|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
|||
|
|||
Psychiatrie in de greep van farmasector
Farmabedrijven oefenen steeds meer invloed uit op psychologen en psychiaters. Van de experts die bepalen wat er in het wereldwijde handboek voor psychische stoornissen komt te staan, heeft ruim twee derde banden met een geneesmiddelenfabrikant.
Al jaren sleutelen deskundigen aan de nieuwe 'Bijbel van de psychiatrie', de zogenaamde DSM-5, het handboek waarop psychologen en psychiaters hun diagnoses baseren. Dat gebeurt in 13 werkgroepen, die elk over bepaalde stoornissen beslissen. Amerikaanse onderzoekers hebben nu per commissie de belangenverstrengeling tussen de leden en de farmawereld in kaart gebracht. Hun studie, die in het vakblad PLoS Medicine verscheen, bekeek de werkzaamheden van alle DSM-5-opstellers, onder wie 29 voorzitters en 141 leden. Blijkt dat maar liefst 69 procent van de voorzitters banden heeft met de farmaceutische industrie. Bij een eerdere studie, ten tijde van de DSM-4, was dat nog 57 procent. Ook opvallend: de meeste relaties met de farmawereld kwamen voor bij panelleden die zich over ziektebeelden buigen waarvoor medicijnen de eerste behandeloptie zijn. Zo is er in de werkgroep slaapstoornissen bij alle leden sprake van belangenvermenging. In de commissie voor neurocognitieve stoornissen, zoals dementie, ligt dat cijfer op 89 procent, bij psychotische stoornissen op 83 procent. "Dit onderzoek schept de nodige klaarheid", meent Geert Dom, voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Psychiaters. "Maar als je de huidige resultaten vergelijkt met de vorige zie je dat die transparantie de belangenvermenging niet vermindert." En dat is niet zonder gevaar, vindt Dom. "Hoe groter de invloed van de farmasector op de DSM-leden, hoe groter het risico dat ze minder strikt wetenschappelijk handelen. Dat de drempel van ziektebeelden verlaagd wordt, bijvoorbeeld." Een ruimere beschrijving van diagnoses, daar heeft de farmasector alle baat bij, erkent ook Walter Vandereycken, professor psychiatrie (KU Leuven). "Versoepel je het criterium voor depressie, dan komen meer patiënten in aanmerking voor antidepressiva. Dat betekent meteen meer afzet voor de farmabedrijven." De nieuwe versie van de DSM, die in mei volgend jaar verschijnt, ving eerder al kritiek over de uitbreiding van bepaalde labels. Er komen niet alleen een heleboel stoornissen bij, zoals een 'verhoogd risico op het psychosesyndroom'. Andere aandoeningen, zoals depressie, worden ook verruimd. "Dat voedt het vermoeden dat er meer antipsychotica en antidepressiva voorgeschreven zullen worden", beaamt Stijn Vanheule, professor psychologie (UGent). "Rouw, een normale reactie op verlies, wordt al gezien als een stoornis die je met pillen moet aanpakken. In plaats van eerst naar psychotherapie te kijken, grijpen ze meteen naar medicijnen." De grote verwevenheid tussen de academische wereld en de industrie speelt daarin mee. "Geneesmiddelenstudies die worden gefinancierd door een farmabedrijf leveren ook vaker positieve resultaten op dan niet-gesponsorde", merkt Vandereycken op. "De DSM-leden worden gezien als topwetenschappers. Maar dat zij specialisten worden genoemd, hebben ze dikwijls te danken aan onderzoek dat betaald is door de farma. Hoe neutraal is dat dan?" 'Te rooskleurig' Ook in ons land heb je heel wat leerstoelen aan de faculteiten geneeskunde die gesponsord zijn door de industrie, stelt Vandereycken. "Dat wordt voorgesteld als een 'samenwerking', maar ik vind dat redelijk naïef. Hoe kun je dan claimen dat je onafhankelijk onderzoek verricht?" Zelf besloot hij tien jaar geleden om niet langer samen te werken met de farmasector. "Vallen de resultaten niet in de smaak, dan trekken ze hun onderzoeken gewoon terug. Daar wordt dan nooit over gepubliceerd. Bij veel van die studies zijn de resultaten te rooskleurig. Er zijn al antidepressiva en antipsychotica goedgekeurd waarvan de bijwerkingen geminimaliseerd werden." Maar hoe doe je het dan, een werkgroep samenstellen met onafhankelijke specialisten? Vandereycken: "Daar wringt het schoentje. Als je nu zou eisen dat zo'n commissie enkel uit specialisten bestaat zonder connecties in de farmawereld, zou je moeite hebben om een ploeg samen te stellen." (bron: www.demorgen.be) mening Onafhankelijk onderzoek is nagenoeg onmogelijk geworden. Als machtige sectoren, multinationals en lobby's wetenschappelijke onderzoeken kunnen beïnvloeden is er van objectiviteit geen sprake meer. In de medische wetenschap worden patiënten nu consumenten . Eigenlijk zouden regeringen moeten kunnen garanderen dat onderzoeken in alle eerlijkheid en objectiviteit gebeuren. Wetenschappers die resultaten van hun onderzoeken laten beïnvloeden door eigenbelang, zullen het imago van de wetenschap doen wankelen. Wie gelooft er nog in de objectiviteit van de wetenschap als dezelfde onderzoeken elkaar radicaal zouden tegenspreken? Wie vertrouwt de resultaten van een wetenschapper die betaald wordt door een bedrijf met belangen in de sector? |