BRUSSEL - Ouders die in de buurt blijven wanneer hun kinderen online gaan, helpen hen beter dan ouders die het internetgebruik beperken of verbieden, blijkt uit een grote Europese bevraging bij 25.000 tieners naar aanleiding van Safer Internet Day.
Van onze redactrice

De helft van de Belgische ouders zegt dat ze in de buurt blijven wanneer hun kind online gaat. Acht op de tien ouders hebben huisregels afgesproken over wat hun kind online mag plaatsen, en zes op de tien zeggen dat ze met hun kinderen praten over wat ze op het internet en sociale websites uitspoken.

Ongeveer één op de tien Belgische ouders komt op geen enkele manier tussen in het internetgebruik van hun kinderen.

Nochtans zijn de kinderen over het algemeen positief over de bemoeienissen van hun ouders: zeven op de tien voelen zich hierdoor geholpen. Een kleine groep zou zelfs willen dat hun ouders zich er meer van aantrokken: tien procent van de kinderen zegt dat dit 'een beetje meer' zou mogen gebeuren, drie procent zegt zelfs 'veel meer'.

Een op de drie ouders in België heeft filters geïnstalleerd tegen onveilige websites. Eén op de drie denkt dat het waarschijnlijk is dat hun kind de komende maanden iets onaangenaams zal ervaren online. Slechts één op de tien ouders hebben hun aanpak gewijzigd nadat hun kind al iets onprettigs is overkomen op het internet.

Dat blijkt uit een Europese bevraging waarbij 25.000 tieners, tussen 9 en 16 jaar, en telkens een van hun ouders werden betrokken. De Vlaamse minister van Media, Ingrid Lieten (SP.A), trok middelen uit om de Belgische en Vlaamse gegevens meer in detail te analyseren. De resultaten worden woensdag toegelicht tijdens de studiedag 'Kids online' in Leuven.

Professor Leen d'Haenens van de KULeuven, die het Belgische onderzoeksteam coördineerde, zegt: 'De beste manier waarop ouders hun kinderen bij het internetgebruik kunnen ondersteunen, is door erover te praten. Of door hen aan te moedigen online nieuwe dingen te ontdekken, maar wel in de buurt te blijven voor het geval er vragen of problemen opduiken. Zo blijven de online risico's beperkt, terwijl de voordelen van het internet behouden blijven. Wie allerlei zaken gaat verbieden, beperkt de leerkansen.'

Lieten treedt de onderzoekster bij en stelt vast dat hooggeschoolde ouders hun kinderen vaker aanzetten om het internet te verkennen. Daarom wil ze lagergeschoolde ouders beter gaan ondersteunen op dit vlak. 'De verschillen moeten worden weggewerkt.'

Op school

Ook de internetbegeleiding op school kan beter, zegt Lieten. In vergelijking met de andere Europese landen zijn Belgische leraren minder begaan met mediawijsheid en veilig internet in de klas. Ze helpen wel met praktische tips. Bijna alle 9- en 10-jarigen zeggen dat ze minstens één keer per week online gaan. Zeven op de tien Vlaamse tieners doen dat op school. School is daarmee de tweede belangrijkste internetplek, na thuis.

Lieten zegt dat ze samen met onderwijsminister Pascal Smet (SP.A) binnenkort een conceptnota voorstelt om de verschillende doelgroepen beter te sensibiliseren over een wijs internetgebruik bij jongeren, dat bovendien nauwer aansluit bij hun leefwereld.

Bron: DS 7 februari 2012

Mening:
Dat het internet een zeer handig hulpmiddel moet ik jullie niet gaan uitleggen. Nochtans heeft het internet enkele nadelen waarvoor we onze kinderen/leerlingen voor moeten behoeden. Zo moeten de leerlingen allereerst weten dat niet alles dat op het internet staat even betrouwbaar is. Ook moeten de leerlingen beseffen dat het internet een bijna even toegankelijke plaats is als de openbare weg. Wat je op het internet plaatst kan nog jaren nadien opgeroepen worden en tegen je gebruikt worden. Nog een gevaar van het internet zijn 'ongepaste' websites.

Als ouder en als leerkracht heb je de taak om de leerlingen op een correcte manier te laten omgaan met informatie van het net, ongepaste websites en je moet ze leren hoe ze zich moeten gedragen. In dit artikel komt duidelijk naar voor dat ouders heel wat controle houden op het internetgebruik van hun kinderen. Dit is een goede zaak. Spijtig genoeg zijn er nog enkele leerlingen die door de mazen van het net glippen.
Voor deze leerlingen kan de school een hele hulp zijn. Spijtig genoeg lees ik dan dat de scholen vaak te weinig verantwoordelijkheid nemen betreffende het internet op school. Nochtans is de school na thuis de 2de plaats waar de leerlingen het meeste op het internet terecht komen. Hoog tijd dus voor wat verandering.
Een goede oplossing zou al kunnen zijn dat je voor een opzoekwerkje een beetje meer informatie geeft over betrouwbare bronnen en gedragsregels op het net. Informatie geven over internet is namelijk niet enkel het vak van de leerkrachten informatica maar voor iedere leerkracht die ICT gebruikt in zijn/ haar les. En doen we dat niet allemaal?

Ik vind het er leuk om te lezen dat steeds meer ouders een oogje in het zeil houden wanneer hun kinderen op het internet surfen, dat de ouders duidelijke afspraken maken met hun kinderen en hen inlichten over de gevaren ervan.
Ik vind het wel jammer dat nog steeds 1/10 ouders helemaal niet tussenkomt. Vandaag de dag is het internet één van de meest gebruikte informatiebronnen, daarnaast wint het ook meer en meer aan sociaal belang. Ouders zouden zich er dus van bewust moeten zijn dat hun kinderen er bijna dagelijks aan blootgesteld worden en dus ook aan de met internet gepaard gaande gevaren!
Misschien kan de school naast het inlichten van haar leerlingen, ook de ouders op de hoogte houden van de gevaren van het internet?

Ik vind Liesanne haar idee heel goed. Als school heb je een heel grote verantwoordelijkheid over je leerlingen. Je moet de jongeren, meer dan vroeger, opvoeden, de normen en waarden leren van de samenleving,... Je moet de jongeren ook wijzen op de gevaren van de samenleving. Tegenwoordig vindt iedereen internet een vanzelfsprekendheid. Jongeren zien hier ook vaak geen problemen in. Daarom moeten wij, en de ouders, de jongeren hier bewust van maken.

Ik schrok wel een beetje bij het lezen van dit artikel. Meestal hebben jongeren niet graag dat hun ouders zich moeien. Maar bij internetgebruik vinden ze dit blijkbaar niet erg. Volgens mij is het belangrijk dat de computer in een 'gedeelde' kamer staat. Niet in iemand zijn slaapkamer. Zo kan je altijd een oogje in het zeil houden.

Net zoals Lieselotte schrok ik ook van het aantal jongeren die het niet erg vinden dat hun ouders hen controleert. Ikzelf kon er zeker niet tegen dat mijn ouders meekeken, omdat ik dit een inbreuk vond op mijn privacy, maar de meeste jongeren vinden dit dus niet erg.
Één van de positieve kanten van deze controle is, dat ervaringen zoals cyberpesten sneller wordt opgemerkt.
Ik vind wel dat niet alles gefilterd moet worden, ouders en leerkrachten moeten niet altijd het handje van het kind vastnemen wanneer ze op het internet gaan. Geef hen ook de ruimte om het internet zelf te ontdekken.