Met Daniel Ortega als president, een van de belangrijkste leiders van de Sandinistische revolutie, wekt Nicaragua nog steeds de indruk een progressief, sociaal en democratisch regime te hebben. Maar bij die democratie zijn veel vraagtekens te plaatsen. De internationale gemeenschap kent de situatie van vandaag onvoldoende. Formeel is er ruimte voor politieke participatie en vrije meningsuiting maar er is een grote kloof tussen het wettelijke kader en de realiteit van elke dag. Het ergste probleem op dit moment is het groeiende geweld tegen vrouwen. In Nicaragua is er zowel in de werksituaties als in de gezinnen opmerkelijk veel fysiek en psychologisch geweld. En een wrede uiting daarvan zijn de feminicides, de systematische moorden op vrouwen. We hebben dat fenomeen voor het eerst gezien in Ciudad Juarez in Mexico, nadien dook het ook op in Guatemala, maar de jongste tijd wordt het ook in Nicaragua een steeds groter probleem. In 2012 is het aantal vrouwen die vermoord werden door een van de familieleden met zo’n 30 procent gegroeid tegenover vorig jaar. Vorig jaar hadden we weet van 90 gevallen maar de teller zal op het einde van dit jaar heel wat hoger staan. Hebt u hier een verklaring voor? Vilma Nuñez: Dat is heel moeilijk te vatten in één oorzaak. In Nicaragua hebben we te maken met een sociale desintegratie en een uiteenvallen van het sociale vangnet, wat uiteindelijk leidt tot zo’n gewelddadige agressies. Waar liggen de wortels van die sociale desintegratie? Vilma Nuñez: Daar zijn verschillende verklaringen voor, maar in hoofdzaak is het de armoede. Deze regering is er niet in geslaagd om de armoede in te dijken, hoewel ze zegt dat ze aan de kant van het volk staat. Die is trouwens een erfenis van de neoliberale regeringen die na de revolutie (in de jaren ’90, nvdr) aan de macht zijn gekomen. De regering vandaag heeft het etiket “revolutionair”, maar is de meest trouwe uitvoerder van de aanbevelingen van het Internationaal Muntfonds en de Wereldbank. Ze houdt nog wel een populistisch discours hoog waarmee het een deel van het volk aan zich bindt maar de uitsluiting is heel hoog, mensen krijgen onvoldoende kansen. Formeel is alles in orde en zijn we allemaal gelijk, maar de wetten worden niet toegepast. Op vier november waren er gemeenteverkiezingen. Hoe zijn die verlopen? Vilma Nuñez: Er is voor die verkiezingen een speciale wet gemaakt die stelde dat de helft van de kandidaten op de lijsten vrouwen moesten zijn. Maar dat is een farce, want uiteindelijk worden alle kandidaten gescreend op hun trouw aan de regering. Het zijn niet de mensen die het best het volk vertegenwoordigen of die uitmunten in bekwaamheden, die op de lijsten figureren. Die verkiezingen waren ook een duidelijk bewijs van de verzwakking van het politieke landschap, ook van de oppositie. Er is geen visie, geen project. De enige betrachting is om via diverse pacten en allianties aan de macht te komen. De afspraak van de regering met de conservatieve Kerk is algemeen gekend. Om zich te verzekeren van de steun van de Kerk, verbond de regering er zich toe abortus te verbieden, ook wanneer het leven van de moeder in gevaar is. De vrouwen zouden dit kunnen aanklagen bij het Hoog Gerechtshof maar ook dat wordt gecontroleerd door de president en zijn vrouw Rosario Murillo en dus wordt zo’n aanklacht niet behandeld. Is hier geen protest tegen? Vilma Nuñez: 2012 is gekenmerkt door een reeks van protesten vanuit alle sectoren: transport, verkopers, de gepensioneerden. Protesten zelfs binnen de eigen sandinistische partij van mensen die het gebrek aan participatiemogelijkheden aanklagen. Mensen gaan de straat op, spreken in het parlement, ze gaan zelfs naar het huis van de president. Daniel Ortega zegt dan telkens dat hij een commissie zal oprichten om hun klacht te onderzoeken maar er gebeurt niets, de problemen worden helemaal niet opgelost. Dat heeft tot gevolg dat er een algemeen gevoel van ongenoegen en frustratie is. Kan de oppositie geen munt slaan uit die frustratie? Vilma Nuñez: Tot op vandaag is die niet in staat geweest de kern van dit ongenoegen te vatten en te kanaliseren. De oppositie is ook verdeeld. De partijen zijn alleen begaan met de vraag hoe ze aan de macht kunnen komen, zonder de mensen iets aan te bieden. En Daniel Ortega probeert alles te regelen via de samenwerking met Venezuela. Dat is haast een samenwerking voor het persoonlijke project van Ortega. Al het geld dat van Venezuela komt, komt niet voor in de begroting. Daar wordt aan niemand rekenschap van gegeven. En ook in Nicaragua is de corruptie groot. De president wordt dag na dag rijker. Hij runt ook de economie, terwijl hij het politieke leiderschap overlaat aan zijn vrouw Rosario Morillo. Zij paait de mensen met geschenken, voedselhulp, leningen en dat geeft aan de mensen het gevoel dat ze volledig van de goodwill van de regering afhankelijk zijn. De mensen verliezen het gevoel van waardig burgerschap. In plaats van zich rechtspersonen te voelen, vinden ze het beter om maar niet te protesteren en te eisen, om toch maar een huisje te krijgen en een voedselpakket. Dat is de liefdadigheid ten top en dat is een aantasting van de waardigheid van de mensen. Maar het is heel moeilijk om hiertegen in het verweer te gaan. Je kan vechten voor de rechten die in de grondwet staan en voor democratie. Maar mensen die arm zijn en honger hebben, willen op de eerste plaats eten en een dak boven hun hoofd. Hebben mensen hun strijdbaarheid verloren? Vilma Nuñez: Heel veel mensen vinden dat het anders moet maar niemand wil een gewapende strijd. Immers de belangrijkste kostprijs van de revolutie (de gewapende strijd was tussen 1978-1979; de sandinisten waren aan de macht van 1979 tot 1990, en opnieuw in sinds 2006) betaalde het Nicaraguaanse volk, veel meer dan het Sandinistisch Front. Mensen komen vandaag wel in opstand tegen het uitblijven van oplossingen. En vroeg of laat zal er een antwoord komen van een andere aard. We zagen met de verkiezingen van 4 november hoe erg de situatie is. Toen hebben de lokale burgercomités (consejos del poder ciudadano, in 2007 door de regering in het leven geroepen, nvdr) echt geweld gebruikt om protesten te verhinderen. De politie keek toe en liet hen begaan. Er is zelfs melding van folteringen en zware mishandelingen bij deze verkiezingen. In Nieuw Guinea (een gemeente aan de Atlantische kust, nvdr) zijn er zware beschuldigingen van seksueel misbruik bij jonge meisjes. Bij de presidentsverkiezingen van vorig jaar is er een boer omgekomen die op een verkiezingswagen campagne aan het voeren was. Propere en transparante verkiezingen zijn ver te zoeken in Nicaragua. Wordt daar dan geen klacht tegen ingediend? Vilma Nuñez: Men dient wel klacht in, maar de straffeloosheid is heel groot. De mensenrechtenorganisaties en sociale bewegingen hebben heel weinig bewegingsruimte. We hebben ook te maken met lastercampagnes en geboycot van ons werk. Het Cenidh (Centro Nicaraguense de Derechos Humanos) is nationaal en internationaal een gerespecteerde organisatie. In het verleden stonden de deuren van de gevangenis steeds open voor ons, om de mensen die zich daar opgesloten bevonden, te bezoeken, te woord te staan en hun dossier op te volgen. Maar sinds Ortega aan de macht is, mogen we de gevangenissen niet meer in om onze dossiers op te volgen. De beklaagden krijgen onvoldoende medische bijstand, arme families komen hun beklag doen dat ze hun familielid niet mogen bezoeken. De mensen voelen zich machteloos. Vaak komen ze ook niet meer omdat ze ervan uit gaan dat wij hen toch niet kunnen verder helpen. De politie zelf zegt aan de mensen: “Als jullie naar het CENIDH gaan, krijgen jullie geen antwoord!” Ze verbieden mensen; het is een vorm van vervolging, die veel moeilijker te bestrijden en aan te klagen is dan de openlijke misbruiken in de tijd van de dictatuur. Kan de internationale gemeenschap hier iets aan doen? Vilma Nuñez: Nicaragua bevindt zich in een complexe positie. De internationale solidariteit was in het verleden gebouwd op de steun aan de revolutie en nog steeds zijn er groepen die onvoorwaardelijk trouw blijven aan de figuur van Daniel Ortega. Anderen willen op veilig spelen en negeren liever de kritiek. Wij zijn zo goed als helemaal verdwenen van de agenda’s van de internationale ngo’s voor solidariteit. De Europese Unie, die altijd een belangrijke partner was, heeft afstand genomen en na de verkiezingen van vorig jaar hebben verschillende landen hun ambassades weggehaald - Zweden, Denemarken, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk… - en hebben de ontwikkelingshulp ingehouden. Tegelijk is de samenwerking tussen Europa en Nicaragua verengd tot een zuiver commerciële samenwerking. Het concept van solidariteit is verworden tot een handelsrelatie en de ambassadeurs zijn handelsreizigers geworden. Hebt u het gevoel dat Nicaragua aan zijn lot is overgelaten? Vilma Nuñez: Gelukkig niet. In België en in andere Europese landen hebben we steeds weer ngo’s gevonden die ons willen steunen met geld van hun regering. Dat is ook nodig want er is een reëel gevaar in Nicaragua dat de toestand verder verslechtert. De sociale kloof tussen arm en rijk is gegroeid maar dit interesseert Ortega niet. Die is vooral begaan met zijn economische macht. Hij heeft zijn familie uitgezet op de belangrijke bedrijfsposten. Tegelijk laat hij zijn invloed gelden in de communicatiemedia: hij kocht vier tv- zenders en verschillende radio’s, om zo zijn informatie-imperium te stichten. Alle politieke, economische en rechterlijke macht concentreert hij steeds meer in zijn persoon. U hebt ook de tijd van dictator Somoza beleefd. Is Nicaragua nu beter of slechter af? Vilma Nuñez: Het is moeilijk hierop te antwoorden in absolute termen. De militaire repressie, de politieke gevangenen, de vermisten, de wederrechtelijke terechtstellingen… die heb je vandaag niet. Maar precies omdat we die gruwelen van het Somoza-tijdperk gekend hebben, zijn we ook zo bezorgd wanneer we vandaag opnieuw politieke repressie zien. Economisch hadden we het beter ten tijde van Somoza. Er waren ook niet die selectieve vervolgingen van nu. Ik ben politiek actief sinds mijn achttiende. Ik heb de studentenslachtpartij in León in 1959 meegemaakt. Vandaag is de vervolging subtieler. Wat me ook zorgen baart is de ineenstorting van de instituties en het verlies van onafhankelijkheid van de politiemacht. Juridisch gesproken voelt niemand zich nog veilig. De tribunalen zijn volkomen partijdig en er is niemand waarbij je toevlucht kan zoeken of beroep op doen om dit aan te klagen. Daarom verwachten we heel veel van de internationale gemeenschap, van de Inter-Amerikaanse Mensenrechtencommissie. Het is heel jammer dat hun uitspraak geen sterkere impact heeft, maar op zijn minst gaat daar toch zekere invloed van uit. Bron: http://www.mo.be/opinie/armoede-en-...d-en-conflict-0 Het baart mij eigenlijk echt zorgen om te zien hoeveel conflicten en revoluties er vandaag de dag in de media komen die de mensenrechten schenden. Is onze wereld en onze samenleving dan zo hard veranderd dat we geen respect en begrip meer hebben voor elkaar? Dit kan er bij mij eigenlijk niet in! Zowel tussen verschillende landen, maar ook binnen een land zien we zoveel discriminatie op alle mogelijke manieren die diversiteit tegengaat! Dit kan eigenlijk niet! Hoe kan je als toekomstig leraar ooit je leerlingen bijbrengen dat die diversiteit belangrijk is terwijl ze buiten de school misschien afgerekend worden op hun anders zijn? |
#2
|
|||
|
|||
Vn
Hier geef ik u volledig gelijk in! Er zijn ondertussen al zoveel jaren verstreken nadat de universele rechten van de mens zijn ondtertekend in de Algemene vergandering van de VN. Deze waren opgesteld na de horror van WOII, maar worden tot op de dag van vandaag lang niet nageleefd. Het is alsof sommigen gewoon niet beseffen uit welke gruwelijke voedingsbodem deze rechten zijn gegroeid. Ik kan dan ook enkel hopen dat men ooit eens aan het belang van anderen zal denken in plaats van enkel te denken aan het belang van hun welvaart.
|