|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
|||
|
|||
Zakenlui drukken stempel op voetbal
Met Jan Callewaert en Bart Verhaeghe staat een nieuwe generatie zakenlui/voetbalvoorzitters op. Ze werden er ingezogen door de drang om het voetbal te professionaliseren. Kunnen ondernemers dat, zonder een slaaf te worden van hun hobby? Pascal Dendooven
Jan Callewaert, de belangrijkste aandeelhouder van het Leuvense technologiebedrijf Option, werd een jaar geleden voorzitter van Oud-Heverlee Leuven (OHL). Option zat toen volop in crisis. Het was pompen of verzuipen voor Callewaert. Hij wist niet wie eerst te zalven: aandeelhouders, bankiers, klanten of leveranciers. Tot overmaat van ramp zat niet alleen Option in crisis, maar ook OHL. Hoe verzint een mens het om precies dan voorzitter te worden? Callewaert: ‘Outsiders zien het wellicht zo, maar ons engagement bij OHL gaat terug tot 2005. Option had toen titels binnengehaald als onderneming van het jaar en manager van het jaar. OHL dat van derde naar tweede klasse wou promoveren, zocht sponsors. Wij waren de “natural suspect” waar ze aanklopten. Terzelfder tijd vonden we dat we iets moesten terugdoen voor de Leuvense regio waar Option een voortrekker was in de Leuvense kenniseconomie.' 2009 en 2010 waren twee kwakkeljaren voor OHL. Alles liep fout, het bestuur steunde op vrijwilligers. Er was geen cohesie om op termijn iets duurzaams uit te bouwen. Niemand wist hoe het moest. Een degradatie van OHL naar derde klasse dreigde. Trainer en burgemeester zegden Callewaert ‘doe iets'. Callewaert maakte de analyse: ofwel stoppen we met sponsoren, ofwel doe ik er iets aan. Een aantal elementen zat goed: OHL had een goede jeugdwerking en was schuldenvrij. Callewaert heeft toen zijn voorwaarden gesteld vooraleer de handschoen op te nemen. Het moest geen fulltime baan worden, hij zou enkel de moeilijke knopen doorhakken. Financieel moesten er externe investeerders komen, want Callewaert wilde zich slechts beperkt financieel engageren. Ten slotte vroeg hij vrijheid voor de uitbouw van een degelijke raad van bestuur en professionalisering van de club. Dat was meteen het verschil met andere ondernemers, die plotseling, vanuit hun positie als (hoofd)sponsor en uit liefde voor de club, helemaal meegezogen worden op een ogenblik dat de club een crisis doormaakt. Jos Vaessen (Genk) stak tot 10 miljoen euro in zijn club, maar wist het geld te recupereren, Roger Lambrecht zit op zijn tachtigste nog vast aan Lokeren. De uitdaging voor OHL is om in eerste klasse te blijven. De play-off 2 halen, is de ambitie voor dit jaar. Daartoe moet het werkingsbudget van OHL verdubbeld worden tot 5 miljoen euro en dat zit er in. ‘Er is een zekere hype ontstaan rond OHL, maar dan een positieve hype, niet zoals bij Eupen. In Vlaams-Brabant is er echt plaats voor een succesvolle voetbalploeg. Ik ben ervan overtuigd dat voetbalfans die nu naar andere clubs gaan, zullen terugkeren.' Bart Verhaeghe, Uplace en Club Brugge De komst van de ondernemer Bart Verhaeghe bij Club Brugge begin dit jaar is ongetwijfeld het meest besproken thema in het Belgische voetbal. Insiders zeggen dat Verhaeghe, die destijds nog bij de zwarte duivels (Oud-Heverlee) voetbalde, wil tonen dat hij het wél kan maken in het voetbal. Verhaeghe, de man in het nette pak die hoge ambities durft uit te spreken, past toch helemaal niet bij de underdogmentaliteit van Club Brugge, werpen critici op. Maar Verhaeghe weerspiegelt ook de professionalisering die bezig is bij de voetbalclubs. Ondernemers die gewend zijn om professionele bedrijven uit te bouwen, kunnen ook clubs professionaliseren zonder de slaaf te worden van hun hobby. ‘Voetbal is geen personenverhaal. Ik ben geen ondernemer die op zoek is naar zelfbevestiging omdat hij of zij die thuis onvoldoende krijgt. Mijn ambitie is om Brugge professioneel uit te bouwen en moderne structuren mee te geven, zodat de club ook verder kan zonder Bart Verhaeghe.' Verhaeghe ontkent dat vastgoedbelangen, de bouw van een nieuw voetbalstadion met winkels, de aanleiding waren om actief te worden bij Brugge. ‘Wie dat zegt, kent mij niet. Ik doe dit vanuit de liefde voor de sport. Dit is eerder een liability voor mijn professionele activiteiten. Voor het geld moet je het niet doen. Je verdient hier niets, eerder integendeel.' Een beetje sentiment lijkt ook mee te spelen. ‘Als klein mannetje moest ik mij in Brabant verdedigen als supporter van Club Brugge tegenover Anderlecht.' Verhaeghe is fan gebleven, maar stelde vast dat Brugge het de laatste 7 à 8 jaar niet goed meer deed. Dat maakte dat verandering bij Brugge een kans kreeg. ‘Zolang het goed gaat, trekt men de dingen niet in twijfel.' Aanvankelijk werd Verhaeghe gevraagd een doorlichting te maken van Club Brugge. ‘Daarna kwam de vraag om nieuwe structuren voor te stellen. Toen men vervolgens vroeg om wat ik voorstelde, ook zelf te implementeren, had ik een moeilijk moment. Maar ik heb ja gezegd.' Volgens Verhaeghe is er weinig verschil tussen ondernemen en een voetbalclub leiden. ‘Net zoals bij een bedrijf moet je een professionele organisatie uitbouwen, goede afspraken maken, mensen motiveren. Tijdens de match mag je een supporter zijn, maar in de bestuurskamer moet je zakelijk zijn en het belang op korte en lange termijn voor ogen houden.' Roger Lambrecht, Bandencentrale Lambrecht en Sporting Lokeren Lambrecht, eigenaar van de gelijknamige bandencentrales, is ongeveer de tegenpool van Bart Verhaeghe. Hij leidt Sporting Lokeren als een patron. Van Lambrecht is bekend dat hij zich met zijn zware auto zo dicht mogelijk bij het oefenterrein parkeert en de spelers en trainer in de gaten houdt. Hebben ze genoeg getraind, deden ze de juiste dingen? Lambrecht is al bijna zeventien jaar voorzitter van Lokeren en is de enige eigenaar. Hij vereenzelvigt zich met de club. Er is weinig verschil tussen hoe hij de club leidt en zijn eigen bedrijf, zeggen mensen die hem kennen. Zelf ziet Lambrecht een groot verschil tussen een bedrijf leiden en een voetbalclub aansturen. ‘Bij je bedrijf kun je de zaken voor 100 procent opvolgen. Voetbal is meer giswerk. De ene week lukt het, de andere week niet.' Lambrecht (80) was vroeger vier uur per dag met Lokeren bezig. ‘Maar tegenwoordig ben ik minder en minder met de club bezig. Misschien nog twee tot drie dagen per week, vier uur per dag.' Toch is hij sinds vorig jaar bezig met het zoeken naar een opvolger, hoewel sommigen zeggen dat hij tot de laatste snik bij Lokeren zal doorgaan. Eén van de denksporen die Lambrecht aftast, is het binnenbrengen van ‘bestuurders met geld'. Jos Vaessen, Vasco en KRC Genk Vaessen omschrijft zichzelf als een voetbaldier. Al 35 jaar lang is hij betrokken bij voetbalclubs. Nog altijd leeft hij intens mee als een belangrijke match gespeeld wordt. Afgelopen dinsdag noemde hij zichzelf de gelukkigste man toen Genk tegen Standard de titel pakte. De passie is er altijd al. Zodra Vaessen op eigen benen kon staan, was hij al actief in het voetbal.Vaessen is de man die KRC Genk elf jaar geleden financieel bijsprong toen de club aan de grond zat. Hij stopte er in een bepaald moment bijna 10 miljoen euro in. Genk heeft ondertussen in stappen bijna alles terugbetaald. Vaessen is nog lid van het bestuur, ‘maar ik zit er niet met meer geld in dan anderen'. In tegenstelling tot andere ondernemers die in het voetbal stapten, werd het geen strop. Toch betaalde hij een prijs. ‘Ik heb zes, zeven jaar aan een stuk zes tot acht uur per dag (weekend inbegrepen) voor KRC Genk gewerkt. Dat ging toen ten koste van mijn bedrijven', zegt Vaessen. Dat is meteen één van de twee redenen waarom Vaessen zijn voetbalpassie op een lager pitje zette. Vaessen bezit tien bedrijven, waarvan zes in België. Radiatorenmaker Vasco is de bekendste. In totaal staan 1.465 mensen op zijn loonlijst. Het gebrek aan ethiek in de voetbalwereld was de tweede reden. ‘Ik kan me niet vereenzelvigen met een aantal ontwikkelingen in het voetbalmilieu.' Met name aan het financieel gesjoemel wilde Vaessen niet meedoen. Een makelaar die een exorbitant transferbedrag vroeg voor zichzelf om een vrije speler aan te brengen, werd wandelen gestuurd. Een andere club betaalde wel en verdiende er vervolgens nog goed geld aan ook. De handen niet vuilmaken, blijkt niet mogelijk in het voetbal. Voor Vaessen hoefde het dan niet. ‘We zijn een maagdelijke kampioen', zegt hij over de net binnengehaalde titel. Dat er geen verschil is tussen een onderneming leiden en een voetbalclub, zoals Bart Verhaeghe suggereert, kan Vaessen niet bevestigen. ‘Bart is nog nieuw in het voetbal. Hij zal zijn mening op een aantal punten nog bijstellen.' Ook al professionaliseer je de club, voetbal blijft nog altijd voetbal, met veel onverwachte factoren. ‘Een bal die aan de binnenkant van de paal valt of aan de buitenkant kan een verschil van vele miljoenen euro's maken. Bij voetbal begin je ook elk seizoen met nul punten, terwijl je in zaken opbouwend werkt. Je zit ook met belangrijke cultuurverschillen, met jongens van een andere afkomst die plotseling met grote bedragen geconfronteerd worden.' Zou Vaessen het opnieuw doen? ‘Dat is een lastige vraag. Ik weet het zo nog niet.' Roland Duchâtelet, Melexis en STVV Duchâtelet, mede-eigenaar van onder meer het halfgeleiderbedrijf Melexis, ging van start als hoofdsponsor van Sint-Truiden (STVV) zonder dat hij veel van voetbal kende. Hij deed het voor de sponsoring, niet voor de sport. Toen Duchâtelet sponsor af was, kwam STVV in nauwe schoentjes en vroeg men hem of hij de club wou kopen. Hij stelde onmogelijke voorwaarden, in de hoop een neen als antwoord te krijgen. Maar tot zijn verrassing werd het een dag later al ‘ja'. Als eigenaar werd hij in het beleid meegezogen. Hij haalde Marc Wilmots binnen om hem bij te staan. Duchâtelet laat een kritisch geluid horen in het voetbalmilieu. Hij vindt het niet normaal dat in de profliga de raad van bestuur bevolkt wordt door de aandeelhouders van de clubs. ‘Elke club stemt voor zijn eigen belang in plaats van het algemeen belang.' ‘Er zijn geen studies nodig om te weten hoe het wel moet. Kijk in de landen waar voetbal het goed doet, en doe een copy paste.' Voetbal is volgens Duchâtelet maatschappelijk zeer relevant. ‘Het heeft meer gedaan voor de racismebestrijding dan de 100 mensen van het centrum voor racismebestrijding. Geef het geld van het centrum aan het voetbal.' In ondernemen ziet Duchâtelet nog weinig uitdagingen, daar is alles onder controle. ‘Maar voetbal blijft onvoorspelbaar.' Bron: www.standaard.be Datum: 22/05/2011 Mijn mening: Ik zit zelf ook een beetje in het milieu van de voetbal en de titel van dit artikel spreekt volgens mij de waarheid. Als ik zie bij hoeveel clubs er vandaag een zakenlui staat aan het hoofd van de club dan val ik achter over in vergelijking met 10 jaar geleden! De namen die in dit artikel vernoemd werden zijn typische voorbeelden van zakenlui in het voetbal vooral in Brugge en OHL want Lambrechts en Vaessen gaan al langer mee in de voetbalwereld. Twee weken geleden was Bart Verhaeghe van Club Brugge nog te gast in de Zevende Dag op één, hier vertelde hij hoe Club Bruggen de komende jaren gaat professionaliseren. Hij wil dat alle spelers van de eerste ploeg onderling engels praten tegen elkaar omdat dit de wereldtaal nummer 1 is en omdat ze het in Barcelona ook toepassen. Dan denk ik het volgende: Bart Club Brugge is Barcelona niet en we kunnen de budgetten van beide clubs ook niet vergelijken! Waarom is OHL dit jaar gepromoveerd naar eerste klasse omdat er nieuwe verstandige man aan het hoofd staat die weet hoe hij met geld moet omgaan en er zelf ook genoeg heeft. Ik heb er zelf tegen gespeeld en deze ploeg bestond uit 3/4 ex eerste klassen spelers! Het laatste voorbeeld dat ik in deze context zeker niet mag vergeten is het voorbeeld van mijn eigen club (Turnhout). Turnhout is vandaag afhankelijk van Lierse (eerste klasse), deze club wordt geleid door een rijke Egyptische zakenman. Hij bepaalt alles wat er in twee clubs gebeurt en wil beide clubs professionaliseren. Ik vraag mij af waarom de mensen van het Turnhoutse bestuur dit nog blijven doen want ze hebben toch niets meer te zeggen over de club! |