|
#1
|
||||
|
||||
Toen pedofilie nog oké was
Toen pedofilie nog oké was
Eind jaren zeventig was pedofilie een salonfähig discussieonderwerp in progressieve kringen. Ook Etienne Vermeersch plaatste vraagtekens bij het stigmatiseren van pedofielen. Zijn standpunt heeft hij inmiddels genuanceerd. Want de tijden zijn veranderd. Laten we hem voor het gemak Stefan noemen. Hij was de populairste monitor op de vakantiekolonie. Charismatisch, goedlachs en joviaal, altijd bereid iedereen met raad en daad bij te staan. Graag gezien door medemonitoren van beiderlei kunne, en misschien nog liever door de kinderen uit zijn groep: enthousiaste achtjarigen, die voor het eerst zonder mama en papa op vakantie waren. Ze kropen bij hem op schoot, hingen om zijn nek, gaven hem zoentjes. Op zijn neus, op zijn wangen, op zijn mond. Ze kregen de zoentjes dubbel en dik terug: op hun neus, op hun wangen, op hun mond. Zelfs in hun mond, als ze dat graag wilden. Het wekte lichte verwondering bij de andere monitoren. Verwondering die snel overging in een vergoelijkende glimlach: die Stefan toch! We schrijven zomer 1979. Het was een fait-divers, iets waar niet eens over geroddeld werd. Zo onbelangrijk leek het toen. Ruim dertien jaar eerder had de debuterende schrijver Astčre Michel Dhondt – een man die er openlijk voor uitkwam dat hij pedofiel was – de Arkprijs van het Vrije Woord ontvangen voor zijn roman God in Vlaanderen, waarin hij de liefde voor en tussen jonge jongens bezong. Waarom nu dan malen om een tongkus, was de teneur. Het was ook de tijd dat in bijna elke meisjeskamer posters van fotograaf David Hamilton hingen: elfachtige jonge meisjes op de drempel van de puberteit, met prille borstjes en niet meer dan een vermoeden van schaamhaar. Het was geoorloofd bloot, werd zelfs gedoogd door de meeste ouders, want er hing – in tegenstelling tot wat er in de Playboy stond – een flou artistique overheen. Dat de meisjes wel erg jong waren, stoorde vrijwel niemand. Vandaag, 32 jaar later, is Dhondt een vergeten schrijver, is de herinnering aan Hamilton even flou als zijn foto's, en zou een monitor die het waagt een tong te draaien met een achtjarige hoofdpunt in het journaal van zeven zijn. In de jaren zeventig en tachtig wierpen pedofielen en hun sympathisanten zich op als de grote verdedigers van het recht op ‘intergenerationele intimiteit' en dat was niet hetzelfde als seksueel misbruik, zo klonk het. Was het niet zo dat sommige kinderen fantaseerden over seks met volwassenen? En betekende dat niet dat ze het daadwerkelijk ook wilden? Zolang ze het recht hadden om ‘neen' te zeggen, was het toch oké? Het feit dat het water tussen fantaseren en iets écht willen soms diep is, en dat kinderen vaak niet ‘neen' durven te zeggen tegen een volwassene werd niet in overweging genomen. Erika Frans, themaverantwoordelijke seksueel grensoverschrijdend gedrag bij Sensoa, herinnert zich hoe zij en haar vriendinnen eind de jaren zeventig rondliepen met een badge, waarop stond ‘Kinderlokker, mag ik mee?'. Er moest geëmancipeerd worden, luidde het. De vanzelfsprekendheid waarmee ouders hun kinderen betuttelden op seksueel vlak, moest in vraag gesteld worden. Academici als Bob Carlier en Jos Van Ussel zwengelden mee het debat aan. De Nederlandse wetenschapper Theo Sandfort tekende getuigenissen op van jongeren die ooit seksueel contact gehad hadden met een volwassene, en die waren overwegend positief. Maar ook toen was het debat niet echt vanzelfsprekend, zegt Erika Frans: ‘De discussie ging uit van een kleine groep mensen, en de reacties waren best heftig. Het is een discours dat het nooit echt gehaald heeft. Het debat werd ook enkel onder volwassenen gevoerd. Niemand vond het toen nodig aan kinderen te vragen of zij het daarmee eens waren.' Begin jaren tachtig verschenen een aantal studies rond seksueel misbruik binnen het gezin. ‘Dat zette ons natuurlijk aan het denken,' zeg Frans. ‘Uit al die studies bleek hoezeer kinderen daaronder leden, hoe ernstig de gevolgen waren.' De eerste grote publieke barst in het vrijheid-blijheidverhaal rond ‘liefdevolle' relaties tussen volwassenen en kinderen, kwam er in 1986 met het schandaal rond notaris X. Het hele verhaal over het misbruik van zijn twee zoontjes, bleek bij nader inzien verzonnen te zijn door zijn rancuneuze ex, maar het effect was niet uitgebleven: voor het eerst lieten mensen luidop horen dat ze incest, pedofilie en kindermisbruik radicaal afkeurden. En toch was er nog steeds ruimte voor afwijkende meningen. In 1990 organiseerde het Gentse Centrum voor Seksuele Voorlichting samen met de vrouwengroep ‘Tegen haar wil' een themaweek rond seksueel contact tussen volwassenen en kinderen. Onder meer op het programma: een panelgesprek met de titel ‘Pedofilie, seksueel misbruik of een mooie ervaring?' Eveneens in Gent roerde de inmiddels ter ziele gegane pedogroep Stiekum zich volop in het publieke debat. In een lezersbrief in de krant De Morgen juichten ze de ‘outing' van Michael Jackson als pedofiel toe, en vroegen ze zich af of er nu eindelijk ruimte zou komen voor twijfel. Het Roze Actiefront, een linkse holebi-vereniging die actief was tot 2001, trok in zijn nieuwsbrief van oktober 1993 de parallel met de verkeerscampagne ‘Kinderen hebben geen remmen'. Zij pleitten voor een positieve waardering van de seksuele gevoelens van kinderen, en trokken de verhalen over kinderlijke trauma's na seksueel contact met volwassenen in twijfel: misschien waren die wel eerder te wijten aan de afwijzende houding van hun omgeving dan aan de seks op zich. De grote kentering kwam er in 1996 met de zaak-Dutroux. Na de collectieve horror over de vermoorde meisjes, volgde verontwaardiging en woede over het seksueel misbruik. Van kinderen blijf je af, luidde het alom. Altijd en overal. Voor het eerst hoorde je vaders zich hardop afvragen of ze nog wel met hun kinderen in bad zouden gaan. En werden ooms, die uitbundig met neefjes of nichtjes ravotten en ze en passant eens stevig kietelden, met argusogen gadegeslagen. De collectieve paranoia was een feit. In de jaren die volgden kwam er schoorvoetend weer wat ruimte voor nuance: natuurlijk mochten – nee, móésten – kinderen geknuffeld worden. Natuurlijk was het niet verkeerd om ze vast te pakken als je ze wilde troosten. En konden er alsjeblieft weer wat meer jongens kiezen voor een job als onderwijzer, want die vervrouwelijking van het onderwijs zorgde voor een veel te eenzijdige opvoeding. Door de verhalen van het afgelopen jaar over seksueel misbruik door geestelijken zal die vraag voorlopig niet meer dan een roep in de woestijn zijn. Als mannelijke leerkrachten lager onderwijs nu al te kennen geven schrik te hebben om de bloedende knie van een meisje te verzorgen dan ziet het er niet naar uit dat jongens zich nog snel zullen wagen aan een beroep waarbij ze voortdurend met kinderen in contact komen. Geen sereen debat mogelijk Echt dissidente stemmen zijn zeldzaam geworden. Op zijn blog laat historicus en ethicus Gie van den Berghe nog steeds blijken dat hij het emancipatorisch nadenken over pedofilie nog steeds genegen is, maar hij wil onder geen beding geciteerd worden in de krant. Hij wil wel kwijt dat hij met spijt vaststelt dat men zich over ‘bepaalde dingen' niet kritisch meer mag uitlaten, en dat dit het resultaat is van een door de media opgezweepte maatschappij. Bij Sensoa pleit men vandaag voor nuance. ‘Er bestaat een consensus onder professionelen dat seksuele contacten tussen kinderen en volwassenen niet goed te keuren zijn,' zegt Erika Frans. ‘We kennen inderdaad verhalen over jongeren die het als positief ervaren hebben, maar de verhalen van zij die het afschuwelijk vonden, zijn ruim in de meerderheid. Daarnaast begrijp ik de frustratie die links en rechts leeft, omdat een sereen en open debat over kinderen en seksualiteit op dit moment onmogelijk is. Dat is jammer. Want ook over een ander aspect daarvan groeit stilaan consensus: we moeten misschien wel toleranter worden tegenover kinderen die ervoor kiezen samen te experimenteren en zo hun seksualiteit te ontdekken. Zonder enige bemoeienis van volwassenen, voor alle duidelijkheid. En met dien verstande dat er sprake moet zijn van veiligheid, vrijwilligheid en gelijkwaardigheid: grote leeftijdsverschillen kunnen niet. En dan is er de hele discussie over seksuele meerderjarigheid. De wet die bepaalt dat je seksueel meerderjarig bent vanaf je zestiende, dateert van 1912. Zou die niet stilaan aan herziening toe zijn?' Blog DS, 28-01-2011 (Kathleen Vereecken)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |