|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
||||
|
||||
De Laatste Belgen: Een geschiedenis van de Oostkantons
Een onverwacht geschenk
S. Wenselaers, De Laatste Belgen: Een geschiedenis van de Oostkantons, Meulenhoff | Manteau, 2011. Toen België na de Eerste Wereldoorlog een stukje Duitsland verwierf, hoopten die Duitsers snel weer tot Duitsland te behoren. België wilde de Oostkantons ook opnieuw aan Duitsland verkopen, maar Frankrijk stak daar een stokje voor. Het relaas van een turbulente geschiedenis. Historicus Selm Wenselaers: 'In België dacht men over de aanhechting van de Oostkantons: fijn van het land, jammer van de bevolking.' (Foto Nick De Leu) “Sire, er zijn geen Belgen, enkel Vlamingen en Walen.” Met die gevleugelde woorden berichtte de Franstalige politicus Jules Destrée in 1912 aan koning Albert I over de stand van het land. Maar hoe actueel Destrées woorden vandaag ook nog lijken, eigenlijk kloppen ze niet meer. In 1919 werd België bij de Vrede van Versailles namelijk uitgebreid met een stukje Pruisen: de huidige Oostkantons. En zo belandden er plots 45 000 Duitsers plompverloren in ons land. Na de Eerste Wereldoorlog werd er in de beroemde spiegelzaal van het paleis van Versailles besloten over de oorlogsbelastingen die Duitsland moest betalen. Na de heroïsche strijd van de Belgen achter de IJzer verwachtte de Belgische delegatie dan ook flink gecompenseerd te zullen worden, vertelt Selm Wenselaers, historicus en auteur van De Laatste Belgen: een geschiedenis van de Oostkantons. “De Belgische gezanten hoopten gebruik te kunnen maken van de mythologie die rond poor little Belgium was ontstaan om een mooi eisenpakket neer te leggen in Versailles: onder andere het toezicht over Rwanda-Urundi en de aanhechting van Nederlands Limburg, Zeeuws-Vlaanderen en Luxemburg stonden op de agenda. De Belgische delegatie maakte zelfs aanspraak op een protectoraat over Palestina – Godfried van Bouillon was tenslotte ooit nog in Jeruzalem geweest, en dat was toch een Belg?” Troostprijs Helaas bleek de houdbaarheidsdatum van die mythe ver overschreden, en waren de Belgen niet alleen in Versailles. “Tientallen nieuwe naties dachten daar geboren te kunnen worden”, legt Wenselaers uit. “Bovendien kon men de Belgische vertegenwoordiger, de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Paul Hymans, niet bepaald luchten in Versailles: op foto’s zie je hem altijd helemaal rechts in de hoek zitten.” En dus kwam Hymans van een kale reis terug. Of toch niet helemaal. Er viel ook een onverwacht geschenk uit de lucht voor de Belgische delegatie: de streek van Eupen en Malmedy, die al 105 jaar deel uitmaakte van Pruisen. En gebieden afnemen van Duitsland, daar hadden de geallieerden niet bepaald een probleem mee. Integendeel, beweert Wenselaers. “Vooral Frankrijk stond achter de aanhechting, voornamelijk om militaire redenen. Op die manier konden de Belgen de Maasvallei beter verdedigen, wat België meteen een efficiëntere bufferstaat zou maken tegen het Duitse gevaar.” De Belgen hadden natuurlijk wel oren naar de gebiedsuitbreiding, maar de Amerikaanse president Woodrow Wilson, een sterk aanhanger van het zelfbeschikkingsrecht der volkeren, bleek volgens Wenselaers niet zo makkelijk te overtuigen. “De Belgen moesten zoeken naar een gemeenschappelijk verleden. Tot 1815 valt er nog wel iets te zeggen voor de band tussen Eupen en pakweg het Hertogdom Limburg, maar toen bestond België nog niet eens, en daarna maakten de huidige Oostkantons 105 jaar lang deel uit van Pruisen. In feite ging het de Belgen vooral om de natuurlijke rijkdommen en de ligging aan de Maasvlakte. De gedachte die er heerste was: fijn van het land, jammer van de bevolking.” Of vrij vertaald naar de politieke terminologie van 2011: België kreeg geen vette vis, enkel borrelnootjes. Goede Belgen Dat uitte zich ook in de manier waarop de nieuw verworven gebieden initieel behandeld werden. “In Malmedy sprak een kleine minderheid nog steeds Frans. Dat werd meteen aangegrepen als reden om het Duits helemaal onder de mat te vegen. Het was alsof de bevolking die taal moest uitzweten”, verhaalt Wenselaers. “Dat was natuurlijk een volkomen foute benadering, maar er waren geen concepten om mensen zo grondig te assimileren, dus men had er geen benul van.” Dus grepen de Belgen terug naar iets dat ze beter kenden: de kolonie. De toen 56-jarige luitenant-generaal Herman Baltia werd teruggehaald uit Congo en aangesteld als gouverneur van een overgangsregime dat de neubelgier (nieuwe Belgen) moest omturnen naar des bons belges. “Niemand die er in die tijd aan dacht om de Duitstaligen te erkennen als minderheid,” zegt Wenselaers. “Geen wonder, want in het unitaire België van die tijd moesten zelfs de Vlamingen nog wachten op hun ontvoogding.” Oud-koloniaal Baltia ontduitste en verbelgde: oorlogsmonumenten werden afgebroken, er kwam een samenscholingsverbod en Duitsgezinde kranten werden gecensureerd. Maar eerst moest Woodrow Wilson nog overtuigd worden. In het Verdrag van Versailles was bepaald dat er een referendum moest georganiseerd worden in Eupen-Malmedy vooraleer het gebied definitief aan België werd toegewezen. Om goodwill te creëren beloofde Baltia de nieuwe Belgen onder meer persvrijheid, vrijheid van religie en taalrechten. Maar de gouverneur wilde helemaal zeker van zijn stuk zijn. Wenselaers noemt het referendum zelfs la grande farce belge. “Het regime liet mensen geruchten rondstrooien: ‘als je je naam opgeeft, nemen ze je job en je land af’. Voor de arme boerenbevolking kostte het ook nog eens veel tijd en geld om naar Eupen of Malmedy te trekken – soms moesten ze daarvoor eerst de Hoge Venen over. Dan hoeft het niet te verbazen dat uiteindelijk slechts 271 mensen protest aantekenden, op 33 700 stemgerechtigden.” Verkopen maar Maar de Volkenbond haalde de schouders op, en Baltia kon beginnen ontduitsen en verbelgen. Daarvoor wendde de oud-koloniaal al zijn bevoegdheden aan: oorlogsmonumenten werden afgebroken, er kwam een samenscholingsverbod en Duitsgezinde kranten werden gecensureerd. “En toch lukte het gewoonweg niet”, stelt Wenselaers. “De Heim ins Reich-gedachte (dat alle etnische Duitsers in Duitsland zouden moeten leven, red.) leefde nog heel erg bij de bevolking, en eind jaren 1920 kwamen Duitse partijen als NSDAP dan ook nog eens op voor hun ‘geketende broeders’ die waren ‘weggeroofd in Versailles’. In de jaren 1930 zie je dat zelfs de Belgische gendarmerie niet meer durft tussenkomen: men beschouwde het gebied als foutu, verloren.” Bovendien had de Belgische regering met de economische crisis van die tijd andere katten te geselen. Baltia werd na amper vijf jaar teruggeroepen, en de kantons Eupen en Sankt Vith belandden in een vergeethoek van België. De Belgische regering besloot het dan maar over een andere boeg te gooiden. “Tijdens het interbellum ging het economisch niet goed met België. In de kelders van de Nationale Bank lagen Rijksmarken ter waarde van 7,5 miljard Belgische frank te rotten. De Belgen wilden dat door de Duitsers in goud laten omzetten, en wilden daarvoor de Oostkantons zelfs weer afstaan. Uiteindelijk stak Frankrijk daar een stokje voor omdat ze bang waren voor een precedent dat de kwestie van Elzas-Lotharingen terug op tafel zou leggen”, zegt Wenselaers. Maar het kwaad was al geschied: in de Oostkantons herleefde de hoop op een hereniging met de heimat. Toen de Duitse soldaten op 10 mei 1940 door de straten van Eupen marcheerden, hing aan het gemeentehuis de slogan: ‘Führer, wir danken dir’ En hoe. Vlak na haar oprichting in 1929 kaapte de Christlichen Volkspartei – een afsplitsing van de katholieke partij – die opkwam voor de regionale belangen van de Oostkantons en uitdrukkelijk naar Duitsland lonkte, meteen 52 procent van de stemmen weg bij de parlementsverkiezingen. Ook in het medialandschap liet de Heim ins Reich-gedachte zich voelen: Grenz-Echo was de enige Belgicistische krant die zich staande kon houden in een overwegend Duitsgezind medialandschap. Het hoeft niet te verbazen dat het tevens de enige Duitstalige krant is die vandaag nog verschijnt in België. Eindelijk Belg Intussen stroomden steeds meer Rijksmarken naar propaganda in de Oostkantons, om de pro-Duitse gevoelens nog meer aan te wakkeren. Met resultaat, want toen de Duitse soldaten op 10 mei 1940 door de straten van Eupen marcheerden, wierp de bevolking hen bloemen toe. Aan het gemeentehuis hing zelfs de slogan: “Führer, wir danken dir.” Maar het enthousiasme zou snel omslaan in ontgoocheling. Nazi-Duitsland was anders dan het Pruisen dat de neubelgier zich herinnerden. 8.700 mannen uit de streek werden ingelijfd bij de Wehrmacht, en de meesten van hen werden naar het Oostfront gestuurd. Tot overmaat van ramp weigerde de Belgische overheid na de oorlog de annexatie van de Oostkantons te erkennen, waardoor de Duitstaligen de facto als collaborateurs beschouwd werden, terwijl ze in werkelijkheid nauwelijks een keuze hadden gehad. In amper vijf jaar was Hitler erin geslaagd te doen wat de Belgische overheid zelfs in 20 jaar niet was gelukt: de bewoners van de Oostkantons waren Duitstalige Belgen geworden. “Op politiek vlak werden de Oostkantons herschapen tot een maanlandschap,” voegt Wenselaers daaraan toe. “Bij de verkiezingen van 1946 mocht de helft van de kiesgerechtigden niet meestemmen, omdat ze hun burgerrechten hadden verspeeld. Nergens in het land stemde men zo massaal blanco als in de Oostkantons. Bovendien bekommerde het Belgische establishment zich helemaal niet om de Duitstalige landgenoten.” De repressie was hard, en de afkeer van de neubelgier voor de Duitsers werd steeds groter. Van de weeromstuit – en ook wel om aan de repressie te ontkomen – gingen ze zich uitdrukkelijk profileren als echte Belgen. In 1945 werd de patriottistische beweging Résistance opgericht, en die liet er geen twijfel over bestaan: “We moeten ons in de toekomst Belgisch voelen, denken en handelen. Al wat nationaalsocialistisch of Pruisisch is, moet tot in de wortel bestreden worden. We moeten ons oprecht voor de Belgische problemen gaan interesseren, en alleen voor het beste van de natie kiezen.” “Op een wat verkrampte manier omarmden de Duitstaligen Belgische symbolen zoals de monarchie”, voegt Wenselaers daar aan toe. “Heemkundige kringen die zich vooral bezighielden met de geschiedenis van vóór de Grooten Oorlog schoten als paddenstoelen uit de grond, en men raakte vervreemd van het recente verleden.” De toekomst was Belgisch, het Duitse verleden moest verdrongen worden. In amper vijf jaar was Hitler erin geslaagd te doen wat de Belgische overheid zelfs in 20 jaar niet was gelukt: de bewoners van de Oostkantons waren Duitstalige Belgen geworden. Nu moest die liefde enkel nog wederzijds worden. Apache Nieuws, 10-06-2011 (Nick De Leu)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |