|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
|||
|
|||
OESO kritisch over hervormingsplan Pascal Smet
De studiekeuze uitstellen tot 14 jaar, zoals Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (sp.a) wil, is nutteloos en hypothekeert de toekomst van jongeren. Dat zegt Dirk Van Damme, hoofd onderwijsonderzoek en -vernieuwing bij de OESO. Dat schrijft De Morgen. "Vlaanderen focust te veel op kansengroepen, terwijl vooral de doorsnee- en topleerling het alsmaar minder doet", zegt Van Damme.
"Het probleem van ons onderwijs zit momenteel vooral bij de goed presterende leerlingen en niet zozeer bij de zwakkeren", zegt hij. Uit een internationale leestest bleek dat in 2009 12,5 procent van de leerlingen het hoogste niveau behaalden. In 2000 was dat nog bijna 16 procent, luidt het in de krant. De zwakste groep daarentegen doet het in Vlaanderen internationaal gezien nog altijd goed, aldus nog Van Damme. Hij benadrukt dat het niet gaat om een argument tegen gelijke kansen, maar wel tegen het invoeren van structuren die dienen om louter kansengroepen te stimuleren. Bron: www.hln.be, 09/10/2012, (http://www.hln.be/hln/nl/1265/Onder...scal-Smet.dhtml) Mening: Als leerkracht in spe is het zorgwekkend om te lezen dat het niveau van de goed presterende leerlingen zienderogen achteruit gaat. Het is belangrijk om te differentiëren binnen eenzelfde klasgroep. Elke leerling is verschillend en beschikt uiteraard niet over dezelfde kennis. Het is dan ook een utopische gedachte om een gelijkheidsideaal na te streven. Er moet zowel beantwoord worden aan de noden van zwakkere als sterkere leerlingen binnen je klas. Deze laatste groep mag zeker niet aan zijn lot worden overgelaten, aangezien zij even veel recht hebben op een studietraject dat aangepast is aan hun niveau. Wanneer dit niet het geval is - zoals hier in dit artikel vermeld staat- , kan dit jammer genoeg leiden tot het ‘dom houden’ van leerlingen. |
#2
|
|||
|
|||
"Plan Smet om studiekeuze uit te stellen is nutteloos"
De studiekeuze uitstellen tot 14 jaar, zoals minister van Onderwijs Pascal Smet (sp.a) wil, is nutteloos en hypothekeert de toekomst van jongeren. Dat zegt Dirk Van Damme, een van de toplui bij de OESO als het op onderwijs aankomt.
Vlaanderen focust te veel op kansengroepen, terwijl vooral de doorsnee- en topleerling het alsmaar minder doet. Een onderwijshervorming die daaraan voorbijgaat zou nefast kunnen zijn. Dat is de mening van Dirk Van Damme. Van Damme is niet de eerste de beste. Voor hij naar de OESO vertrok als hoofd van het Centrum voor Onderwijsonderzoek en -vernieuwing was hij onder meer afgevaardigd bestuurder van het gemeenschapsonderwijs en adjunct- kabinetschef bij toenmalig onderwijsminister Luc Van den Bossche (sp.a). Hij wil de hervorming van het secundair onderwijs, die Smet plant, niet van tafel vegen - "met veel aspecten ben ik het eens, denk maar aan het afschaffen van BSO/TSO/ASO" - maar hij is "erg bezorgd". Zeker in het licht van de cijfers die hij bij de OESO ziet passeren. Het probleem van ons onderwijs zit momenteel vooral bij de goed presterende leerlingen en niet zozeer bij de zwakkeren, zegt Van Damme. Uit een internationale leestest bleek dat in 2009 12,5 procent van de leerlingen het hoogste niveau behaalden. In 2000 was dat nog bijna 16 procent. "Ondertussen blijft de laagste groep nagenoeg stabiel, maar ook de middenmoot gaat erop achteruit", zegt hij. "Daar maak ik mij echt zorgen over. En dat is geen argument tegen gelijke kansen, maar wel tegen het invoeren van structuren die dienen om louter kansengroepen te stimuleren. Want vergis je niet: de zwakste groep doet het in Vlaanderen internationaal gezien nog altijd goed, in tegenstelling tot wat je vaak hoort." Voor zover bekend wil Smet kinderen van alle niveaus zo veel mogelijk mixen om tot heterogene klassen te komen. "Het is een romantisch ideaal om iedereen samen te zetten, maar studies hebben aangetoond dat het in merendeel van de gevallen niet werkt", zegt Van Damme. "Idem voor het uitstellen van de studiekeuze van 12 naar 14. Dat is in Vlaanderen nutteloos." "Wij hebben al een vrij grote gemeenschappelijke eerste graad", vervolgt Van Damme. "Geen enkel ander land maakt de beweging die wij nu willen maken. In plaats van een brede eerste graad is het zaak te zoeken naar een slimme manier om kinderen vroeg in de juiste richting te krijgen. Tegelijkertijd moet je ervoor zorgen dat kinderen wel nog van de ene richting naar de andere kunnen switchen." Velen vrezen door de ingrepen ook dat het niveau zal dalen. "Als je iedereen tot op 14 jaar hetzelfde traject laat volgen, verkort je de tijd om tot een bepaald excellentieniveau te geraken", zegt Van Damme. "Wat je nu doet, lukt niet op vier jaar." Wat we wel moeten doen is inzetten op goede leerkrachten en onze scholen confronteren met de realiteit. "Uit een analyse van de cijfers blijkt dat schoolkeuze in Vlaanderen erg bepalend is. Het verschillen tussen scholen is heel erg groot en er is in feite geen manier om hun kwaliteit te meten. Centrale examens zullen in Vlaanderen niet aanvaard worden, maar interne peilingtoetsen zijn al een stap in de goede richting." Pascal Smet wil zelf niet uitgebreid reageren op de visie van Van Damme, die hij 'interessant en genuanceerd' noemt. Hij laat wel weten om met de opmerkingen rekening te houden. bron: de morgen, 09/10/2012 Ik vrees inderdaad ook voor een daling van het niveau en van de kwaliteit. De focus wordt meer en meer op de zwakkere student gelegd. Natuurlijk moet deze begeleid woren. Maar gewone leerlingen of sterkere leerlingen moeten ook voldoende ondersteund worden, zodat bij hen het onderste uit de kan kan worden gehaald en hun talenten ten volste kunnen benut worden. |
#3
|
|||
|
|||
'Niet studiekeuze, wel schoolkeuze bepaald door sociale achtergrond'
BRUSSEL - Dirk Van Damme, hoofd van onderwijsonderzoek en – vernieuwing bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), ontkent dat hij het hervormingsplan van Pascal Smet afkeurt. De Morgen publiceerde dinsdag de kritiek die Van Damme zou hebben, maar in een reactie noemt hij die berichtgeving ongenuanceerd.
Volgens De Morgen heeft Van Damme met name kritiek op het uitstellen van de studiekeuze tot 14 jaar. Die maatregel zou hij eerder 'nutteloos' bevonden hebben, en een hypotheek op de toekomst van de jongeren. Hij zou gezegd hebben dat Smet met zijn plan te veel focust op kansengroepen, terwijl uit onderzoek blijkt dat vooral het niveau van de goed presterende leerlingen er de laatste jaren op achteruitgaat. Maar in een reactie op het artikel nuanceert Van Damme. 'Het stoot vooral tegen de borst dat ik opgevoerd word als een tegenstander van een gelijkekansenbeleid in onderwijs', zo zegt hij. Hij ontkent dat hij zich ooit gekeerd heeft tegen de hervormingsplannen van Smet, hij acht de hoofdlijnen ervan 'juist en noodzakelijk'. 'Ik heb me wel op een genuanceerde wijze willen afzetten tegen een al te radicale en naïeve visie (die overigens niet die van de minister is) op een punt dat in het publieke debat naar voren is gekomen, namelijk het uitstellen van de studiekeuze.' 'Het uitstellen van elke oriënterende studiekeuze naar de leeftijd van 14 jaar zal naar mijn gevoel de impact van sociale achtergrond op leerresultaten niet drastisch kunnen terugschroeven, aangezien vooral de schoolkeuze door sociale achtergrond wordt bepaald', argumenteert hij. Volgens Van Damme zou iedereen tegen zijn 14de al het best de richting volgen waar zijn of haar talenten het best tot ontwikkeling komen. Van Damme pleit nog voor het herbekijken van studierichtingen, 'waarbij technische en beroepsgerichte richtingen als volwaardig alternatief moeten gepositioneerd worden.' Hij benadrukt ook dat het Vlaams onderwijsbeleid blijvend moet inzetten op gelijke kansen en tegelijk rekening moet houden met de signalen dat betere studenten het blijkbaar minder goed doen dan tien jaar geleden. Bron: DS 9-10-2012 Mening: Ik denk dat enige nuancering betreffende de reeds geschreven artikels wel op zijn plaats is. Voordien werden, volgens Van Damme, bepaalde zaken nogal hard uit zijn kritiek op het plan van Pascal Smet uitgelegd. Hij stelt dat men hem verkeerd verstaan hebben. Ikzelf denk dat mijn mening over onderwijs nogal sterk overeen komt met de uitleg in dit artikel van Van Damme. Ik vind het zeer belangrijk dat de richtingen in het onderwijs niet zo sterk tegenover elkaar worden geplaatst. We kunnen ASO, BSO, TSO en KSO beter zien als 4 gelijkwaardige richtingen. Bij de keuze van een richting moeten ouders, leerkrachten en de kinderen zelf kijken naar de talenten van het kind en niet enkel naar de studeercapaciteiten. Leerlingen die zeer handig zijn kiezen voor een richting in het BSO, leerlingen die graag en goed studeren en theoretisch beredeneren kiezen voor een richting in het ASO, leerlingen die artistiek onderlegd zijn kiezen voor een richting in het KSO en leerlingen met zowel praktische als technische inzichten kiezen dan weer voor TSO. Deze richtingen kunnen elkaar perfect aanvullen. Wanneer een leerling vanuit het BSO kan uitleggen aan een leerling vanuit het ASO waar de wiskundige kennis die ze opdoen tijdens de lessen in de praktijk wordt toegepast, zorgt dit voor een win win situatie. Ook voor leerkrachten zou het een positieve invloed kunnen hebben om samen te werken met vakleerkrachten die lesgeven in andere richtingen. Ze zouden namelijk kunnen ontdekken dat projecten die ze individueel uitwerkten aan elkaar kunnen gesloten worden en ze kunnen informatie uitwisselen aan elkaar. Over het uitstellen van de studiekeuze tot 14 jaar. Kan ik nog geen echt duidelijke mening vormen. Ik denk dat beide kanten wel voordelen hebben. Wanneer de leerlingen ouder zijn kunnen ze een betere passende keuze maken maar wanneer de leerlingen op hun 12 jaar kiezen kunnen ze hun talenten vroeger ontwikkelen en zullen ze vroeger succeservaringen opdoen. Ik begrijp dan ook dat de discussie in dit artikel niet eenvoudig is en zeker nog uitgediept moet worden. |