Rood alarm bij Ford Genk

De toekomst van de Genkse fabriek van Ford is hoogst onzeker. Er staan duizenden jobs op het spel.

Amper een maand nadat de vorige crisis bezworen werd, rinkelen alle alarmbellen bij Ford Genk. De vakbonden worden er gesommeerd op een bijzondere ondernemingsraad die morgenochtend plaatsvindt. Er werd geen agenda voorzien, dus officieel is er niet bekend wat er op de planning staat. Maar de vakbonden gaan uit van ‘een heel serieuze aankondiging'. De Duitse krant Frankfurter Allgemeine schrijft zelfs dat Genk dichtgaat.
Die vrees wordt nog aangewakkerd door het feit dat er ook een onderhoud met de top van de Vlaamse regering gepland is. De Europese Ford-directie trekt na de ondernemingsraad naar het kabinet van minister-president Kris Peeters. Daar zitten ook de ministers Geert Bourgeois, Ingrid Lieten en Jo Vandeurzen mee aan tafel. Peeters noemt Ford Genk ‘een enorm dossier voor Vlaanderen'. Het gaat om 4.300 jobs bij Ford en nog duizenden bij de vele toeleveranciers.

Voor velen komt de ondernemingsraad als een complete verrassing. Amper een maand geleden werd er nog euforisch gereageerd toen het hoofdkantoor in Detroit de productie van de nieuwe Mondeo aan Genk toewees.
De Vlaamse regering verwacht duidelijk slecht nieuws. ‘In september kwamen de vakbonden terug van Keulen met het nieuws dat Ford Genk voort de Mondeo, de S-Max en de Galaxy zou kunnen produceren. Ik heb hen toen gefeliciteerd', zegt minister-president Peeters. ‘Maar ik heb ook gewaarschuwd de langetermijntrend in de gaten te houden. De cijfers uit augustus toonden toen al aan dat de Europese automarkt in elkaar stortte. Ford Europa was met een daling van 30 procent een van de slechtste producenten. De cijfers uit september zijn ook al niet rooskleurig.'

Extra subsidies voor Ford Genk zijn geen optie, geeft Peeters aan. ‘We hebben samen met de lokale autoriteiten alles uit de kast gehaald.' Peeters wijst op de belangrijke overcapaciteit op de Europese automarkt. Dat suggereert dat er een structurele afslanking komt. Maar de Vlaamse regering weet nog van niets, zegt hij: ‘Ik doe niet aan paniekzaaierij.' Hij weerlegt de kritiek dat het om een test gaat voor het Vlaams industrieel beleid. ‘Ik ben niet verantwoordelijk voor de heersende overcapaciteit'.

Bron: De Standaard, 23-10-2012 (kls, pdd)

Commentaar:
Ik vind dit erg negatief. Voor de werknemers is er veel onzekerheid en onduidelijkheid. Als het om zo veel mensen gaat, moet er worden ingegrepen door de overheid. Het is spijtig dat deze zich op een veilige afstand wil houden. Er moeten structurele oplossingen komen. Men zal rekening moeten houden met het feit dat de automarkt instort. Men kan misschien stilletjes aan al mensen gaan omscholen of bijscholen om hen op het ergste voor te bereiden en zo de schok wat op te vangen.